bakken in stilte
spectrum 4
Zaterdag 15 december 2012
In de bakkerij van St. Michael worden de hosties in alle soorten en maten geproduceerd.
foto Mare Bolsius
Hosties
Elke medewerker van de hostie-
bakkerij St. Michael heeft zijn
eigen kapstokhaakje met een
naamsticker. De meesten heb
ben ook een vaste werkplek.
Vivian zit altijd achter een open stelling-
kast Als ze druk is in haar hoofd, dan
vraagt ze of er wat dozen bij mogen in de
kast Dan krijgt ze niet zo veel mee van
wat er in de bakkerij gebeurt.
Vanmiddag staan er weinig dozen in de
kast van Vivian. Ze kijkt de bakkerij in. Als
bedrijfsleider Rita voorbij komt, breekt
haar gezicht open. Gulle lach. Duim in de
lucht. Ze zijn vriendinnen, toch? Rita
knikt. Jaha, zeker zijn ze dat. Rita wijst
naar de bak hosties onder het bureau van
Vivian. Wat gaat het goed! Vivian drukt
met een soort mega-perforator hosties uit
een groot vel. Vivian is doof Net als de an
dere veertien werknemers van de hostie
bakkerij in het Brabantse St. Michielsge
stel. Ze is ook autistisch. Evenals de meeste
van haar collega's. Met gebaren vertelt ze
tegen bedrijfsleider Rita de Werdt dat de
hosties naar Amerika gaan. Rita knikt
weer. Op de plastic bakken vol hosties die
hoog opgestapeld in de hal staan, zit een
sticker met de tekst Altar bread. Kerkbezoe
kers in de Verenigde Staten krijgen op
kerstavond van hun priester een hostie uit
Sl Michielsgestel op de tong gelegd.
Gerard is de man die de stickers plakt. Hij
krijgt een standje van Rita: „Doe nou eens
een beetje recht plakken. Anders worden
ze boos, daar in Amerika." Rita kijkt
streng, maakt een gebaar en articuleert
'kalm wer-ken'. Gerard slaat een arm om
haar heen en knijpt in haar wang. Rita
moet lachen, ze kan er niks aan doen.
In haar kantoor vertelt ze dat het maar
ten ze anders doen? Hier zijn ze zinvol be
zig. Écht zinvol."
Per jaar komen er tussen de 30 en 40 mil
joen hosties uit de bakkerij. Groot, klein,
bruin, wit, met of zonder gluten. Ze gaan
niet alleen naar Nederlandse afnemers,
maar ook naar de VS Engeland en Fin
land. St. Michael heeft een bijna-monopo-
liepositie in Nederland. Er is slechts één an
dere, kleine bakkerij. Toch zijn er bedrei
gingen. „Tegen de prijzen uit Polen en
Hongarije kunnen wij niet op. Het lukt
ons niet klanten te overtuigen dat ze vijf
tien mensen zinvol aan het werk houden
als ze bij ons kopen."
Een andere bedreiging is minstens even
groot. Rita pakt een brief die op haar bu
reau ligt en leest voor. Een parochie die
gaat fuseren. Vier kerken worden één. Zo
gaat het overal. „Zo daalt onze productie
en omzet." En dan is er nog het kabinet
met haar plannen om te bezuinigen op de
dagbesteding. Hoe dat gaat uitpakken, is
onduidelijk. Maar Rita wil er niet aan den
ken dat haar mensen thuis moeten zitten.
Het is ook geen financiële oplossing, want
begeleiding zullen ze altijd nodig hebben.
De bedrijfsleider haalt haar schouders op.
Wat kan ze doen?
Over tot de orde van de dag. De hosties
worden gemaakt van water en bloem. Als
het beslag klaar is, gaat het in emmers naar
de bakkers. Sommigen bedienen een soort
wafelijzer waarin het beslag tot een platte
koek in de vorm van een rechthoek of een
rondje wordt gebakken. Naast zich hebben
ze een kom met hun naam erop. Daarin
een plamuurmes, een borstel en een kwast
je. Het bakgereedschap. De platte koeken
worden in een soort brievenstandaard met
heel veel vakjes in een kar een vochtige
ruimte in gereden. Daarna worden met
stansmachines hosties van de koeken ge
maakt en vervolgens worden ze gedroogd.
Bij de sorteermachine staat iemand die alle
beschadigde rondjes scheidt van de gave.
Het laatste station is de inpakdienst.
Maggy zit in een aparte ruimte achter een
tafel met daarop een soort dambord. Ze
kan niet tellen, maar kan wel in elk vakje
een hostie leggen. Ze maakt torens van 25
hosties. Als Rita binnenkomt, wijst Maggy
haar op de rafelrandjes die sommige koek
jes hebben. Niet netjes. „Ze is nogal se
cuur", verklaart Rita. Maggy spreekt geen
gebarentaal en kan niet praten, maar
maakt zich prima verstaanbaar. Ook hier
gaat een duim in de lucht. Het is een helde
re code: hier wordt goed werk verricht. Ma
gazijnmedewerker Jamy neemt geen ge
noegen met een duim. Hij schuift achter
de directietafel en dicteert, als enige spre
kende dove in het pand: „Schrijf je wel op
dat ik ook een heel goede dj ben?"
De namen van de werknemers zijn op verzoek
gefingeerd.
reageren?
spectrum@depersdient.nl
schijn is, die rust op de werkvloer. Van
morgen was er nog een escalatie. Dan wil
len er wel eens een hosties door het pand
vliegen. Het is een drukke periode, zo vlak
voor kerst. Lijsten bestellingen moeten
worden afgewerkt. „Ook Sinterklaas is
spannend voor onze medewerkers. Thuis
bij hun ouders krijgen ze allerlei cadeau
tjes. Heel enerverend voor hen." Mensen
met autisme hechten aan een veilige werk
plek en een duidelijk programma. Dat
wordt ze geboden in de hostiebakkerij.
Maar dat is geen garantie voor een rustige
dag. „Er kan onderweg hier naartoe al iets
gebeurd zijn waardoor ze gespannen zijn."
Sinds 1844 maken doven de hosties in St.
Michielsgestel. Vroeger begeleid door zus
ters, nu door personeel van Kentalis, een
zorg- en onderwijsorganisatie voor men
sen met gehoor- en communicatiebeper
kingen. De werknemers in de hostiebakke
rij hebben ook een autistische stoornis of
een verstandelijke beperking. Rita, die hier
al 37 jaar werkt, zag haar werk alleen maar
leuker worden. Het geeft haar voldoening
dat ze moeilijk plaatsbare mensen een nut
tige dagbesteding kan bieden. „Wat moe
Voor de medewerkers van
St. Michael in St. Michielsgestel
zijn de laatste weken voor
kerst misschien wel de drukste
van het jaar. In het Brabantse
bedrijf worden al bijna 170 jaar
hosties gemaakt. Bijzonder is
dat alle medewerkers doof of
slechthorend zijn. Ieder jaar
produceren ze tussen de 30 en
40 miljoen schijfjes
'altaarbrood'.
door Annemarie Haverkamp