'In dit verzorgingshuis hoef je maar te hoesten en ze staan voor de deur' 'Ik zou willen dat er geregeld iemand thuis komt kijken. Of ik er nog ben' 'Onze buren waren zelf ook oud. Daar kun je niet altijd op terugvallen' 'De oude bejaardenzorg bestaat binnenkort niet meer' II Henk Stuyver, ouderenbond Unie KBO woensdag 24 oktober 2012 Toos van der Kamp, (81 jaar), Z3HP2 Wout van Leeuwen (85 jaar), ZZP1. „Deze kamer is zo'n 16 m2, maar het is goed zo. Ik kan hier twaalf stoelen neerzetten, maar er maar op één tegelijk zitten. Ik zeg wel eens: als ze me 5.000 euro geven voor vloerbedekking en gordijnen etcetera, zou ik best wel op mijn ei gen kunnen wonen. Maar waar? Je hebt niet zomaar een huis en je moet het kunnen betalen. Ik zou bij mijn zoon in Amsterdam kun nen intrekken, maar die woont vier hoog. Dan moetemze me straks optakelen. Ik wil voor hem geen belasting zijn en zelf ook niet afhankelijk zijn van m'n kinderen. Ik ben hier gekomen vanwege mijn vrouw, die dement werd, net als haar vader en twee zussen. Ze kon ook naar het verpleeghuis, maar dan hadden we niet samen kunnen blijven wonen. Wij heb ben 55 jaar in Rotterdam ge woond. Zeventien jaar heb ik voor haar gezorgd. Toen kreeg ik blaas kanker en kwam in het zieken huis. Onze twee zoons moesten opdraven om voor ma te komen zorgen. Toen ik weer thuis kwam, heb ik gezegd: dit gaat zo niet lan ger. Ik vond het voor mezelf ook zwaar. Had ik haar net gewassen en verschoond, kon ik weer van voren af aan beginnen. In dit ver zorgingshuis hebben we nog 2,5 jaar samen gewoond." Er is hier een groepje, dat het leuk vindt een spelletje te doen. Daar doe ik aan mee. Er zijn er veel die nooit van hun kamer komen. Als ik op me zelf zou wonen, zou ik wel willen dat er geregeld iemand thuis komt kijken. Of ik er nog ben." Harrie en Solange Smeets wandelen in de gangen van het verzorgingshuis Drie Casthuizen in Arnhem. foto Cees Mooij rug met crème in." Harrie: „Er zijn hier zoveel hulp krachten. Je hoeft maar te hoesten en ze staan voor de deur. Ze we ten precies wat je nodig hebt. Dat heb je niet als je op jezelf woont." Solange: „Dan blijf je onrustig." Harrie: „Contact hebben we hier niet veel. We zitten iedere dag met dezelfde mensen aan tafel, maar er wordt weinig gepraat. Ik heb wel eens gevraagd een korte levensge schiedenis van iedereen te maken zodat je weet wie wie is en iets van hun verleden weet. Wij ken nen zelfs onze buren amper." Solange: „Alleen van 'goedendag' zeggen." „Als ik hier een ambulance of, er ger nog, een lijkwagen zag wegrij den, zei mijn man wel eens: 'wat wil je, het is hier geen jeugdher- ■?herg'vAls ik nu een lijkwagen zachtjes zie vertiekken, denk ik: 'die heeft hefachter de rug'. Ik ben daarin.:veranderd. Dat komt doordat ik liet lijden van mijn mén heb meegemaakt. Ik hoor hier bij de jongsten. Mén sen zoals-ik, die eigenlijk lichame lijk nog best goed zijn, komen er steeds minder. Als ik in de eetzaal de mensen van de verpleeg- unit zie, heb ik met ze te doen. Als je ze begroet, zwaaien ze meteen naar je. Heel dankbaar. Voordat ik hier met mijn man kwam, kon ik nog alles zelf. Hij kwam na twee hersenbloedingen in een rolstoel. Als ik hem naar de wc bracht, moest ik eerst met die rolstoel de kamer uit zien te ko men, een bocht maken, en de wc was ook niet groot. Een heel ge doe. Iedere dag kwam de thuis zorg hem wassen, maar dat ging Toos van der Kamp puzzelt op haar favoriete bankje voor het verzorgingste huis. niet meer. Zij moesten aan hun rug denken. Mijn man is hier aan longkanker overleden. Ik ben nog steeds dankbaar dat we hier tot het laatst konden blijven. Na zijn dood begon ik zelf meer te kwak kelen. Mijn galblaas moest eruit en ik heb twee nieuwe knieën en een nieuwe heup. Als ik op mezelf zou wonen, zou ik me onveilig voelen. Ik denk dat ik heel bang zou zijn. Burenhulp? Onze buren waren zelf ook oud. Daar kan lang niet ie dereen op terugvallen. Voor mij is het belangrijk dat ik onder de men sen ben. Als we beneden zitten, voelt het als een grote familie. Ik heb me vanaf dag 1 thuis gevoeld." Harrie (90 jaar) en Solange Smeets (87 jaar), ZZP2 en ZZP3 voorzien leegstand in de klassieke huizen. Het zou logisch zijn, aldus zorgbestuurder Jansen, als de lege kamers straks worden bezet door ouderen die zwaardere zorg nodig hebben. Door de vergrijzing is dit een groeiende groep. „Maar dit ge beurt niet", stelt ze. „Het zorgkan toor moet die duurdere zorg bij ons inkopen, maar heeft er geen geld voor, zo krijg ik te horen." 'Spooktehuizen' met halflege gan gen waar niemand woont, is het doemscenario. „Zo'n gebouw wil ik natuurlijk niet, dus ga ik kijken of ik andere huurders vind." Actiz, de organisatie voor zorgon- I dernemers is vóór thuis oud wor den, maar mist ook alternatieven voor het verzorgingshuis, zoals i' kleinere complexen waar je toch beschermd kunt wonen. Ook vergt het tijd, aldus woordvoerster Bernadet Naber, om bestaande te huizen zo te verbouwen dat ze ge schikt zijn voor ouderen die meer hulp nodig hebben. Anders vreest Actiz dat van 84.000 woningen in verzorgingshuizen er de komende jaren 20.000 leeg komen te staan. Harrie: „Wij hebben tien jaar bij onze dochter ingewoond. Wij waren grootouders die overdag twee jochies kregen toevertrouwd, dat vonden wij prachtig. Maar de trap omhoog lopen naar onze dochter en omlaag naar onze slaapkamer, ging steeds moeilij ker." Solange: „Een Marokkaanse vrouw kwam schoonmaken, maar was er iets met één van haar vier kinderen, dan kwam ze niet. Alle boodschappen haalde ik zelf." Harrie: „Het werd voor haar ge vaarlijk om te vallen met die zwa re tassen. Mijn vrouw loopt moei lijk. Pas hier heeft ze leren lopen met een rollator. Zelfben ik ook wankelachtig. Als ze me wassen - ik kan niet meer bij mijn voeten - moet ik oppassen en me goed vasthouden. Zelf wassen, strijken, het werd allemaal te veel. Nu ma ken ze ons bed op en dames ko men onze pilletjes brengen." Solange Smeets: „Ze wrijven je

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 11