was een held. Toch? 'Ik vond het belangrijk te laten zien dat het antisemitisme veel zaterdas 6 0kt0ber 2012 verder teruggaat. Die ruimte kreeg ik van uitgevers niet' 11 Schrijfster Sanne Terlouw Maand van de Geschiedenis maal aan bepaalde onderwerpen. En zo lang het vermijden van zulke thema's niet ingrijpt in de essentie van de leerstof, ziet Malmberg er het nut niet van in ze toch aan te snijden. „We doen geen concessies aan de inhoud, laten geen dingen weg of onbenoemd. Maar we willen wel effectief leergereedschap ontwikkelen voor een zo groot mogelijke groep leerlingen. Dat lukt beter als je ook in de context, in voorbeel den die je noemt, geen bevolkingsgroepen onnodig voor het hoofd stoot. Door gevoe ligheden te vermijden zorg je er voor dat lesmethodes breder inzetbaar zijn. Daar is niks mis mee." Binnen de uitgeverij is het geen groot the ma, stelt Besselaar. „Het komt een enkele keer voor dat een auteur toch gevoelige thema's aansnijdt. Dan heb je daar een ge sprek over, zoals je dat ook hebt als lesstof niet goed aan de orde komt." Toch erva ren sommige auteurs het mijden van 'ge voeligheden' wél als groot thema. In 2011 beklaagde kinderboekenschrijfster Anna van Praag zich in de Volkskrant over con cessies die educatieve uitgevers doen aan christelijke scholen. Toen zij meewerkte aan een algemene lesmethode werd ze ge confronteerd met restricties die haar tek sten acceptabel moesten maken voor po tentiële klanten met een christelijke grond slag. Hoewel het volgens Malmberg om ad viezen gaat, ervoer Van Praag de sugges ties als 'zwarte lijst'. Terlouw deed tijdens haar recente werk zaamheden aan een nieuwe geschiedenis methode soortgelijke ervaringen op. „Wat mij verbaasde, is de vanzelfsprekende ma nier waarop het gebeurde. Als concepttek sten werden besproken, vielen, terloops zinnetjes als 'Dat kunnen we niet doen vanwege de christelijke scholen'. Ik vind dat schokkend. Als ouders denken dat hun kinderen openbaar onderwijs volgen, krijgen die alsnog lesstof voorgeschoteld die is aangepast aan een christelijk kader." Boeken waarin geen hertrouwde mensen voorkomen, of plaatjes van meisjes in een broek: „Dat is censuur." In sommige geval len leidt het zelfs tot 'baarlijke nonsens', vindt Terlouw. „Een van mijn teksten is zo aangepast dat er nu staat dat 'Jezus op aarde kwam om het christendom te ver spreiden'. Onzin. Toen Jezus op aarde kwam, bestond er nog geen christendom. Jezus was zelf een jood." Kwalijk vindt Terlouw ook het weglaten van informatie die nodig is om een com pleet beeld te schetsen. „Kijk naar passa ges over kruisridders. In de methode waar ik aan meewerkte, zijn net die zinnetjes weggehaald waaruit bleek dat het geen lie verdjes waren. Wat er nu staat, klopt wel, maar er ontbreekt informatie die nodig is om echt te begrijpen waar ze mee bezig waren. Ik heb vroeger over de kruisridders geleerd als stoere helden. Maar je kunt net zo goed zeggen dat het gruwelijke moorde naars waren. In de oorspronkelijke tekst kwam die kant duidelijk naar voren. Nu niet meer." Jan van Wónderen, uitgever bij de Tilburg- se uitgeverij Zwijsen, herkent dit beeld niet. „Het valt wel mee. Geschiedenis is een vak dat goed gereguleerd wordt. De overheid legt vast wat onderwezen moet worden, wij kunnen daar niet te veel om heen praten. De methodes zijn over het al gemeen objectief" Hij beaamt wel dat ook Zwijsen rekening houdt met 'gevoelig heden'. „In voorbeelden vermijden we in derdaad bepaalde onderwerpen, omdat die bij sommige scholen niet goed liggen." Hij noemt concrete voorbeelden, maar wil die niet terugzien in de krant. „We hebben thema's in ons hoofd waar bepaal de groepen zich aan kunnen storen. Daar ga je genuanceerd mee om, zoals we dat noemen. Maar dat gaat nooit om de kern van het onderwijs, niet om de essentie van de stof - alleen om de context." En die context moet je soms ook om ande re redenen aanpassen. „Als het over de Tweede Wereldoorlog gaat, kun je kinde ren niet overvallen met alle gruwelijke de tails van Auschwitz. We zoeken naar de juiste manier om dingen uit te leggen op een manier die bij de ontwikkelingsfase en belevingswereld van kinderen past. Zonder de waarheid geweld aan te doen." Toch is het onvermijdelijk dat geschiede nismethodes een gekleurd beeld schetsen, meent Ton van der Schans, voorzitter van de Vereniging van docenten in geschiede nis en staatsinrichting in Nederland. „Het beeld in boeken sluit nooit voor 100 pro cent aan op de werkelijkheid. Dat kan ook niet: hoe kun je van thema's als de Twee de Wereldoorlog ooit een volledig beeld schetsen? Iedereen die er over vertelt - his torici, schrijvers, regisseurs - maakt keuzes uit de beschikbare informatie. En die kleu ren het beeld dat je doorgeeft." Dat hóeft niet erg te zijn, zegt Van der Schans. Zelf schreef hij mee aan een me thode voor christelijke basisscholen. „Dat het een christelijke methode is, merk je aan. bepaalde accenten. Zo vinden wij de De Maand van de Geschiedenis is het grootste historische evenement van Nederland. Elk jaar houden honderden instellingen speciale activiteiten rond eeh wisselend thema. Deze oktobermaand is dat 'arm en rijk". De organisatie is in handen van het Nederlands Openlucht museum in samenwerking met onder meer het Rijksmu seum. Dat laatste museum houdt op 27 oktober de Nacht van de Geschiedenis. Doel is volgens de organisatoren om een breder publiek op 'een toegankelijke en aansprekende manier in aanraking bren gen met geschiedenis'. Van geïnteresseerde museumbezoe kers en docenten tot mensen - oud en jong - die doorgaans musea of culturele instellingen mijden. In het hele land houden musea, kunst- en cultuurinstellingen, boekhandels, bibliotheken, archieven, gemeenten en (histori sche) verenigingen publieksactiviteiten: van lezingen tot fietstochten, van archeologische opgravingen tot multimedia le rondleidingen, van tentoonstellingen tot workshops. In 2011 kende de Maand van de Geschiedenis 576 deelne mers die meer dan achthonderd activiteiten aanboden. opkomst van het christendom een van de belangrijkste ontwikkelingen, dus krijgt die veel aandacht. Maar: dat geven we ook duidelijk aan." Zolang historici zorgvuldig omgaan met die verantwoording, ziet hij niet zo'n probleem. „Iederéén verhoudt zich op een bepaalde manier tot het on derwerp dat hij beschrijft. Dat geeft niet, als je je daar maar voor wilt verantwoor den. Uitleggen welk doel je had, welke bronnen je hebt gebruikt, en welke keuzes je hebt gemaakt." Zodat je publiek weet door welke bril je de materie hebt beke ken. Het wordt pas kwalijk als uitgevers zich wel bewust zijn van zulke keuzes, maar die niet meedelen aan hun publiek. En daar hebben Van Praag en Terlouw een punt, vindt Van der Schans. „Zij storen zich aan keuzes die uitgevers maken om de verkoopbaarheid van hun methodes te vergroten. Die dingen bewust anders op schrijven om hun boeken geschikt te ma ken voor christelijke scholen, maar dat niet meedelen aan de openbare scholen die hun boeken kopen. Ze hebben gelijk: dat gebeurt inderdaad. Uitgeverijen laten in zo'n geval dingen weg uit hun verant woording die er wel in zouden moeten staan." zie onze websiterbiroinienland Dominee Gremdaat opent de Maand van de Geschiedenis

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 11