i3 spectrum
Zaterdag 6 oktober 2012
Na de moord op Theo van Gogh werden miljoenen euro's
ingezet om radicalisering aan te pakken. foto Phil Nijhuis/GPD
In Amsterdam was de inzet groot, maar schoten antiradicalise
ringsprojecten hun doel deels voorbij, foto Frouwkje Bijlstra/GPD
vraagd of we deze meiden niet een trai
ning conflicthantering konden geven. De
trainers hadden zelf ook een Marokkaanse
achtergrond en begrepen deze meiden be
ter dan een buitenstaander. Deze moslim
meiden waren heel beschermd opgevoed,
waren schuw. Ze hebben een negatief zelf
beeld, de islam is voor hen een toevluchts
oord. Ze waren erg gefocust op de islam
en alleen maar met het hiernamaals bezig.
In het dagelijks leven wilden ze alles toet
sen aan de islam."
In de training leerden de meiden wie ze
waren, hoe ze voor zichzelf moesten opko
men en dat de Koran is geschreven voor
een samenleving van eeuwen geleden en
dat de interpretatie van de teksten van
toen niet altijd aansluiten op de samenle
ving van nu. De training werd opgemerkt
door het ministerie en in gemeenten als
Culemborg, Ede en Gouda toegepast. Het
is een van de succesvolste projecten. Maar
er waren er ook die minder goed liepen.
Autochtonen die bang bleven voor contact
met allochtonen, scholen die niet mee wil
den werken uit angst gestigmatiseerd te
worden, jongeren die afhaakten.
Inmiddels is het landelijke en lokale actie
plan, dat in 2007 begon, afgerond. De geld
kraan is dicht en de actualiteit wordt be
heerst door de economische crisis. Dat
roept de vraag op hoe effectief het alle
maal is geweest. Hoeveel radicale jongeren
zijn van hun extremistische denkbeelden
genezen, hoeveel jongeren zijn er bereikt,
welke methoden waren het meest succes
vol?
Moors kan nauwelijks antwoord geven.
„Hoe meet je een aanpak? Elke radicalise
rende jongere is anders en er is niet één
methode om hen te helpen." Ook het ef
fect is lastig meetbaar. „Je kan niet meten
wat er gebeurd zou zijn als zo'n jongere
geen hulp had gehad. Was hij of zij dan
verder geradicaliseerd? Of heeft het project
hem daarvoor behoed? ]e kan geen voor-
en nameting doen."
Maar met de brede aanpak zijn veel men
sen bereikt, radicaliserend of niet. Polarisa
tie stond hoog op de agenda en elke po
ging tegenstelling in de maatschappij te
verminderen, is winst. Toch is er ook kri
tiek. „Waar het om gaat is, dat er ongericht
veel geld is besteed. Daar zijn soms onzin
nige dingen mee gedaan. Maar er zijn ook
veel goede en belangrijke dingen gedaan,
zoals het ontwikkelen van meer kennis
over orthodoxie en radicalisering in Neder
land."
Dat wordt ook bevestigd door recent on
derzoek in opdracht van het ministerie
van Veiligheid en Justitie. Daarin staat dat
het er alles bij elkaar op lijkt dat de bewust
wording van en het inzicht in polarisatie
en radicalisering zijn toegenomen en dat
veel kennis is opgebouwd en ervaring is
opgedaan met interventies. Floris Vermeu
len, politicoloog van de Universiteit van
Amsterdam en co-directeur van het Insti
tuut voor Migratie en Etnische Studies
(IMES), deed onderzoek naar antiradicali-
seringsprojecten in Amsterdam, een van
de steden die volgens kenners het pro
bleem goed aanpakten.
„Ze hebben er goed over nagedacht", zegt
Vermeulen. „Dat alles geprobeerd is, valt
te prijzen. Ik waardeer de inzet en de ver
antwoordelijkheid die de stad nam, maar
deels zijn ze o.ok hun doel voorbijgescho
ten. Achteraf gezien was er sprake van een
overreactie." Zo is Vermeulen kritisch over
de training van professionals die met jon
geren in contact kwamen, zoals hulpverle
ners. Zij moesten opgeleid worden om ra
dicale moslims te herkennen. Op dergelij
ke trainingen kregen professionals bijvoor
beeld een lijstje: hoe herken ik een salafist?
„Je blijft met zo veel vragen zitten. Zoals
waar de grens ligt tussen orthodox en radi
calisme." Van Moors onderschrijft dat. „De
professionals hadden eerder last van deze
receptenboekjes dan dat zij behulpzaam
waren in de praktijk. Er is zo ontzettend
veel geld uitgegeven aan dit soort onzinni
ge trainingen, die ook nog steeds worden
gegeven."
Vermeulen: „Bij veel projecten zie je dat er
nauwelijks écht radicalen zijn bereikt.
Vaak ging het ook niet over radicalisering,
maar over jeugdwerk. Democratische waar
den en normen ontwikkelen, antidiscrimi
natieprojecten en groepen bij elkaar bren
gen."
De échte potentie zat volgens Vermeulen
in religieuze projecten, gericht op dialoog
met moskeeën bijvoorbeeld. Dié projecten
gingen echter ten onder aan politieke dis
cussie. „Al snel ging het over de scheiding
tussen kerk en staat, gevoelig punt in Am
sterdam. Maar als je écht potentieel radica-
liserenden wilt bereiken, moet je gebruik
maken van moskeeën die erg orthodox
zijn. Dat stuitte de politiek tegen de borst.
De discussie over scheiding van kerk en
staat laaide weer op, de projecten ketsten
af omdat de gemeenteraad ervoor ging lig
gen."
Nu, vijf jaar later, is het goed te bezinnen,
zegt Vermeulen. „Een belangrijke les is dat
we af moeten van die brede benadering."
Ook Moors pleit voor focus. „We hebben
met een kanon op een mug geschoten.
Een mug met een giftige angel, dat wel."
Hoe giftig die angel nog is? Salama: „De
spanning tussen bevolkingsgroepen is wel
iets weggeëbd. Maar de worsteling van
moslimjongeren met hun identiteit, de te
genstrijdigheid tussen de situatie thuis en
op straat en het wij-zij-gevoel blijven."
reageren?
spectrum@wegener.nl