4! BomtLmuL Ikmat}titles 11 dinsdag 6 november 2012 In de elleboog van de Westerschelde, diep in de Zak van Zuid-Beveland, achter de dijk, op een kreekrug tussen boomgaarden en akkers, ligt een ten voeten uit Zeeuws dorp. Baarland, waar zee en land elkaar raken, al eeuwen lang. En elkaar soms kwijtraken in gevechten met Vlaanderen of in een heftige stormvloed. Maar telkens weer bouwen de hardnekkige Baarlanders hun dorp terug op, luctor et emergo. WESTERSCHELDE De Kleine Toren van BAARLAND u"j|tel Baarland slot Hellenburg 1. De Nederlands Hervormde Kerk 2. Siotstraat: Gevelluiken met Zeeuwse meisjes 3. Slot Baarland 4. Kunstwerk 'De Rode Draak van Baarland' - Iris de Leeuw 5. Radartoren 6. Ziltige draslanden van de Sint Jacobspoider einde De Landing Vandaag zet de vriende lijke herfstzon dit onver woestbare dorp in vuur en vlam. We beginnen onze wandeling bij de funda- menten van het middel eeuwse Kasteel Hellenburg en lopen via de Hellenburgstraat het dorp binnen. Links zien we naast een deftige villa 'De Kleine Toren van Baarland', waar ze al lang geen geestelijk voer meer serveren maar godenspijzen. Verderop het voormalige gemeentehuis, waar de goed betaalde ambtenaren hebben plaats gemaakt voor goed betalende vakantiegangers. We steken de straat over voor een kolossale boerderij met dik rieten zadeldak en panora misch uitzicht over golvend gele koolzaadvel den, helemaal tot aan de dijk. Op het erf zwaait boer Robert Cleiren ons verwelkomend toe. Met een hoorbaar Vlaams accent legt hij uit, dat hij veertig jaar geleden vanuit de Antwerp se polder -waar zijn ouders boerden- naar Zee land kwam. „We moesten weg, de haven van Antwerpen wilde uitbreiden. We kozen voor Baarland, een boerendorp, wij zijn boeren." Als we hem een compliment maken voor zijn prachtige boerderij, wuift hij dat bescheiden weg: „Mijn zoon doet al het werk, véél werk. Ik ben nu een oude man, mij moetje niet veel meer vragen." Over inundaties bestaan O nogal veel misverstanden. Veel mensen denken dan aan Walcheren en Schouwen-Duiveland aan het einde van de 2e Wereldoorlog. Daar werden de dijken kapot gemaakt om zo het land diep onder water te krijgen. Bovendien kreeg je daar toen door de gaten in de dijk te maken met de verwoes tende werking van de eb- en vloedstroom. Dat zijn 2 voorbeelden van inundaties die het meeste weg hadden van overstromingen. Maar veel vaker zijn in Zeeland en daarbuiten 'gecontroleerde' en gereguleerde inundaties toegepast In één of meerdere polders werd zoveel water ingelaten dat verkeer onmogelijk werd en dat het te veroveren fort/kasteel of stad onbereikbaar werd voor de aanvaller. In dat verband heb ik al eerder de polders rond Hulst genoemd. Maar een minstens even goed voorbeeld zijn de polders rond Lillo en Liefkenshoek. Hoewel bijna niemand dat nog weet, zijn die enige eeuwen Zeeuws geweest. De forten boven Antwerpen, in de loop van de 8o-jarige oorlog gebouwd om Antwerpen de toegang naar de Schelde en de zee te ontzeg gen (goede oude tijd?!?), werden van rijkswege (de Republiek der Verenigde Nederlanden) gebouwd, maar door Zeeland beheerd en bestuurd. De gronden om die forten heen (enige polders) waren ook tot Zeeuws bezit gemaakt. Daar boerden veel Zeeuws Vlamin gen (bv. Vercouteren, Wolfert, van Putte)op pacht- en domeingrond. Als er daar ook maar een ietsepietsie gevaar dreigde, lieten de com mandanten van de forten de polders erom heen gecontroleerd onder water lopen. Een centimeter of 50 a 80. Dan kon geen militair te voet of te paard het fort nog bereiken, en het was te weinig diepgang voor bootjes van de vijand om het fort te naderen. Een ideaal sy- steem van de militairen om veilig overeind te blijven zonder te vechten, maar een rampzalig systeem voor de boeren en andere bewoners van de polders. Toen dus in de tijd van Napo leon de forten weer werden teruggegeven aan België, vertrokken ook de boeren zonder veel spijt. Niet vanwege de Belgen, maar om het aldoor maar weer onder water zetten van hun grond met het brakke Scheldewater. Een vijftal van die boerengezinnen trok naar de Hinke- lenoordpolder op de grens van Zeeland en Brabant, waar ze heel lang een hechte gemeen schap hebben gevormd in de meest afgelegen Zeeuwse polder; maar da's een ander verhaal. Inundaties zijn er eigenlijk altijd gebleven in Zeeland. Aan het begin van de 2e Wereldoor log werd het smalle deel van Zuid Beveland bij Schore/Yerseke onder water gezet om de Duitsers tegen te houden. Tevergeefs. De vlieg tuigen vlogen eroverheen met hun bommen, op weg naar Middelburg. Aan het einde van de oorlog trachtten de Duitsers de opmars van de Geallieerden vanuit Brabant op dezelfde wijze

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 36