15 BiutmSi Beureym dinsdag 6 november 2012 We vervolgen onze route en komen bij de Slotstraat, eigenlijk meer plein dan straat. Blikvanger is de oude NH-kerk (1275-1280) met zijn forse cisterne. Ooit ving die het regen water op en voorzag de dorpelingen van zoet en dus drinkwater. Boven de ingang van de kerktoren hangen twee schandstenen. Kwaad sprekende vrouwen moesten die dragen als straf, zo luidt de tekst. Aan de achterkant van de kerk ligt het vroegere kasteel 'Slot Baarland'. De poort staat open. Op sommige dagen zit alles mee. We slenteren langs de lommerrijke slotgracht en werpen bewonderende blikken op de robuuste kasteelmuren met ronde hoek torens en het aangename koetshuis waarvan de tegenwoordige kasteelheer heel gewoon zijn was in de buitenlucht laat drogen. Terug in de Slotstraat prijst een bord het wandelnet werk 'Sporen in de Zak' aan, maar wij volgen vandaag liever ons eigen pad. En dat heeft al gauw weer de volgende verrassing in petto: Grappige gevelluiken met tekeningen van Zeeuws meisje! En alsof dat allemaal nog niet kunstig genoeg is, zien we hier en daar ook een galerie, een nostalgische muziekkiosk, een modern kunstwerk van Iris de Leeuw dat de zonnebaan als cyclus van het leven verbeeldt en een plaquette van 'Zeeuws Gezicht' die eraan herinnert dat het dorp in 2000 de archi tectuurprijs won. Hoe zou dat toch komen, dat kunstenaars altijd en overal de mooie plekjes weten te vin den? Vóór de Vaete, vroeger de bron voor was- blus- en veedrinkwater, vleien we ons neer op een bankje. De wind ruist, de vogels zingen, er heerst een gemoedelijke stilte, tot een schoolbus wat dartele dorpsjeugd uitspuugt. Aan de Bakendorpseweg, tegenover boerderij De Steenen Poort, treffen we Karei Joosse. Hij heeft zojuist de laatste maaltijd van vandaag bezorgd. Zijn wieg stond op Walcheren en hij woonde lang in Alkmaar, maar hij is al 32 jaar Baarlander. „Ik woon aan de dijk, Bakendorp heet 't daar, bij het water, ik heb 40 jaar geva ren!" lacht Karei. Nieuwsgierig lopen we erheen, de dijk lonkt ook naar ons. Boven vangen we een straffe wind, maar we hebben wel een magnifiek weids uitzicht over de Westerschelde. Joekels van schepen varen van en naar Antwerpen. We stappen stevig door, richting radartoren, voorbij strandpaviljoen De Landing, langs camping Scheldeoord tot aan de ruige zilte draslanden van de St. Jacobspolder, natuur ontwikkeling die verdieping van de Wes terscheid e compenseert... Zou de Hertogin Hedwigepolder er straks ook zo uit zien? Marjan de Kort j<^ te verhinderen. Ook tevergeefs gelukkig. En altijd waren de boerengezinnen en het platte land de klos. Één van de meest trieste inunda ties voor mij, is die van het plan Tureluur aan de zuidkant van Schouwen. Want wat daar gebeurd is onder auspiciën van de provincie is eigenlijk niets anders dan een echt gecontro leerde inundatie. Dit keer t.b.v. de vogels. En er was al zoveel plaats voor de vogels daar: bij een vijftal grote en kleinere inlagen, op de platen en banken voor de kust. En toch moest de Prunje ook nog onder water!. Waar een uiterst waardevol oud landschap lag van grote cul tuurhistorische betekenis, waar ooit een gordel van unieke Zeeuwse stolpboerderijen stond als cultuurdragers van een oude West Europese bouwtraditie, zijn nu zelfs de fundamenten van die hoeves weggebulldozerd. Waarom hebben zoveel natuur/vogelliefhebbers geen enkel oog voor cultuur en historie? Is Zeeland dan geen unieke mix van cultuur en natuur? Gerard Smallegange De polders rond Lillo zijn, hoewel bijna niemand dat nog weet, enige eeuwen Zeeuws geweekt. foto Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 37