i5 spectrum
Politiek en ongedierte
in de kijker
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
m
Marjan
Berk
Zaterdag 8 september 2012
De politiek houdt ons op het ogenblik
bezig. Een van de meest vrolijke mo
menten in al die verwilderde discus
sies die ons leven op het ogenblik
kleuren, beleefde ik, toen een taalkundige bij De
Wereld Draait Door de stemwijzer drie keer had
geraadpleegd, en tot zijn eigen schrik én verba
zing drie keer de Partij voor de Dieren als uit
komst boekte! Ook was het een bijzonder ogen
blik, toen de tachtigjarige Koos Postema temid
den van een groep luid kakelende politici en an
dere beroepshanen heel zacht en bescheiden zei:
„We zakken zo weg. Europa, maar ons land ook.
En daar praat niemand over." Geen hond ging
op deze treurige uitspraak in, maar ik hoorde
het heel duidelijk.
Na de woordenstromen die over ons worden uit
gestort, zijn er de dagelijkse dingen die onze aan
dacht vragen. Zoals de vlo. In de krant lezen we
veelvuldig over de luizenmoeder, die na de va
kantie op school met de pietenkam aan de slag
moet Maar ik had weer eens een ouderwetse er
varing met een vlo!
In de jaren dat vier katten en twee teckels mijn
leven deelden, bestreden we deze parasiet voort
varend en voortdurend. Maar geruime tijd ver
dween het beest uit mijn belangstellingssfeer.
Tot het moment, dat ik getergd door geweldig
hevige jeuk op mijn rug aan enkele intimi, zoals
mijn dochter, vriendinnen en een kleindochter
vroeg: „Willen jullie eens even op mijn rug kij
ken?"
Er werd gekeken. „Het ziet er erg onrustig uit!",
riep mijn dochter. „Allerlei rare bobbeltjes", riep
een vriendin. „Je moet er mee naar de dokter!",
riep de kleindochter. Ook de kapper, die mij
knipte, bemoeide zich er mee. „Er zit hier wat!
Een pukkel!", riep hij geestdriftig. „Je hebt hem
opengekrabd!"
Toen wierp ik een blik op mijn katoenen nacht
pon. Wat zag ik? Ouderwetse, ordinaire vlooien-
pikken! Van de kat van mijn buurvrouw, die
vaak voor mij kookt en niet alleen voor mij,
maar ook voor de zwerfkat van haar buurman.
En die kat stikt van de vlooien!
Ik dacht aan de tijd, dat ik met man, kinderen en
katten in een oud bovenhuis aan de Valerius-
straat in Amsterdam woonde. Voor mij woonde
daar een oude dame, die haar hele huis had on
derverhuurd, overal bellen en elektrische dra
den. Langzaam werd het grote huis van ons, En
's zomers hadden we altijd een vlooienplaag.
Voordat de gemeente ingreep, ontvingen wij al
onze gasten met een kopje water en het advies
de pijpen op te stropen, zodat alles wat hen be
sprong ogenblikkelijk kon worden verzopen. Zo
ook Wim Sonneveld, die bij mijn ex-echtgenoot,
tevens pianist, kwam repeteren. Ook Wim kreeg
een kop water op een bijzettafeltje. Hij stroopte
zijn broekspijpen op en ik keek vol ontzag naar
zijn indrukwekkende korte dikke spierwitte kui
ten, terwijl hij al zingend vlo na vlo ving en ver
zoop!
Pas toen de GGD met een ongediertebestrij-
dingswagen langs kwam, verdween de vlooien
plaag uit ons huis. Tot die vlo van de kat van de
buren van mijn buurvrouw mijn rug uitzocht
als oefenruimte.