nu altijd spectrum 2 Zaterdag 22 september 2012 Valkenisse De slikken voor de kust van Waarde, met daarop ingetekend het dorp Valkenisse. Ruim 120 Zeeuwse kerkdorpen zijn in de loop der eeuwen in de golven verdwenen. We bedijkten, we boerden, we bouwden. Dan kwamen de verwoestende vloeden. Valkenisse op het schor bij Waarde is vanaf nu het best onderzochte en gedocumenteerde verdronken dorp van West-Europa. Komende donderdag wordt het 'ultieme' boek met site gepresenteerd: Valkenisse: geschiedenis, archeologie en topografie van een verdronken doip op Zuid-Beveland. door Jan van Oamme Het oude Valkenisse spoelde bloot/begin jaren negentig. Onderzoek, voorlopige pu blicaties, tentoonstellingen, rondleidingen en, als klap op de vuurpijl, de onthulling van het Mo nument voor de Verdronken Dorpen in 2009 bij Colijnsplaat. Iedereen in cultuur- zorgend Zeeland was het er toen over eens: met het thema verdronken dorpen kon de provincie zichzelf op de kaart zet ten. Het regende goede voornemens. Maar sindsdien is het stil. Zelfs het monument bij Colijnsplaat, dat drie keer per dag het geluid van noodweer en vloed zou moeten voortbrengen, is met stomheid geslagen. Nu wordt de stilte doorbroken. Want er is echt werk gemaakt van de verwerking van de onderzoeksgegevens van Valkenisse. Met als resultaat een boek waarin - in elk geval voorlopig - het laatste woord over het dorp op de buitendijkse rand van Zuid-Beveland wordt gezegd. Alles komt daarin aan bod: de gebouwen worden in kaart gebracht, de op het kerkhof aange troffen skeletten zijn onderzocht, aarde werk en pelgrimsinsignes en andere vond sten zijn beschreven en bewaard, er is uit gebreid archiefonderzoek gedaan, en er wordt uitgelegd waarom het water over de dijken stroomde. Wat dat laatste betreft, Valkenisse is van meet af aan een gedoemd dorp geweest. Het werd rond 1200 gesticht, en op 26 ja nuari 1682 werd het aan de golven prijsge geven. Al met al een periode van nog geen vijfhonderd jaar. Het dorp lag achterin de huidige Westerschelde, een stroomgebied waar de vloeden in die eeuwen door uit schuring en toenemende trechtervorming steeds hoger werden. De dorpsgeschiede nis is dan ook één aaneenschakeling van dijkdoorbraken en herstel. Inklinking van het ingepolderde land door ontwatering en afgraving van het veen voor zoutwin ning (moernering) maakten van het inge dijkte land een laaggelegen kom, die bij op eenvolgende dijkdoorbraken steeds moei lijker kon worden drooggemaakt. Valkenisse was een boerendorp met enige allure. Het had een kerk, een kasteel en een fort - het Keizershoofd dat tegen het eind van de Tachtigjarige Oorlog (1568- 1648) werd gebouwd en daarna ook weer snel ontmanteld. Toen de ongeveer hon derd inwoners have en goed verlieten ston den er 21 huizen en hofsteden, waaronder ook een herberg, een school en een arm huis. De kerk verkeerde toen al in deplora bele toestand, maar het duurde nog tot 1750 voor de toren instortte. Al die tijd was de ruïne - zoals zoveel torens-van verdron ken dorpen in Zeeland - een baken voor de scheepvaart. Enige allure, maar er was ook armoede, zeker naar het einde toe. Dat blijkt uit archiefonderzoek: in de 16e en 17e eeuw bleven stonden er nogal wat inwoners als wanbetalers geregistreerd. Archeoloog Robert van Dierendonck en onderzoeker Jan J.B. Kuipers, beiden van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ), hebben ruime bijdragen geleverd aan het onderzoek en de eindpublicatie over Valkenisse. Ter introductie van.de boek- en webpresentatie spreken we el kaar in museum Terra. Maris tussen Oostka- pelle en Domburg, waar enkele verdron ken dorpen met Valkenisse een eigen zaal hebben gekregen. Met een wandgrote kaart van het schor, enkele bodemvond sten, een skelet en een constant met water overstroomde zwarte steen, waarop de na men van in de golven verdwenen neder zettingen zijn weergegeven. De secretaris van het nabijgelegen dorp Waarde was in 1682 ooggetuige van de on- dergang van Valkenisse: 't Water is soo hoog gecomen dat de wegen onderliepen ontrent 6, 8,10 voet ende meer soo dat meest al de Beesten buijten het dorp zijnde, omgeco- men sijn, ende oock vele in het dorp maar door Godes genade niet een mensche, niet te genstaande dat (ver)scheijde Huijsen sijn wegh gespoelt maar dogh na dat de men- schen met een boot daar af waren gehaalt, daar was dien ganschen nacht sulcken drovi- gen geschreuw, gehuil, gekrijt, ende gecrijsch van menschen en Beest'en als met geen penne kan uijt gedruckt worden.' In feite is het een klein wonder, dat er nog iets van Valkenisse is teruggevonden. Er zijn altijd mensen die aan het rekenen slaan - zo weten we dat er sinds 1682 zo'n 450.000 eb- en vloedbewegingen over het verlaten dorp zijn gegaan. Daar komt nog bij dat de béwoners hun eigen nederzet ting als een soort steengroeve gebruikten: ze sloopen er materialen uit om op droger land weer een dak boven hun hoofd te bouwen. De eerste melding over het blootspoelen van fundamenten kwam in 1920, van de schoonmoeder van de latere assistent-pro vinciaal archeoloog Bas Oele. Vervolgens verdwenen de stenen en graven weer on der het slib. In de jaren 1990 kwamen de restanten opnieuw boven water. Deze keer met dank aan Rijkswaterstaat. Al thans, de stellige overtuiging van Van Die rendonck en andere onderzoekers is dat de aanleg van een slibdepot in de Wester schelde de stroming langs de kust naar het verdronken dorp verlegde. Met het gevolg dat er niet of nauwelijks moest worden op gegraven, wat er over was van het oude Valkenisse kwam gewoon aan de opper vlakte te liggen. In 1994 en 1995 werden er twee grote campagnes-opgezet, waarin pro fessionals en amateur-archeologen een drachtig samenwerkten. Het hele dorp kon in kaart worden gebracht, er werden restanten van het kasteel teruggevonden en fort Keizershoofd werd gelokaliseerd. Aanvullend archiefonderzoek maakte dui delijk dat het dorp zeker in de laatste fase van de Tachtigjarige Oorlog in de belang stelling van zowel Geuzen als Spanjaarden stond. Prins Frederik Hendrik kwam tij- Leden van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN) op weg naar Valkenisse, 1994. Valkenisse op kaart C. Smallegange, 1637.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 54