Leden van de
Staten-Generaal
61 prinsjesdag
'De demissionaire status van het huidige
kabinet noopt tot terughoudendheid bij
het doen van nieuwe voorstellen'
'In de zorg zijn belangrijke stappen
gezet om te komen tot meer kwaliteit
en kostenbeheersing'
woensdag 19 september 2012
1IMMBWMMIII«MINUI IIIIÉ lilllfUllllllllHffl
Matthijs Lok, historicus en gepromo
veerd op Willem I (illustratie): „De over
eenkomsten met 1813 zijn vergezocht In
1813 bevond Nederland zich in een ge
welddadige regimewisseling waarvan de
uitkomst zeer onzeker was. Ook is de eco
nomische situatie niet te vergelijken: in
1813 lag de economie helemaal in puin,
een groot deel van de bevolking leefde
van de bedeling en waren de Nederland-
se steden gedeeltelijk ontvolkt geraakt.
Helaas was Willem I niet zo succesvol in
het keren van het economisch tij als gesuggereerd wordt in de
troonrede. De Weerkracht die gevraagd wordt van de bevolking
in 2013 is dan ook een hele andere dan in '1813'."
De begroting die de regering u vandaag aanbiedt, heeft betrekking op een
bijzonder jubileumjaar in onze vaderlandse geschiedenis. In 2013 begint
de nationale viering van 200 jaar Koninkrijk. Na een uiterst turbulente pe
riode in ons land en overal elders in Europa, werden in 1813 de grondsla
gen gelegd voor een nieuw staatsbestel. Prins Willem Frederik, de latere
koning Willem I, gaf bij zijn aankomst in Scheveningen een proclamatie
uit Daarin sprak hij niet alleen over de herwonnen vrijheid, maar ook over het grote be
lang van herstel van handel en welvaart. De notabelen die hem kort daarna het landsbe
stuur aanboden, benadrukten de veerkracht die op dat moment werd gevraagd van de hele
samenleving.
Sylvester Eijffinger, hoogleraar finan
ciële economie: „De groeicijfers zullen in
de toekomst lager zijn dan wij in het re
cente verleden gewend waren omdat wij
een tijdperk van de afbouw van risico's
en schulden tegemoet gaan ('derisking
v- and deleveraging'). Het betreft niet al-
j&s -W 'een a^JOUW van schulden door ban-
I' '<en en overheden, maar de afbouw van
schulden door bedrijven en huishoudens.
Indien de balansen van banken, overhe
den, bedrijven en huishoudens weer gezond zijn, kan de structure
le groei weer toenemen."
Alexander Pechtold, fractieleider
D66: „Waar ik heel erg blij mee ben,
is dat een aantal hervormingen
waar D66 voor gepleit heeft, jaren
lang, dat die vandaag in een troonre
de genoemd werden. Ik had toch
niet kunnen bedenken dat we
als oppositiepartij de AOW-leeftijd
per 1 januari nu geleidelijk aan heb
ben weten te verhogen."
Ton Heerts (voorzitter FNV/ Nieuwe
vakbeweging) vindt de passage over
het ontslagrecht jammer. „Want
over het ontslagrecht is nog lang
geen akkoord tussen werkgevers en
werknemers. Veeg die slechte Kun-
duz-plannen van tafel."
Hij wilde gisteren niet tegelijkertijd
voor de NOS-camera met werkge
versvoorzitter Bernard Wientjes
(VNO-NCW). Ze zijn beiden op hun
manier druk aan het lobbyen bij de
nieuwe coalitiepartners VVD en
PvdA. Wientjes was blij met de
pro-Europese toon in de troonrede:
„Europa heeft onze prioriteit."
Twee eeuwen later, en in een heel andere maatschappelijke en staatkundige context, staat
ons land opnieuw voor een opgave die om grote veerkracht vraagt. De financiële en econo
mische crisis die de wereld sinds 2008 in haar greep houdt, raakt ook Nederland hard. Eco
nomisch herstel volgt niet vanzelf.
De opening van dit parlementaire jaar vindt plaats in een periode van kabinetsvorming.
De demissionaire status van het huidige kabinet noopt tot terughoudendheid bij het doen
van nieuwe voorstellen. Tegelijkertijd duldt de aanpak van de urgente problemen waar we
in eigen land en in Europa voor staan geen uitstel.
De groei van de economie blijft wereldwijd achter bij de verwachtingen. Mede door de
schuldencrisis in enkele landen binnen de eurozone is de economische crisis dieper en
hardnekkiger dan eerder voorzien. Nederland, met zijn open en internationaal georiënteer
de economie, wordt door dit alles bijzonder getroffen. Grote en kleine bedrijven ondervin
den hiervan de gevolgen. Hoewel de werkloosheid in ons land in vergelijking met het bui
tenland nog relatief laag is, stijgt deze ook hier. Het is extra zorgelijk wanneer jongeren na
hun opleiding geen werk kunnen vinden.
Onder de huidige omstandigheden is het begrijpelijk dat mensen zich zorgen maken over
hun baan, hun pensioen, de waardeontwikkeling van hun huis en de toekomst van hun
kinderen. De regering beseft dat zij bij het gezond maken van de overheidsfinanciën en het
veiligstellen van toekomstige welvaart belangrijke offers vraagt van alle Nederlanders. Ook
als de economie en het consumentenvertrouwen weer aantrekken, is het realistisch te ver
onderstellen dat groeicijfers in de toekomst lager zullen zijn dan we in het récente verleden
gewend warén. Tegelijkertijd leven wij in een van de meest welvarende landen ter wereld,
met een hoog niveau van voorzieningen. Het is goed ons dit bewust te zijn en van daaruit
met kracht en vertrouwen samen te blijven werken aan herstel.
Het regeringsbeleid richt zich op houdbare overheidsfinanciën, maar ook op bevordering
van ondernemerschap, investeren in infrastructuur en versterking van veiligheid, onder
wijs en innovatie. Er zijn op meerdere gebieden grote stelselwijzigingen tot stand gebracht,
zoals de vorming van de nationale politie per 1 januari 2013. In het onderwijs worden maat
regelen doorgevoerd die de kwaliteit versterken en het voor jongeren aantrekkelijker ma
ken te kiezen voor een beroepsopleiding. In de zorg zijn belangrijke stappen gezet om te
komen tot meer kwaliteit en kostenbeheersing. De regering heeft daarover afspraken ge
maakt met ziekenhuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, medisch specialisten en huisartsen. In
de bedrijfsvoering van de Rijksoverheid neemt de efficiency toe door betere samenwerking op terreinen als in
formatie- en communicatietechnologie, huisvesting en personeel.
Bij haar aantreden in 2010 presenteerde de regering u voorstellen voor bezuinigingen en hervormingen ter
waarde van 18 miljard euro. Begin 2012 bleken forse aanvullende maatregelen nodig om het begrotingstekort
in 2013 beheersbaar te houden. De regering is verheugd dat vijf partijen dit voorjaar overeenstemming wisten
te bereiken over een begrotingsakkoord dat recht doet aan de ernst en omvang van de financieel-economische
problemen waar ons land voor staat. Met dit akkoord maken de betrokken partijen het de regering mogelijk
ook in 2013 een bijdrage te leveren aan financiële soliditeit en op groei gerichte hervormingen. Het tekort
komt daarmee volgend jaar onder de norm van drie procent. Dat versterkt het vertrouwen van de financiële
markten in ons land en houdt de rentelasten beheersbaar.
Vanaf 1 januari gaat de AOW-leeftijd geleidelijk omhoog, tot 67 jaar in 2023. Verhoging van het hoge btw-ta-
rief per 1 oktober aanstaande en de nullijn voor de ambtenarensalarissen dragen direct bij aan een lager begro
tingstekort. De bankenbelasting wordt verdubbeld en buitensporige bonussen worden zwaar belast. Door ver
anderingen in de WW en het ontslagrecht wordt de arbeidsmarkt flexibeler. Op de woningmarkt is de over
drachtsbelasting inmiddels structureel verlaagd. De begroting die de regering u vandaag aanbiedt, bevat ook
een voorstel gericht op het aflossen van hypotheekschulden.
In Europa zijn belangrijke stappen gezet om de stabiliteit in de muntunie te bevorderen en de euro voor de
toekomst sterker te maken. De Europese Unie kan veel bijdragen aan de toekomstige groei van welvaart, wel
zijn en werkgelegenheid voor de inwoners van alle lidstaten. De Europese samenwerking, die ons land zoveel
heeft gebracht, staat door de schuldencrisis onder druk. Een goed functionerende interne markt en een sterke
en stabiele munt zijn in economisch opzicht van cruciale betekenis voor alle lidstaten. Voor Nederland, dat
een groot deel van zijn nationaal inkomen in Europa verdient, is dit essentieel. Daarom is de regering er veel
aan gelegen de muntunie en de interne markt structureel te verbeteren.
Nederland heeft op deze gebieden voorstellen gedaan die navolging kregen. Samen met andere landen is een
tweesporenbeleid tot stand gebracht van strenge begrotingsdiscipline en versterking van de Europese groei-
agenda.