'Oeuvreprijs' op kritiek
io|nobelprijs voor de vrede
'Typisch dat
anderen ons
eraan moeten
herinneren
hoeveel de EU
heeft bereikt.
Hoop dat alle
Europeanen zich
trots voelen'
'Ik vind het
fantastisch dat
West-Europa
sinds 1945 in
vrede leeft,
maar het is
raar de EU
daarvoor
te prijzen'
'Dit is een mooi,
respectvol bewijs
van de grote
historische
betekenis van
Europa. Laten
we nou blij zijn
dat het gebeurd
is en niet meteen
kritiek hebben'
Waarom nu die prijs voor Europa? Juist nu de verdeeldheid tussen de lidstaten
tot grote hoogten is gestegen. Juist nu de Unie in diepe problemen zit.
'De EU heeft een
vitale rol gespeeld
in het helen van
de wonden van de
geschiedenis en
het promoten van
vrede, hereniging
en samenwerking
binnen Europa'
zaterdag 13 oktober 2012
Connie Hedegaard,
Deense Europees Commissaris
voor Klimaat
John Redwood,
Britse parlementariër
Conservatieve Partij
Mark Rutte,
minister-president
door Hans de Bruijn
beeldbewerking Ronald Visser
De toekenning van
de Nobelprijs
voor de vrede
joeg gistermorgen
een golf van op
winding door de
Europese burelen. 'Eindelijk erken
ning', was een veel gehoorde reac
tie. Voorzitter José Manuel Barro-
so van de Europese Commissie
glom alsof hij persoonlijk de prijs
had gekregen. Dit was voor veel eu-
rocraten de opkikker die de onder
vuur liggende Europese Unie op
dit moment zo hard nodig heeft.
Maar in de wandelgangen van Eu
ropa werden toch ook al snel de
wenkbrauwen gefronst, en niet al
leen door de bekende eurosceptici
die meteen spraken van 'een aan
fluiting' en 'een schande'. De vre
desprijs toekennen op een mo
ment dat de EU in zijn diepste cri
sis ooit verkeert, roept vragen op
over de diepere politieke bedoelin
gen van de Noorse keuzeheren en
-dames.
Objectief bezien vallen de overwe
gingen van het Nobelcomité best
te verdedigen. De Europese een
wording heeft in belangrijke mate
bijgedragen aan het feit dat er al
bijna zeventig jaar vrede is op het
Europese continent (afgezien van
de strijd op de Balkan), dat de
grootmachten die elkaar tot twee
maal toe in verwoestende oorlo
gen naar het leven hebben gestaan
nu nauw samenwerken, en dat
een herhaling daarvan tot in de
verre toekomst onwaarschijnlijk is.
Die Europese eenwording is hét
voorbeeld geworden voor samen
werkingsverbanden tussen landen
elders in de wereld. En in Europa
wil iedereen er deel van uitmaken.
Het begon met zes landen, nu zijn
het er 27 en er staan er meer op de
stoep te trappelen van ongeduld
om erbij te horen. Oost-Europa be
vrijdde zich van het communisti
sche juk en zag en masse maar één
toekomst: aansluiting bij dat grote
West-Europese project.
Allemaal waar, maar dat gold
twee, vijf of acht jaar geleden ook
al. Ook toen werd de EU al als kan
didaat voor de vredesprijs ge
noemd, maar werd zij telkens over
geslagen. En juist nu de Unie in
diepe problemen zit, is het wél
Oorlog en vrede
bingo. Juist nu de verdeeldheid tus
sen de lidstaten tot grote hoogten
stijgt, de solidariteit onder druk
staat en de kloof tussen Noord- en
Zuid-Europa dieper is dan ooit, is
deze keuze opmerkelijk.
In Athene gingen dinsdag duizen
den met hakenkruisvlaggen getooi
de Grieken de straat op 0111 te de
monstreren tegen de bezoekende
Duitse kanselier Angela Merkel. In
Madrid en Rome betogen bijna da
gelijks mensen tegen de door het
rijke noorden van de EU opgeleg
de bezuinigingen. In datzelfde
noorden neemt de euroscepsis
Europa is eeuwenlang het strijdtoneel geweest van bloedige conflicten:
van grote veldslagen als de Napoleontische oorlogen (1804-1815) en ui
teraard beide Wereldoorlogen in de twintigste eeuw tot aan relatief klei
ne omwentelingen als de Belgische Revolutie (1830). Steeds vierde het
nationalisme hoogtij.
In rustige decennia dat er geen bloed werd vergoten was er altijd wel er
gens in Europa de dreiging dat zoiets elk moment zou kunnen gebeu
ren.
Ook nadat in 1945 alle wapens zwegen, bleef het onrustig. De gedachte
ontstond dat Europese integratie de enige manier was om af te reke
nen met het vergaande nationalisme.
Uitvloeisel van die opvatting was de oprichting van de Europese Unie
voor Kolen en Staal (EGKS), in 1951 onder leiding van de Fransman
nen Jean Monnet en Robert Schuman. Kolen en staal waren essentieel
voor de wederopbouw van een door de Tweede Wereldoorlog verwoest
Europa. Bovendien zou de samenwerking de vroegere kemphanen wei
eens nader tot elkaar kunnen brengen, bedachten de founding fathers.
De EGKS startte met Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de Benelux-lan-
den en veranderde later in de Europese Economische Gemeenschap.
In 1992 werd de Europese Unie een feit met het verdrag van Maas
tricht, dat de basis legde voor verdere vormen van samenwerking op
het gebied van buitenlands- en veiligheidsbeleid, op juridisch en intern
vlak en de vorming van een monetaire unie.
Het project van vrede en wederopbouw is zonder meer geslaagd:
West-Europa kent sinds 1945 vrede en de wederopbouw heeft een on
gekende welvaart opgeleverd.
Anders Fogh Rasmussen,
secretaris-generaal van de NAVO
'Waarschuwing aan hen
die de voorgeschiedenis
dreigen te vergeten'
met de dag toe, en zien
miljoenen de EU eerder
als oorzaak van hun pro
blemen dan als oplossing
ervan.
Als de Unie alleen beoor
deeld zou zijn op basis van
wat zij de afgelopen paar
jaar heeft laten zien, dan
was deze prijs er nooit geko
men. Het is dan ook vooral
een 'oeuvreprijs', een belo
ning voor daden uit het verle
den, en een waarschuwing aan
het adres van degenen die de
Europese voorgeschiedenis drei
gen te vergeten, om niet alle ver
worvenheden van de laatste ze
ventig jaar als gevolg van de
huidige acute crisis te verkwanse
len.
Voorzitter Herman Van Rompuy
van de Europese Raad noemde de
vredesprijs gisteren 'een prijs voor
elk van de vijfhonderd miljoen Eu
ropese burgers'. Maar als al die bur
gers nu - in referenda - om hun
mening over de toekomst van de
Europese samenwerking zou wor
den gevraagd, zou de uitkomst wel
eens ontnuchterend kunnen zijn,
prijs of geen prijs. Resultaten uit
het verleden bieden allerminst
een garantie voor de toekomst.
Misschien hadden de Noren (let
wel: Noorwegen maakt géén deel
uit van de Unie) nog een paar jaar
moeten wachten om te zien hoe
lang de ooit alom gevierde Europe
se gedachte beklijft.