6l
Baeicemeeio.f
Ptuuui ZeeimMai
dinsdag 13 november 2012
In de boekenreeks Fauna Zeelandica wordt
van verschillende diergroepen een over
zicht gegeven van de soorten die in Zeeland
voorkomen. Er zijn al atlassen gemaakt over
onder meer libellen, kreeften, krabben en
garnalen en zoogdieren. Maar de vissen ont
braken tot nu toe. En dat terwijl alle andere
Nederlandse provincies een eigen visatlas
hebben, of daaraan aan het werk zijn. Hoog
tijd dus om een Fauna Zeelandicadeel over
de vissen samen te stellen. We verwachten
zelfs dat Zeeland de soortenrijkste provincie
blijkt als het om vissen gaat. Vorige week
was de aftrap voor een driejarig project om
zo'n atlas te realiseren.
j Het begint altijd met
vergaderen natuurlijk.
Wie doet er mee. Met
het werk, maar ook
met de financiering van
zo'n,project Want er zit
natuurlijk een berg werk in het bij elkaar
harken van de gegevens en in het aansturen
van vrijwilligers die zorgen dat de nodige
hiaten in kennis worden weggewerkt. De
partijen die het initiatief nemen zijn naast
Het Zeeuwse Landschap, de stichting
Zeeschelp en de stichting RAVON, die
elk met hun kennis en kunde de nodige
inbreng leveren. Maar alleen met financiële
steun van een hele reeks meer of minder
belanghebbenden kan zo'n project tot een
goed einde worden gebrachL Enfin, daarmee
lijkt het allemaal wel goed te komen.
Na de vergadering was er bij wijze van
demonstratie een trek met een leusnet.
We hadden een slootje niet zo ver van het
hoofdkantoor in Wilhelminadorp uitgekozen
om een trekje te wagen. Het is een sloot waar
het in de winter altijd barst van de visetende
vogels als dodaars, blauwereiger en ijsvogel,
dus dat er vis zit kon niet missen. Al voordat
enkele mensen in waadpak te water gingen
zagen we dat het om een flink brakke sloot
ging. Grote hompen palingbrood (levende
stenen) zaten rond de duiker en dan heb je
altijd met brak water te maken. De levende
stenen zijn een soort inheemse koralen die
gevormd worden door minuscuul kleine
mosdiertjes die in het brakke water hun
kolonies vormen.
Dat was het eerste begin van een typisch
Zeeuwse sloot. Veel van onze sloten zijn min
of meer brak van karakter en dat zorgt voor
een heel eigen flora en fauna. Niet rijk aan
soorten, maar wel met soorten die stuk voor
stuk zeldzaam zijn omdat ze aan het brakke
water gebonden zijn. Dat bleek behalve uit
de levende stenen ook uit de vangst van
een exemplaar van de sierlijke steurgarnaal
en de vondst van eên aantal levende
brakwaterkokkels. En een onbeduidend klein
visje bleek ook een echte brakwatersoort: het
brakwatergrondeltje. Een mooier profiel van
een brakke Zeeuwse sloot kun je bijna niet
verzinnen.
Maar toen Marco en Bernd met het leusnet
(wat een vernuftig ding!) van stichting
Zeeschelp aan de slag gingen werd pas
duidelijk dat de talrijkste vis in deze sloot niet
tot de exclusieve brakwatersoorten behoorde.
foto's Lucien Calle
Noordse woelmuis