3 Hier zwtje eerder een naaktUakje bekijken Buiten Beurejm KaraJ^teri^Uekm De afgelopen 15 jaar D heeft Jeannette Prince uit Burgh-Haamstede wel zo'n beetje in alle delen van de Ooster- schelde gedoken. Ze kent de Oosterschelde op haar duimpje, kent ook de recente geschiedenis van de dijkverzwaringen, ze heeft de aanleg van de stormvloedkering meegemaakt en weet over de zandhonger. „Dat maakt de Oosterschelde een beetje eigen. Je voelt je er ook mee verwant", realiseert ze zich. Jeannette heeft voldoende vergelijkings materiaal. Ze is al op verschillende plaat sen in de wereld geweest om te duïken.Dat is niet zo gek als je bedenkt dat haar man en haar zoon ook sportduikers zijn. „In Egypte komt er zoveel op je af en zijn er zo veel kleuren. Dan ben je sneller afgeleid en geniet je minder van de afzonderlijke planten en dieren, dan in de Oosterschel de. Hier zul je eerder een naaktslakje eens rustig bekijken." Het was ook eigenlijk haar zoon Jan Willem die als eerste interesse voor het duiken kreeg. Hij zag die in zwart gehulde personen over de Oosterscheldedijken scharrelen en vroeg zich af wat die men sen deden. Al snel was zijn interesse voor de duiksport gewekt en 'sleurde' hij zijn ouders mee. Ze duikt meestal tot een diepte van maxi maal 15 meter in de Oosterschelde: „Van 7 tot 15 meter is het meeste te zien. Ga je dieper, dan zie wel meer ongerepte na tuur. Andere planten en vissen." Wat haar betreft zijn in de Oosterschelde verschil lende bijzondere dingen te zien, al noemt ze wel meteen de sepia's als eerste: „Het is heel bijzonder om soms wel zes of zeven sepia's tegelijk te zien. Soms zijn ze aan het paren. Ze schrikken niet van duikers. Je bent dan echt op bezoek in hun wereld. Zo voel ik dat ook." Maar ook als ze eens meegaat met een boot om te duiken, bijvoorbeeld in dieper water in de buurt van Kats, is het weer heel bijzonder: „Daar heb je een soort richel en daarop groeien ook weer allerlei bijzondere planten en dieren. Op zo'n plek is het allemaal wat ongerepter." Toch is het niet zo dat ze alleen maar zweert bij de Oosterschelde, als het om Zeeuwse duikstekken gaat. Ze duikt ook wel in het Grevelingenmeer. „Dat wordt steeds mooier. Er zitten heel veel kreeften. Maar de Oosterschelde is veel uitbundi ger, dat is het verschil," Jeannette is nauw betrokken bij het opleidingstraject van haar vereniging de Schouwse onderwater sportvereniging Scaldis. In januari begin nen de opleidingen altijd in het zwembad in Zierikzee. „Als je dan gaat duiken met iemand die voor de eerste keer de Ooster schelde ingaat en je ziet het enthousiasme als zo iemand voor het eerst een zeester onder water bekijkt, dan realiseer je je weer dat dat het toch wel heel bijzonder is wat je om je heen ziet." De Oosterschelde is natuurlijk ook bekend geworden door de aanwezigheid van eerst zeehonden en tegenwoordig de bruinvis sen. Toch heeft Jeannette onderwater nooit een van die dieren van dichtbij ge zien. „Wel dook een keer een aalscholver vlakbij onder water met zo'n luchtbel om zich heen. Dat was een mooi gezicht. Maar ja, op zo'n moment heb je dan weer geen fotocamera bij je." dinsdag 13 november 2012 Lengte ongeveer 50 kilometer. De diepte varieert van 50 meter tot 2,5 meter. De Oosterschelde heeft een oppervlakte van 35.000 hectare inclusief de natuur gebieden buitendijks. Dat is 12,6 procent van de oppervlakte van Zeeland. De oeverlengte is 125 kilometer. Met het getij stroomt 800 miljard liter water in en uit de Oosterschelde. In de zeearm bevinden zich ongeveer 60 bruinvissen, ongeveer 125 zeehonden en ruim 50 vissoorten. De Oosterschelde is sinds 2002 een Nationaal Park, het grootste van Nederland. Elk jaar ontvangt Nationaal Park Oosterschelde via de Zeeuwse NME centra 2500 basisschoolleerlingen in de Oosterschelde en er doen jaarlijks 3000 mensen mee met excursies van Nationaal Park Oosterschelde. infowww.zeeuwsjaarvanhetwater.nl www.np-oosterschelde.nl Jeannette Prince uit Burgh-Haamstede kent de Oosterschelde op haar duimpje.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 35