i5 spectrum Zaterdag 10 november 2012 Als een hedendaagse Mount Rushmore, van links naar rechts: George McGovern, Al Gore, Wal ter Mondale, Michael Du kakis, Mitt Romney en Bob Dole. illustratie Censuur.com De strijd om het presidentschap van Amerika is razend moeilijk. Maar wie de race verliest, zoals Mitt Romney, krijgt het nog zwaarder. Hij krijgt de sticker loser (verliezer) opgeplakt. Wat volgt is een worsteling in een omgeving waarin alles draait om winnen. door John Jas Amerikanen vonden de Republikein uit Kansas te oud. Hij zei in een speech tot overmaat van ramp 'een brug naar het ver leden' te willen zijn. Dat was een inkopper- tje voor Clinton, die zichzelf vervolgens af ficheerde als een brug naar de toekomst. Na zijn nederlaag herinnerde Dole zich de troostende woorden van een andere verlie zer, Hubert Humphrey, die het in 1968 moest afleggen tegen Richard Nixon. „Bob, als ze jou niet aanwijzen als zonde bok, dan een ander." Voor velen was Dole een oorlogsheld, maar later verloor hij die status een beetje, toen hij als gerespecteerd politicus reclame ging maken voor donuts en Viagra. Er zijn Amerikanen die deze overstap aan het eerdere verlies wijten, hoewel Dole zelf heftig ontkent. Collega George McGovern genoot daaren tegen tot zijn dood, een paar weken gele den, het aanzien van de principiële politi cus die de kiezer niet naar de mond wilde praten. Mede daarom leed de Democraat in 1972 tegenover Richard Nixon een cata strofale nederlaag. De kiezer wilde de waar heid over Amerika niet horen. Ondanks het respect voor hem, heeft McGovern al tijd moeten aanhoren dat hij het archety pe van een verliezer was geworden. In comedyseries werd zijn nederlaag nog ja renlang gebruikt om met een grap de onge schiktheid van een personage te onderstre pen. 'Zeker meegewerkt aan de campagne van McGovern?', heette het dan. Gevraagd naar hoe lang het duurt, voordat zijn ver lies tegen Nixon verwerkt was, zei de sena tor uit South Dakota half grappend: „Ik zal het je laten weten, zodra het zover is." Nog twee Democratische verliezers: Wal ter Mondale en Michael Dukakis. De eerste had de bijna onmogelijke opdracht om het in 1984 op te nemen tegen Ronald Reagan op het hoogtepunt van diens presidentiële roem. De dollar stond hoog, Amerikaanse soldaten in Duitsland verklaarden op tv dat ze zelfs zouden stemmen op The Gipper (Reagans bijnaam als de footballspe- ler George Gipp in de film Knute Rockne, all Americanals 'Jezus de tegenkandidaat was'. Vaak is Mondale, de man die Geraldi- ne Ferraro als eerste vrouw voor het vice- presidentschap introduceerde, gevraagd naar het omgaan met de afstraffing (hij scoorde alleen zijn thuisstaat Minnesota en het District of Columbia). „Er komt een nieuwe dag. Het leven gaat door." Een gevoelige nederlaag leed ook Dukakis in 1988, tegen George Bush senior. Het ver lies was extra pijnlijk omdat de gouver neur van Massachusetts een paar maanden voor de verkiezingen nog een straatlengte voor lag in de peilingen. Wat hem de das omdeed was een Republikeins filmpje over Willy Horton, een veroordeelde moordenaar uit Dukakis' thuisstaat die op proefverlof een vrouw had verkracht De gouverneur had volgens de Republikeinen veel te weinig gedaan om dit soort dingen onmogelijk te maken. De affaire Horton had een verwoestend effect op de Demo cratische campagne. Net als Dole werd Du kakis na de verkiezingen geplaagd door aanhoudende slapeloosheid. „Ik was lang uit mijn ritme maar ik wilde geen vakantie nemen of iets dergelijks. Uiteindelijk werd ik zó moe van het denken aan die verloren campagne, dat ik er niet meer aan kón den ken. Praten met familie en vrienden heeft me er bovenop geholpen." Anders dan voor hen zelf maakt het de Amerikanen, volgens auteur Scott Farris, niet uit hoe een verliezend kandidaat vlak na de verkiezingen omgaat met zijn lot. „Hij heeft hoe dan ook een belangrijke op dracht na de verkiezingen." In zijn boek Almost president, the men who lost the race but changed the nation en tijdens lezingen geeft Farris aan waarom: „Een race is bij ons niet over, als de winnaar zich uitroept tot winnaar. De zege staat pas vast, als de verliezer zijn nederlaag heeft toegegeven. Dat valt niet te onderschatten. Degene die het onderspit delft, maakt een einde aan de strijd door zijn kiezers te vragen achter de nieuwe man te gaan staan. Daarmee is hij een essentieel onderdeel van onze de mocratie. Een belangrijke positie dus voor de verliezer, los van wat er daarna van hem wordt." Weinig politici in de Verenigde Staten we ten meer van verliezen dan Richard Nixon. Hij won twee keer het vice-presi- dentschap, verloor één keer de strijd om het presidentschap (van John F. Kennedy) om daarna twee keer de race naar het hoogste ambt te winnen. Uiteindelijk werd hij de grote verliezer toen hij ge dwongen was af te treden vanwege het Watergate-afluisterschandaal. Van Nixon zijn de woorden: 'Een man is niet klaar als hij verliest, hij is klaar als hij het opgeeft.' Mitt Romney heeft in ieder geval laten we ten het niet meer te zullen proberen. reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 67