spectrum 6
Zaterdag 29 september 2012
Beroepshipp
ie
De eerste officiële coffeeshophouder van Vlissingen is als eerste weg.
Ad Koole heeft Home Grow in de Kasteelstraat leeggehaald en houdt
zich alleen nog bezig met geiten, ganzen en waterfietsen.
door Wendy Wagenmakers
Meneer Koole? Adje, bedoel
je? De man met de grote
laarzen grinnikt, loopt de
loodsen voorbij en wijst
richting een weiland.
„Daar, met z'n schoffel."
De schoffelaar kijkt in eerste instantie niet
op van de Ritthemse kleigrond. Als een wa
re agrariër blijft zijn blik op de bodem ge
richt. De geiten achter hem duwen hun
kleintjes richting de etensbak en de Ameri
can stafford, veel te dik, snurkt onverstoor
baar door. Gakkende ganzen maken het
plaatje van een boerenbestaan compleet.
Tot Koole voorgaat naar de tuin. Dé tuin.
Want dit is waar het om draait, waar hij
het land zestien jaar geleden voor kocht.
Een zwembad, een bar, een loungehoek,
nog een loungehoek, een vijver, nog een
vijver, een podium, een grasveld, caravans
voor de kleinkinderen. Overal feestverlich
ting en fleurige bloemen, kippen die er tus
sendoor scharrelen. Exotische muziek. Eén
groot lusthof is het. Of je jezelf de hemel
in hebt geblowd. Koole, dat is dus gewoon
een beroepshippie.
En een boef. Hij is zijn vergunning natuur
lijk niet voor niets kwijtgeraakt Koole
heeft softdrugs gesmokkeld naar Engeland,
is een aantal malen gepakt voor illegale
hennepkwekerijen en dan was er nog een
akkefietje met een geramde politiewagen.
Ingegooide ruiten van het politiebureau,
een ambtenaar die een vuist in het gezicht
kreeg. Zo ver, vindt Koole echter, had het
niet hoeven komen.
Het begon allemaal in de jaren tachtig. „Ik
werkte in de huizensloop en steigerbouw.
Een keiharde werker was ik, en dat kostte
me mijn sleutelbeen. Helemaal vergroeid
was die, ik ben er ook op afgekeurd. In die
tijd heb ik marihuana leren kennen als me
dicijn. Een kruid van God, zo voelde het.
Want de pijn verdween. In Vlissingen wa
ren destijds twee coffeeshops, zonder ver
gunning weliswaar, in de Bloemenlaan en
de Vrouwestraat. Ik ben toen zelf wat hasj
en wiet gaan kopen en verkopen, vanuit
mijn flat in Paauwenburg. De politie wist
het, kwam af en toe kijken of er geen hele
vuilniszakken werden verhandeld en pro
blemen waren er nooit."
Toen de flats in de Troelstraweg begin ja
ren negentig tegen de vlakte gingen, week
Koole uit naar de Kasteelstraat. „De buurt
waar ik ben opgegroeid. Slager Wijffels
stopte ermee en ik ben in zijn winkel ge
trokken. Tafelvoetbalvereniging De Boeme
rang noemde ik het. Ik zag mezelf ook
echt als een clubhuis. Zo was het ook. Er
werd getafelvoetbald, zelfs bekers gewon
nen. Maar uiteindelijk ging het om de
wiet, ja. Boven werd gekweekt, plukken de
den we op de biljarttafel. Daar heb ik
nooit een geheim van gemaakt, iedereen
wist het. Ik verkocht de stekjes op Konin
ginnedag in de stad. Van de gemeente
kreeg ik een brief dat ze met de politie en
justitie over mijn bezigheden in overleg
waren, en dat ik tot hun besluit open
mocht blijven. Daarna bleef het stil."
Toch bleven de blikken gericht op
Koole. Het werd dan ook steeds
drukker in de Kasteelstraat. „Ik ben
altijd de goedkoopste geweest. Het ging
me niet om de poen. De marihuana, in
mijn ogen nog altijd beter dan die rotpil-
len uit de farmaceutische industrie, wilde
ik delen. Maar wel goeie, biologische, en
niet die aangesneden troep die soms werd
aangeboden. Ik ken ze, de kwekers. Vlak
voor de oogst zetten ze een ventilator aan
en laten ze cement over de plantjes
waaien. Of zout, of suikerwater. Dat soort
grappen, puur voor het volume. Daarom
ben ik het zelf gaan kweken. Hier, in Rit-
them. Op een gegeven moment had ik vier
tunnels naast mijn land liggen. Heel mooie
eb- en vloedsystemen had ik gemaakt voor