Wachten op het ein
spectrum 10
Kerstmis
Zaterdag 15 december 2012
Twee agenten met de AK-47 los
jes over de schouder hangend,
manen mij te stoppen. Net voor
dat ik de helling opdraaide, had
ik ze in de verte al zien lopen en snel
mijn mobieltje in m'n zak gestopt.
Eén op de twee weggebruikers rijdt hier
met een telefoon aan het oor gedrukt,
maar geen haan die ernaar kraait. Maar je
weet natuurlijk nooit.
En jawel hoor, deze twee haantjes
kraaien reeds victorie. Een blanke pes
ten, altijd leuk. En met een beetje geluk
leidt het tot een mooie kerst
„U was in de auto aan het bellen", zegt
de een, terwijl de ander een eindje ver
derop in de gaten houdt of de commissa
ris niet toevallig langskomt, het po
litiebureau is tenslotte vlakbij.
Dat kan hij van die afstand echt
nooit gezien hebben, dus ik zet
mijn onschuldigste blik op en ont
ken in alle toonaarden.
„U was aan het bellen, zet de auto
verderop maar even aan de kant"
Ga boeven vangen, denk ik, maar ik
blijf ontkennen. De agent kijkt mij
.onderzoekend aan. Het machinege
weer glijdt van zijn schouder en
plots kijk ik recht in de loop die
door het open gedraaide raampje
naar binnen steekt
„U had uw riem niet om", zegt hij
dan. „Ik zag u hem snel omdoen,
toen u moest stoppen."
Ik schreeuw nu ontkenningen.
„Riem omdoen is het eerste wat
wij geleerd hebben te doen, nog
voordat we de auto starten."
„U reed te hard."
„Kan niet, want ik kom uit een bocht de
helling opgedraaid."
Hij vraagt waar ik vandaan kom en wil
mijn rijbewijs zien.
„Dit begint een beetje op 'mzungu' (blan
ke) pesten te lijken", zeg ik dan.
Maar daar gaat het niet om. Hij weet al
leen dat er vanaf vandaag nieuwe, stren
ge verkeersregels gelden en dat hij zo
snel mogelijk zijn zakken moet zien te
vullen. Kerstmis is nabij.
Dan lacht hij en vraagt om een cola. Ik
geef hem een paar munten, zeg 'en nu
boeven gaan vangen hè', en rijd snel
weg.
Na zo'n onderonsje met de hoeders van
de veiligheid vraag ik me altijd af wat te
antwoorden op vragen van vrienden en
kennissen die willen weten hoe veilig
Kenia eigenlijk is. Ze hebben net gelezen
dat een Nederlandse fotograaf is neerge
schoten, dat er weer een granaat van Al
Shabaab in een busstation is ontploft of
dat er weer een busje met toeristen is
overvallen.
Een vriend die in Brussel voor de Europe
se Investeringsbank werkt, krijgt iedere
keer als er een incident is een waarschu-
wings e-mail van zijn baas. Het regent
mails de laatste tijd.
Hij begint 'm te knijpen. Hij heeft voor
Kerstmis namelijk een vakantie naar Ke
nia geboekt om zijn nieuwe vriendin
'dat geweldig mooie land te laten zien'.
Zij leest die e-maïls ook. Hij vraagt nu of
ik zijn vriendin wil overtuigen. Ik twij
fel. De vrouw die ik er eerder van over
tuigde met hem te trouwen, is al na een
jaar gillend van hem gescheiden en is nu
non in een klooster in Tibet.
'Veiligheid is een relatief begrip', is een
dooddoener. De Keniaanse jongen die
plots een pistool uit zijn zak trekt ook.
STANDPLAATS
door
Frans van den Houdt
Vader en zoon Van der Meer
in hun zelfgebouwde 'ark
van Noach'.
foto Maarten Sprangh
Een reddingsboot in de tuin en een door een hometrainer aangedreven graanmolentje
in de kelder. Het gezin Van der Meer in Kootwijkerbroek is klaar voor 21 december 2012.
De dag waarop volgens doemdenkers de wereld zal vergaan.
door Hans Goossen
Laat anderen hem maar een
vreemde vogel vinden. Wat dat
betreft verkeert Pieter van der
Meer in goed gezelschap:
„Noach hebben ze in zijn tijd
ook voor gek verklaard." Maar Noach over
leefde wel de Bijbelse zondvloed en Van
der Meer is hetzelfde van plan op 21 de
cember 2012. Niet met een houten ark,
maar met een reddingsboot die dienst
deed op een Schots booreiland.
Het knaloranje vaartuigje ligt op het droge;
in de achtertuin van villa Pentahof in Koot
wijkerbroek, deels afgedekt met een ca-
mouflagenet. „Onzinkbaar", glundert de
67-jarige Van der Meer. In zijn kielzog
glimt Pieter junior (31) mee. De boot biedt
plaats aan maximaal vijftig personen. De
plekken zijn vergeven. Aan senior, zijn
echtgenote, vijf kinderen, hun aanhang, de
tien kleinkinderen en enkele kennissen.
Senior en junior, naar eigen zeggen geze
gend met vier rechterhanden, hebben nog
flink gesleuteld aan hun ark. Reddingsgor
dels, verlichting, een zuurstofinstallatie,
een piepklein toilet en dito wasbak. De
wanden zijn aangekleed met Bijbelse pren
ten en een papieren tegeltje met de tekst
'Zoo God voor ons is, wie zal dan tegen
ons zijn'. Op een van de zitbanken ligt een
stapeltje voorleesboeken klaar. Voor de
kleinkinderen. De ruimtes onder de ban
ken zijn volgestouwd met gedroogd voed
sel en andere noodrantsoenen. Gekocht bij
de legerdump, soms al iets over de datum.
Een relatief probleem in geval van een
vloedgolf, grinnikt Van der Meer senior.
Hij was Saab- en Lanciadealer, ging op late
re leeftijd theologie studeren en vult zijn
dagen als gepensioneerde met het treffen
van voorbereidingen op alle mogelijke cala
miteiten. In stofjas en in gezelschap van
zoon Pieter, die niet alleen dezelfde voor
naam maar ook eenzelfde baardje heeft als
zijn vader. De Van der Meers zeggen abso
luut geen doemdenkers te zijn. Zekerheid
dat 'het' op 21 december staat te gebeuren,
hebben ze dan ook niet. Maar de signalen
zijn er wel, legt senior uit. Hij verwijst
naar de Maya's, wier veelbesproken kalen
der op die datum afloopt. Op de Bijbelse
verwijzingen naar het einde der tijden en
op de nakende poolwissel, waarbij de
noord- en zuidpool van plek verwisselen
als gevolg van het astronomische feit dat
de zon de Melkweg kruist.
Rampspoed is aanstaande, verwachten de
Van der Meers. Tijdelijke rampspoed, dat
dan weer wel. „De aarde zal niet vergaan.
Het is het begin van een nieuwe cyclus",