7 kerstmis Zaterdag 22 december 2012 De Herberg in Deventer is voor de vaste gasten als een vertrouwde woonkamer. Achter de bar eigenaar en kastelein Willem Rodijk. volk verdwenen. Staan ze buiten te roken. Gezellig hoor." Rodijk is een 'laatbloeier' in het vak. De eerste helft van zijn carrière werkte hij bij KPN. Maar hij was het eindelo ze bijscholen zat. „Ik begon met één gesprekje waarin ze met vertelden over twee koperdraadjës, toen ik wegging waren het duizenden gesprekken over één glasvezel." Negentien jaar geleden kon hij de toen in versukkeling ge raakte Herberg overnemen. De eerste twee jaar bleef hij doorwerken bij KPN. Buffelen was het. Maar toen draaide de zaak weer op volle toeren en kon hij een punt achter de telecommunicatie zetten. Willem maakte van de Herberg weer een echte bruine kroeg. Met eenvoudig bruin meubilair, een donkere toog, reclameafbeeldingen aan de wand. Daglicht komt mond jesmaat binnen, de in jaren op het interieur neergeslagen tabaksdampen hebben de contouren vervaagd. Het voelt al een veilig hol. De middenstander, de slager en de drukker komen hier al vele jaren. Zelfs hun vaders waren al gast. Dat was in de tijd dat in De Herberg het loon werd uitbetaald aan de sjouwers die werkten op de nabijgelegen IJsselkade. De Herberg is zo'n café waarvan er steeds minder zijn. Het moet tegenwoordig allemaal trendy, met veel licht en herrie. Nee, dit is beter, vinden de stamgasten. Hier heerst gezellige rust, hier wordt tenminste nog geklaverjast en kan op Go Ahead worden gekankerd. De middenstander komt hier bijna elke dag. Na winkelsluiting voor een, twee biertjes. Het mooiste moment van de dag, vindt hij. De kroeg heeft een etage. Maar telkens naar boven lopen naar de gasten die daar zitten, is in een eenmanszaak soms lastig. Er is dus een liftje. De gasten boven schrijven hun wensen op een bon. Willem zet vervolgens de drank jes in hét liftje waarna de gasten zelf de drankjes verdelen. „Onze gasten weten waar ze aan toe zijn", zegt Willem. „We hebben onze kaart- en meezingavonden. We kijken bij gelegenheid gezellig samen voetbal. Zaterdagmiddag is ons drukste moment. Dan hebben we ook lekkere hapjes voor onze gasten, bereid door mijn vrouw. Op oudejaar- avond is er een buffet voor onze vaste gasten. We begin nen om een uur of acht en dan gaan we met wie dat wil, het nieuwe jaar in. Om je klanten te houden, moet je iets extra's doen tenslotte." De slager verhaalt van een recente reis van achttien van de stamgasten van De Herberg naar Cuba. „Veertien dagen samen op pad. Prima tijd gehad. Zegt ook wel wat over de sfeer hier." De drukker bestelt een rondje, praat over zijn werk, het gaat slecht op de zaak. Reden tot zorg. Maar vandaag heeft hij weer geld gebeurd. Dus een biertje moet kun nen. De slager meent dat zijn collega's het moeilijk heb ben. De middenstander vindt dat de vermaledijde crisis nu maar eens tot einde moet komen. „Ik schat het altijd in", zegt Willem. „Iemand die met een krantje aan de tafel gaat zitten, een stelletje. Die hebben doorgaans genoeg aan zichzelf. Meestal zie je snel genoeg of de mensen behoefte hebben aan een praatje. Die gaan vaak aan de bar zitten. Ik vraag wat ze willen drinken, knoop een praatje met ze aan, betrek bijvoorbeeld diege ne die ernaast zit bij het gesprek. Voor je het weet, zitten ze dan aan de bar met elkaar te praten." „Weet je", zegt de drukker, „Dit is een café waar je als vrouwin je eentje gewoon naar toe kunt gaan." En de middenstander vult aan: „Laatst stuiterden vier jonge mei den binnen. Waren hier nog nooit geweest. Maar binnen de kortste tijd zaten ze gezellig met andere gasten te pra ten, alsof ze hier elke dag kwamen." Rodijk is inmiddels 67 jaar. Bij een recente val van de kel dertrap zijn spieren in zijn schouder afgescheurd. De bles sure geneest traag. Hij kan zijn arm maar moeilijk strek ken, wat het werk lastig maakt. Maar van stoppen wil hij voorlopig niet weten: „Ik doe dit werk nog steeds met ple zier. Zeker, het is aanpoten, het zijn lange dagen. Maar ik houd ervan. Evengoed moet je op enig moment een punt achter iets kunnen zetten. Ik ga nog een jaar door. Dan heb ik dit café twintig jaar gehad. Dat is een mooi mo ment op te stoppen." En dan? Willem haalt zijn schou ders op. „Ik heb vermoedelijk een opvolger. Het café zal wel blijven bestaan." Een vrouw bestelt aan de bar een rondje voor de zaak en vertelt intussen opgetogen dat ze op haar 58e nog een baan heeft gevonden. Een man die aan de bar zit, wil haar met mooie woorden feliciteren. Hij heeft mim zitten inne men, begint desondanks of misschien juist daarom aan een gloedvolle zin, maar zijn woorden raken volledig in de knoop. Hij probeer het opnieuw en nog eens. De kaste lein zet de drankje voor de vrouw op de toog, knipoogt en feliciteert haar. De slager zegt: „Weet je, voor zo'n café als dit heb je echt een goede kastelein nodig. Zo een als Willem. Ik zal je een vraag stellen: ken je een kroegbaas die naar de begrafenis van een klant gaat? De Rodijks doen het. Dit zijn mensen die je met een lampje moet zoeken." De vergelijking met een woonkamer is niet zo gek, want daar komt de bruine kroeg uit voort. In het be gin van de 19e eeuw openden de eerste huiskamer cafés de deuren. Om wat bij te verdienen schonken burgers thuis, tegen betaling, een borrel aan buurt genoten en voorbijgangers. De inrichting bleef zo als die was: eenvoudig meubilair, kleedje op de ta fel, schilderijtje aan de muur. De tabaksrook kleur den het interieur: de bruine kroeg was geboren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 67