Bibliotheek was
De Zeeuwse
spectrum 18
Zaterdag 8 september 2012
Weggaan als het schip slagzij maakt. De tuigage heeft averij
opgelopen, de mast staat op knappen. Ton Brandenbarg had zich
zijn afscheid van de Zeeuwse Bibliotheek anders voorgesteld. Zes
jaar geleden werd hij binnengehaald om de bieb naar buiten te
brengen, in de Zeeuwse samenleving en daarbuiten neer te zetten.
Dat heeft hij gedaan. En toen, net voor hij op zijn lauweren wilde
gaan rusten, kwam de provincie met de botte bezuinigingsbijl
aanzetten. Au, dat doet pijn.
door Jan van Damme
Ton Brandenbarg zwaaide al op
augustus in stilte af. Op zich
een mooie datum, als je je
werkzame leven op augustus
1970 als onderwijzer in Zierik-
zee begonnen bent. Vandaag wordt hij
door genodigden met applaus en lovende
woorden naar de uitgang van de biblio
theek begeleid. Er zit al een interim op zijn
plaats, Herma Hofmeijer. Ja, het circus gaat
door. Dat is altijd een beetje wrang, als je
omkijkt. Uit het oog, uit het hart. We spre
ken af bij hem thuis, in Serooskerke. Nee,
de bibliotheek vindt hij niet zo'n goed
idee. Dan denken ze misschien: hij kan het
niet laten, of, daar heb je hem weer. Dus,
beter zijn huis in de Zandput aan de rand
van Serooskerke. Met dank aan zijn vrouw
Hedy van Straten. Zij mocht toen ze in
2006 naar Zeeland kwamen, kiezen. Ze wil
de iets met een tuin. Dat is gelukt. Met het
bos meegerekend ligt er 5000 vierkante
meter grond rond de woning. Een uitda
ging voor iemand met groene vingers.
We kunnen het over van alles en nog wat
hebben. Toch hangt er een wolk boven
het gesprek. De plannen zijn even in de ijs
kast gezet. Maar wat voor de zomervakan
tie werd aangekondigd in het Middelburg
se abdijcomplex was ronduit verbijsterend.
Een bezuiniging van 1,8 miljoen op de
Zeeuwse Bibliotheek. Die kwam bovenop
de 1,2 miljoen die al was opgelegd en gerea
liseerd. Om het effect van dat bezuinigings
plan aan te geven: van de 120 werknemers
van de bibliotheek zullen er zo'n 50 moe
ten worden ontslagen. Nogmaals: als.
Want het provinciebestuur heeft een be-
zinningsperiode ingelast. Directeur Bran
denbarg had nog net de mogelijkheid de
rampberichten aan het personeel over te
brengen. Met tranen in zijn ogen.
Brandenbarg: „Bij het bezuinigen is geko
zen voor de boekhoudmethode. De bieb is
in de cultuursector de grootste aandeelhou
der van de provinciale geldstroom. Als je
wilt - als je moet bezuinigen, dan kun je
als overheid dus bij de bibliotheek meteen
grote bedragen scoren. In de abdij vraagt
men zich af welke kerntaken en voorzie
ningen overeind moeten worden gehou
den. In dat verband wordt er ook naar de
wetenschappelijke functie van de biblio
theek gekeken. Daar hoeven wij niets aan
bij te dragen, zegt de provincie."
Pijnlijke stilte.
„Alles is tegenwoordig digitaal beschik
baar, zeggen de bestuurders. Wil je iets we
tenschappelijks - dat zeggen ze ook - dan
kun je zo een universiteitsbibliotheek raad
plegen. Die redenering klopt dus niet.
Want je moet op zijn minst student zijn
om daar toegang te krijgen. We hebben in
Zeeland een prachtige collectie opge
bouwd. Boeken, tijdschriften, digitale be
standen, vakliteratuur - juridisch, econo
misch, technisch, kunst, geschiedenis. La
ten we de wetenschappelijke taak vallen,
dan lopen we een achterstand op ten op
zichte van de rest van Nederland. Ik heb
twee maal ingesproken in de Staten, ik
heb gelobbyd waar ik kon. En we zijn
nauw gaan samenwerken met Scoop. Dat
is inhoudelijk een verbetering en levert
ook een besparing op. Helaas, wat de bieb
betreft lijkt de provincie nu andere keuzen
te maken. We wachten met spanning af."
Je zou er nostalgisch van worden. Wie
weet het nog, de tijd dat er geen sprake
was van de Zeeuwse maar wél van de Pro
vinciale Bibliotheek, gehuisvest in de ab
dij. Ton Brandenbarg herinnert het zich.
Hij gaf les in Zierikzee, eerst op een lagere
school, al vrij snel op een middelbare. Hij
studeerde Nederlands. Alle boeken die hij
nodig had, konden in Middelburg worden
aangevraagd. Een, hooguit twee dagen la
ter werd het hele pakket kosteloos per
post afgeleverd. Met retourstickers om de
boeken ook weer gratis terug te sturen.
Dat waren nog eens tijden. Die ruimharti
ge benadering zegt vooral heel veel over
het belang dat aan de Provinciale Biblio
theek werd gehecht Zeeland had toen, on
danks serieuze pogingen om er één te
stichten, geen eigen universiteit Om de ho
ger opgeleiden in de provincie toch van
wetenschap te voorzien, was er de statige
bieb in Middelburg waar je in een van
schemerlampen voorziene leeszaal in een
gerieflijke fauteuil de inhoud van The Ti
mes en Le Monde tot je kon nemen.
Strijdbare stilte.
Brandenbarg: „De Zeeuwse Bibliotheek
was een onaantastbaar instituut. Dat is
niet meer zo. Het klopt dat mensen zich
niet meer laten leiden door deskundigen.
We zitten als bibliotheek in hetzelfde vaar
water als ontwikkelingshulp, religie, weten
schap. De grote culturele instellingen in
ons land waren meer op de overheid ge
richt dan op het publiek. Nu er een herbe
zinning plaats vindt over de vraag hoe we
met de beschikbare middelen moeten om
gaan, schieten bestuurders en politici door
in hun bezuinigingsdrift. In de verkiezin
gen speelt het thema volop. De WD wil
het huidige beleid voortzetten en heel
scherp omgaan met cultuur. Het voorstel
om op kaartjes voor voorstellingen en eve
nementen aan te geven hoeveel subsidie
de betreffende instelling krijgt, doet popu
listisch aan. De PvdA is de enige partij die
het nog over verheffing van het. volk heeft.
En als ik het goed heb zijn alleen D66 en
de SP nog bereid om meer geld aan cul
tuur uit te geven."
Meer evenwicht in het debat.
Terug naar de basis.
Cultuurmakers mogen zich niet langer veren
gen tot een eliteclub.
De ontwikkeling van talent moet voldoende
ruimte krijgen.
De afzwaaiende bibliotheekdirecteur zegt
het allemaal. Hij heeft een citaat paraat
van Thije Adams, de man die als bouw
meester van het huidige cultuurnotasys
teem wordt beschouwd. Het is een mond
vol, maar raakt wat hem betreft wel de
kern: 'Hoe hoger de publieke uitgaven
voor kunst en cultuur, en hoe groter de
vrijheid om dat geld te besteden, des te be
schaafder het land'. Conclusie: we worden
steeds onbeschaafder.
Brandenbarg knikt.
„Bibliotheken hebben bestaansrecht omdat
er nu een teveel aan informatie is."
Ontspannen stilte.
Hoogste tijd om even te stoppen met som
beren. Wist u dat de oud-directeur diepe
Zeeuwse wortels heeft? Hij is geboren in
Zutphen, maar zijn eerste vrouw kwam
uit Haamstede. En zijn moeder kwam uit
Noordwelle. In de oorlog werd ze naar Zut
phen geëvacueerd. Daar leerde ze zijn va
der kennen. Zo is het gekomen.
En wist u van zijn Ramp-avontuur: „Ik
was bijna zes jaar. Op 31 januari 1953 was
mijn moeder met mij en mijn broer op
Noordwelle om haar vader te bezoeken.
De dijk van de Schelphoek brak door. Het
water kwam. Op zondagochtend zijn we
op boerenwagens weggebracht. Opa
mocht mee in de enige auto van het dorp,
die van de smid. Er moest ook een varken
mee, in een zak. We zijn door een vissers
boot opgepikt en naar Rotterdam ge
bracht. Ja. En nu zit ik in het bestuur van
het Watersnoodmuseum."
Aan vaderskant zat een rijke boerenfamilie
in Lochem. Zijn moeder kwam uit een
landarbeidersmilieu. Een mooie combina
tie. Zijn vader was nogal weerbarstig en
wilde geen familieverplichtingen aangaan
in ruil voor familiegeld. Ton ging naar de
havo, vervolgens de kweekschool. Het on
derwijs trok hem. Het wetenschappelijke
kwam pas toen hij al les gaf. In aanvang
een beetje lui, zegt hij daar zelf over. Drie
jaar op een lagere school in Zierikzee, toen
de overstap naar de Rijks Scholen Gemeen
schap, waar hij ook nog conrector werd.
Daar dienden zich alle soorten sociale pro
blematiek aan: „Als ik wist: dat meisje doet
eindexamen, ze is gisteren natuurlijk weer
uitgeweest, ze komt vast te laat, dan ging
ik haar ophalen. Volgens het reglement
mocht ze een half uur na het begin van
het examen nog aanschuiven. Ik zorgde
dat dat lukte." In de loop van de jaren tach
tig klopte de Open Universiteit aan de
deur - daar ging hij twee dagen per week
voor werken. Hij promoveerde in 1990, op
Moeder Anna en de moraal over het ideale
gezin rond 1500. De overstap naar het di
recteurschap van het boekenmuseum
Meermanno Westreeniaum in Den Haag
was toen niet meer zo groot. Wetenschap
pelijk en sturend bezig zijn, dat beviel
hem goed. De Raad voor Cultuur, waar hij
in 1998 algemeen secretaris werd, paste in
die lijn. Het Residentie Orkest diende zich
in 2004 aan. Daar bleef hij maar twee jaar.
Want toen riep de Zeeuwse Bibliotheek,
en werd hij in Zeeland onder de directeu
ren van gesubsidieerde instellingen de best
betaalde. „Dat ik zo kort bij het orkest
bleef, is me niet in dank afgenomen, maar
gedeputeerde George van Heukelom vatte
het bondig samen: je wilde terug naar Zee
land en je wilde terug naar de boeken. Dat
klopte wel. Maar ik ben in feite wel ie
mand die zijn karwei afmaakt."
Toekomstige stilte?
„Vroeger hadden bibliotheken bestaans
recht, omdat er een gebrek aan informatie
was. Nu hebben ze bestaansrecht omdat er
een teveel aan informatie is. Beheerder
van kennis en verpachter van wijsheid, het
zijn mooie termen. Ik denk dat ik mijn op
dracht om de bieb op de kaart te zetten
heb volbracht In het kader van Stand
plaats Zeeland zijn hier mensen als Alexan
der Rinnooy Kan en Paul Schnabel ge
weest. Ik weet dat zij nu ambassadeurs van
Zeeland zijn, in hun werk en contacten zul
len ze voortaan de provincie eerder ter
sprake brengen. Wat dat oplevert is niet te
meten, maar vlak het niet uit. Ik heb ook
het Nieuwsportaal Zeeland van de grond
gekregen, een samenwerkingsverband tus
sen media, onderwijs en bieb. Het bleek
moeilijk om die werelden met verschillen
de tempi op elkaar af te stemmen. Maar er
komt nu een landelijk vervolg, en ik zit in
het daarbij horende overlegorgaan en kan
dus Zeeland een prominente plek geven."
Zo zitten we al naar de toekomst te kijken.
Die zal hij wat hem betreft voorlopig niet
als tuinman ingaan. De lijst met advies- en
bestuursfuncties is daarvoor te lang. Hij
gaat ook niet fietsen. Zeker, mensen als
Ben de Reu - gedeputeerde - en Dick van
den Bout van Scoop, dat zijn echte fietsers.
Hij hoort niet bij die groep. Zelf herinnert
hij zich die ene keer dat hij op de fiets naar
de bibliotheek ging, een fiets met een
boodschappenmandje achterop: toen
stond bijna het voltallige personeel voor
de ramen.