16 'Ambulance wordt een verlengstuk van jezelf 'Als ik wist waar ik aan was begonnen, deed ik het weer' DROOMAUTO woensdag 31 oktober 2012 aaaasfsaassa Mercedes-Benz Sprinter ambulance nummer één Volkswagen Kever uit 1967, van sloopauto tot klassebak In de ambulancewereld regeert de Mercedes-Benz Sprinter. De gelijk, comfortabel en onder- houdsvriendelijkheid zijn z'n troeven. We spreken een chauf feur over 'zijn' wagen. door Lucas Boot Vrijwel alle nieuwe ambu lances in Zeeland en West-Brabant dragen te genwoordig de beroemde ster op de neus. De Merce des-Benz Sprinter is sinds een aan tal jaar de vaste keuze voor de am bulancediensten. Hij geldt als een degelijke wagen, comfortabel, ruim en heeft relatief lage onder houdskosten. Een flink contrast met de ambulance die tot een jaar of vijf terug de dienst uitmaakte: de Chevrolet Van. De slurpende V8 (1 op 3 was geen uitzondering) zorgde voor de nodige kosten en hij stond bekend om het vreten van remschijven. En daarbij lever de Chevy geen krachtige en zuini gere) dieselmotoren voor de Van. Exit dus. Begrijpelijk, maar vol gens sommige ambulancechauf feurs ontzettend jammer. Want het was een prima apparaat. 'Lag als een blok op de weg', 'Je kwam echt met iets aanrijden', 'Berester ke V8', zijn geluiden die je hoort. Een alternatief voor de Chevrolet is een ambulance op basis van de Volkswagen T5, maar die wordt hier in de regio nooit echt een suc ces. Dit type is onderhoudsgevoe lig en de 'werkplek' achterin is aan de compacte kant. „De Sprinter is voor ons echt een verbetering ten opzichte van de T5", vindt Rini Goedegebuur, ambulancechauf feur bij Connexxion Ambulance zorg in Zeeland. We spreken hem op de ambulancepost in Poort vliet Hij leidt ons rond door 'de 106', zoals de Sprinter-ambulance intern heet. „De verpleger kan ach terin makkelijk rechtop staan", de monstreert Rini. „En ook voorin is het een ruime, hoge auto met veel overzicht op de weg." Motorblok, remmen, versnellings tiëntgegevens en informatie over de toestand waarin ze deze zullen aantreffen. Goedegebuur blijft kalm en alert. Dat was toen hij twaalf jaar geleden 'op' de ambu lance begon wel anders. „Bij spoed gevallen voelde ik m'n hart in mijn oren bonzen. Aan het einde van een dienst met veel spoedrit- ten zat ik er helemaal doorheen. Voordat ik met dit werk begon, was ik buschauffeur. Ik kon een bus met honderd drukke kinderen rondrijden, maar dat was lang niet zo heftig als een dag op de ambu foto Willem Mieras lance. Ik vond het wel meteen ge weldig werk. Het voelt goed om zorg te bieden." Specificaties Motor: 3,0 liter zescilinder turbo diesel Vermogen: 190 pk/440 Nm koppel Transmissie: zeventraps automaat Topsnelheid: 160 km/h (begrensd) Leeggewicht: circa 3.500 kilogram Afschrijfperiode: 5 jaar bak; de ambulance is technisch vrijwel gelijk aan een standaard Sprinter. Alleen het onderstel is an ders. De sprinter heeft namelijk aangepaste luchtvering om de pa tiënt zo comfortabel mogelijk te vervoeren. Tijdens hun opleiding worden chauffeurs ook achterin op de brancard gelegd om het veer- comfort zelf te ervaren. „De in structeur begint eerst rustig en net jes, maar gaat daarna echt wild rij den en slingeren. Da's alles behal ve prettig als je daar ligt. Je houdt in je rijstijl daarom altijd zoveel mogelijk rekening met de patiënt. Goede vering is hierin ontzettend belangrijk. Je moet je één kunnen voelen met de ambulance en pre cies weten tot hoever je kunt gaan. De ambulance wordt een verleng stuk van jezelf." Midden in het gesprek loeit de pie per van Goedegebuur. Een spoed geval. Het adres intikken in een na vigatiesysteem hoeft niet. Staat al lemaal al in het scherm van de MDT (Mobiele Data Terminal) voorin de cabine. Hierin verschij nen vanuit de meldkamer ook pa Ambulancechauffeur Rien Goedegebuur. door Lucas Boot Je hebt twee typen klassiekerei- genaren: de één heeft een oldti mer om er vooral in te rijden, de ander geniet meer van het restaureren. Robert Nieuwen- huijse uit Bergen op Zoom hoort tot die tweede categorie. Hij kocht voor een prikkie deze Kever die aan de voorkant in elkaar zat, de monteerde 'm volledig en bouwde de VW eigenhandig weer op. Alles met zijn eigen knuisten: van het re- -• viseren van de motor en het spuit werk tot aan het 'rechten' van het chassis en het vervangen van de vooras. Dit project kostte, zoals dat gaat bij het opknappen van auto's, meer tijd en geld dan je aanvanke lijk denkt kwijt te zijn. Robert (la chend): „Vier jaar ben ik er mee bezig geweest. Toen ik 'm kocht, dacht ik ongeveer een jaar nodig te hebben. En voor het geld dat er in zit, had ik ook een snelle Ameri kaanse oldtimer kunnen kopen." Zonde? Welnee. „Als ik van tevo ren had geweten waar ik aan be gon, zou ik het zo weer doen." Roberts Kever komt uit 1967. Ken ners weten dat dit een bijzonder bouwjaar is voor het Volkswagen tje. Dit type is namelijk maar één jaar meegegaan. „Dat had alles te maken met de verkoop in Ameri ka die rond die tijd begon. Daar moest één en ander voor worden aangepast." En daarbij vindt de Bergenaar dit ook één van de mooiere Kevers. Het jaar voor en na dit bouwjaar had de auto ande re lampen en een net iets kortere of langere voor- en achterkant. „De nieuwere types hebben boven dien een kunststof dashboard. Dat vind ik niet passen, dat hoort van metaal te zijn zoals in een 67'er of een nog oudere. Dat zorgt voor een ouderwetsere sfeer." Van een beetje sfeer maken is Ro bert niet vies. Op het dak liggen een paar ski's, een aardappelkist en een koffer. „Ik heb ook een oude koelbox waar een servies in kan. Onze vintage picknickmand. Ik zoek nog naar een ouderwets kleed om op de achterbank te leg gen, en dan is-ie echt af." En dan? „Soms zou ik 'm best willen verko pen om met dat geld een oude Volkswagen camperbus te restaure ren. Maar dat kan pas na juni vol gend jaar, want dan ga ik met mijn vriendin trouwen." Drie keer raden in welke auto... Heeft u ook een bijzondere auto? Klassiek of modem? Meldt u dan via contact@buroboot.com Robert Nieuwenhuijse met zijn Volkswagen Kever. foto Lucas Boot

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 16