6l NaMurjoiwKAAl Ve utócLajjUuj vati kefcUckt dinsdag 11 september 2012 Wie het dan toch in groot wild wil zoeken komt in de Oosterschelde uit bij de zeezoogdieren. Jarenlang vrijwel geheel afwezig in de Deltawateren, maar sinds een jaar of twintig weer in opgaande lijn. En we hebben niet alleen de gewone zeehonden, die hier al eeuwenlang voorkomen; tegenwoordig is ook de grijze zeehond (ook wel kegelrob genaamd) een gewone verschijning. Beide soorten zijn niet altijd makkelijk uit elkaar te houden; de kegelvormige kop met het schuin aflopende voorhoofd van de grijze zeehond en de 'hondachtig' uitstekende snuit van de gewone, bieden het beste aanknopingspunt. Maar het leukste zoogdier van de Oosterschelde is nog niet genoemd. Vroeger een algemene verschijning die bij de dialectspreker de opmerking ontlokte 'daar is de boer mee z'n verkentjes'. Die benaming sloeg op de bruinvis, een kleine walvis die net als de gewone zeehond vroeger wijdverbreid voorkwam. Ook de bruinvis was in de tweede helft van de twintigste eeuw vrijwel uitgestorven en ook die maakte een enorme comeback. Het aantal in de Oosterschelde wordt momenteel op meer dan zestig exemplaren geschat. Zeehonden en bruinvissen zijn geliefd bij het publiek. Er zij n plaatsen waar ze steevast te verwachten zijn. Zeehonden bijvoorbeeld op de Roggenplaat en rond Neeltje Jans; bruinvissen onder meer tussen de Schelphoek en Burghsluis, bij de uitmonding van het havenkanaal van Ziekzee en ter hoogte van Kattendijke. Veel rondvaarten spelen in op de aanwezigheid van de grote zeezoogdieren en maken tochten naar de beste gebieden. Zolang de verstoringsafstand van de dieren in acht genomen wordt een prachtige vorm van natuurrecreatie, die bepaald niet onder doet voor de wildsafari's in andere Nationale Parken. Toch vormen de zeezoogdieren niet het waardevolste aspect van de Oosterschelde. De vogels zijn, hoewel minder spectaculair, minstens even belangrijk. In de Oosterschelde leven vele tienduizenden vogels. Sommige soorten gebruiken de voedselrijke slikken als tankstation op hun weg van het hoge noorden naar de wintergebieden in Afrika. Dit jaar bestaat het Nationaal Park Oos terschelde tien jaar. Het Nationaal Park maakt onderdeel uit van een reeks van twintig Nationale Parken die Nederland rijk is. Het oudste en bekendste is wellicht De Hoge Veluwe, waar dieren als edelher ten en wilde zwijnen te bewonderen zijn. Een park waar je echt op safari kunt. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien voor de Oosterschelde wat te hoog gegrepen. Maar niets is minder waar. De scholekster verblijft het hele jaar door in de Oosterschelde. Ze kunnen hier in alle rust hun vetreserves nog wat aanvullen om de lange tocht van en naar de broedgebieden succesvol te kunnen volbrengen. Andere soorten overwinteren of brengen juist hun jongen groot in de Oosterschelde. Zilvermeeuwen, kokmeeuwen, bergeenden, kluten, scholekstersvisdiefjes en soms ook grote sterns broeden in fikse aantallen in en rond de Oosterschelde. Steenlopers, diverse strandlopers, rotganzen, zaagbekken en wulpen behoren tot de talrijke overwinteraars. Het hele jaar door is de Oosterschelde buitengewoon vogelrijk. Bij het grote publiek vrijwel onbekend is de onderwaterwereld. Toch is die minstens even boeiend en nog veel gevarieerder dan de rijke vogelstand. Zeesterren, slangsterren, anemonen, krabben, heremietkreeften en een enorme variatie aan vissen zijn veelal alleen bij een select publiek van duikers Licht, het is misschien wel het meest wonderbaar- lijke.natuurlijk fenomeen. Niet voor niets is het ontelbare malen bezon gen, heeft als geen ander gebeuren een zo positief imago en is gelijk tijdig ongrijpbaar. Tallozen hebben getracht deze energiebron, onder welke gratie wij leven, op welke manier dan ook vast te leggen. Schilders, fotografen, dichters, hun grootste uitdaging is het vastleggen van dit levenbren gende natuurverschijnsel, hetzij in beeld of woord. Evenzo hebben tallozen ervaren dat ze - tekortschieten alleen al in de weergave. Hoe dicht ook benaderd door begenadigden, het haalt nooit bij de werkelijkheid. Wind of het gevoel deze te ervaren is nog enigszins in beeld te vatten maar licht heeft iets weergaloos; als het geheim van het leven zelf De toon maakt de muziek, het licht maakt de toon. Met het licht ervaren we ook de warmte die het met zich meebrengt en die ons zo aangenaam is. Licht en warmte stimuleren onze activitei ten, maken het leven aangenaam. De grote tegenhanger van licht, het donker, de nacht, schaduw, grauwe dagen, we zijn ze al gauw zat. Menigeen raakt er depressief of moede loos van. We ervaren het meestal als negatief. Toch, overigens even ongrijpbaar als licht, heeft ook het duister zijn positieve kanten. We leggen ons 's nachts, gemiddeld zo'n acht uur lang -een derde van een etmaal- ter ruste om energie te vergaren voor een volgende, hopelijk zonovergoten, dag. Op een dag met wisselende bewolking, zoals we die afgelopen zomer zoveel hebben gehad, kun je het buiten ervaren. Schaduwen verkillen het landschap om even later plaats te maken voor een des te opvallender doorbrelcing van het wolkendek door verhelderend zonlicht. Een volgend ogenblik zijn de rollen weer omgedraaid. Is het niet juist de tegenstelling die zo boeiend is? Adri Karman ji

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 42