Jan Vlug: advocaat met een missie T@©S 4l bï Nauwelijks vervalsing DNA op plaats delict 'Voorrang in zorg voor werkenden' Dorpsgenoten van verdachte Jasper S. kwamen gisteren in 'Gekken, zielenpoten en leuke lui, maar groten getale naar de informatiebijeenkomst. Zij zijn geschokt cliënten zijn in de eerste plaats mensen' door de arrestatie, maar steunen de familie van de boer. woensdag 21 november 2012 door Maaike Boersma den haag - De zaak van Marianne Vaatstra bewijst het maar weer eens: DNA-onderzoek krijgt een steeds prominentere rol in het op lossen van ernstige misdrijven. Toch zijn daders hier nog niet hele maal op ingespeeld. Hoewel het re latief eenvoudig Zou zijn het plaats delict te 'vervuilen' met ander mans DNA en de forensisch re chercheurs zo op een verkeerd been te zetten, gebeurt dit nauwe lijks. Dat zeggen althans het Neder lands Forensisch Instituut (NFI), dat tienduizenden onderzoeken per jaar doet voor politie en justi tie, en particuliere specialistische forensische labs. „Zo slim zijn de meeste crimine len niet", zegt Sebastiaan Hunt- jens, directeur van The Maastricht Forensic Institute. „Bovendien wordt de meerderheid van de de licten niet vooraf beraamd. Als het wel in koelen bloede gebeurt, mer ken we dat daders hun best doen om zelf geen sporen achter te la ten, maar het rondstrooien van an dermans sporen heb ik nog niet meegemaakt." Ook Pim Volkers, directeur van particulier forensisch laborato rium Verilabs, zegt iets dergelijks nog nooit te zijn tegengekomen. Een zak bij de kapper verzamelde haren rondstrooien op de plaats delict maakt de zaak uiteraard wel ingewikkelder, zegt Huntjens. „Hoe groter het aantal sporen hoe complexer de analyse." Alleen forensisch adviseur Carina Bottema gaf een praktijkvoor beeld. Op Radio vertelde ze over een huisbaas die vrouwelijke huur ders verkrachtte en op de plaats de lict condooms van mannelijke huisgenoten achterliet die hij uit hun kamers had ontvreemd. Bauke Vaatstra, de vader van Marianne, komt aan voor de bijeenkomst voor inwoners van Zwaagwesteinde. foto's Catrinus van der Veen/ANP deventer - Advocaat Jan Vlug uit Deventer heeft een uitgesproken mening over verdachten en hun belangen. Zijn cliënten rangschikt hij globaal in drie categorieën: gek ken, zielenpoten en leuke lui. „Maar het zijn in de eerste plaats mensen", aldus de raadsman die Jasper S. bijstaat, de man die ver dacht wordt van de moord op Ma rianne Vaatstra. Vlug kreeg landelijke bekendheid door zijn werk in de geruchtma kende Deventer moordzaak, waar voor Ernest Louwes de cel in ging. Hij verdedigde de 'klusjesman' Mi chael de J. die door opiniepeiler Maurice de Hond en medestan ders werd aangewezen als de moordenaar van de weduwe Jac queline Wittenberg uit Deventer in 1999. De Hond werd uiteinde lijk wegens smaad en laster veroor deeld tot twee maanden voorwaar delijke celstraf Vlug was ook als advocaat actief tij dens het proces tegen de zogehe ten Hofstadgroep (verdacht van het voorbereiden van terroris tische aanslagen). Ook verdedigde hij huurmoordenaar Angelo M. die op 21 juni 2007 de dodelijke schoten afvuurde op de Apel- doornse zakenman Nijkamp. An gelo verdween voor achttien jaar achter de tralies. Als advocaat met een missie voor de belangen van verdachten, trok hij namens twee cliënten ten strij de tegen de aanpak van winkeldief stal in Deventer waarbij winkeliers foto's van notoire veelplegers ge bruikten. Volgens Vlug was dat in strijd met de privacywetgeving, zouden ten onrechte persoonsgege vens worden verstrekt aan poten tiële slachtoffers en lost deze aan pak het probleem niet op. Een proefin politieregio IJsselland met het direct straffen door het in nen van boetes, kon ook niet op zijn genade rekenen. „Wie toetst nog inhoudelijk als er geen rechter en advocaat aan te pas komen?" Voor verdachte Jasper S. is Vlug derde keus. De boer kreeg aanvan kelijk de Sneker advocaat Bert de Boer toegewezen, maar wilde hulp van het bekende Friese advocaten kantoor Anker&Anker. Hans en Wim Anker weigerden, omdat ze enkele maanden na de moord de ouders van Marianne Vaatstra heb ben bijgestaan. PAUL KUSTERS toosenhenk.nl BGS door Lilian Dominicus den haag - Voorrang in de zorg voor werkenden op niet-werken- den: het wordt een bespreekbaar thema. Want wie eerder terug keert op de werkvloer, kost de sa menleving minder geld. Het is een van de conclusies uit een studie van het Sociaal Cultu reel Planbureau (SCP) die vandaag verschijnt. Hetzelfde geldt voor luxe zorg voor mensen met een ho ger inkomen. Voorwaarde is wel dat de basiszorg van voldoende kwaliteit is. 'Amerikaanse toestan den' zijn een schrikbeeld. Het solidariteitsbeginsel in de zorg kan nog steeds op brede steun re kenen, maar niet als de kosten nóg hoger worden. „Een groeiende groep mensen is niet bereid méér te betalen aan stij gende zorgkosten. In beginsel zijn mensen bereid kosten te delen, maar er zijn grenzen aan de solida riteit. Het is zaak dat serieus te ne men", observeert ook hoogleraar Wim Groot van de universiteit van Maastricht. Volgens hem passen de conclusies in een trend dat mensen wél vin den dat er meer betaald mag wor den voor de zorg, zolang het de ei gen portemonnee niet raakt. „Lage re inkomensgroepen vinden dat hogere inkomens meer kunnen be talen in de zorg. Niet-rokers vin den dat rokers meer mogen bijdra gen omdat ze meer kosten." De samenleving zal anders met het zorgsysteem om moeten gaan, vindt Groot. De suggesties uit de studie, zoals een lagere beloning voor specialisten en het terugdrin gen van bureaucratie, zijn maar een deel van de oplossing. „Wij zijn goed in het geven van rechten aan mensen, maar we zullen ook plichten moeten instellen. Zo zou je van iemand met een chronische ziekte een aanpassing van leven stijl mogen eisen. Of therapie- trouw." De conclusie uit het SCP-rapport, dat de bevolking maar beperkt in zicht heeft in de kosten en finan ciering van de zorg, zou na de re cente discussie over de zorgpremie wel eens achterhaald kunnen zijn. „Mensen zijn zich bewuster gewor den van de kosten." Het SCP ondervroeg in totaal 31 mensen uit vier inkomensgroepen over solidariteit en betaalbaarheid in de zorg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 4