19 Ongekend avontuurlijke literatuurles WERKT JAMES W00DN FICTIE Groots en meeslepend literair spektakel W zaterdag 8 september 2012 De vooraanstaande Amerikaanse li terair criticus lames Woods legt uit hoe goede boeken in elkaar zitten. Hoe fictie werkt is een boek waar je bijna niet mee op kunt houden. door Thomas Verbogt Een paar dagen geleden zag ik de film The sixth sense weer eens, en voor de zoveelste keer met genoegen. Hij is uit 1999 en in dat jaar ging ik er voor naar de bioscoop. Toen op het einde bleek dat ik naar een hoofdpersoon had gekeken - die de hele tijd dood was, maar toch bedrij vig, kocht ik onmiddellijk weer een kaartje, nu om te zien of alles, zoals dat heet, klopte. Je kijkt dan anders, want er moeten zich problemen hebben voorgedaan die handig waren opgelost of omzeild. Ik probeerde ook het scenario intenser te volgen dan de eerste keer, ik lette op overgangen en ook op camerastandpunten. Is dat ingewikkeld kijken? Helemaal niet. Het kunstwerk dat de film is, wordt er nog meer door opgetild. Ik wil het graag hebben over het boek van James Wood dat onlangs in het Nederlands vertaald is. Hoe fictie werkt heet het en het is zo goed en rijk dat ik niet goed weet waar ik moet beginnen. Ik had het al gelezen in het Engels, want James Wood is een literair criticus die ik graag volg. Hij schrijft onder meer voor The New Yorker. Misschien moet ik zeggen dat ik veel van hem geleerd heb, over lezen en schrijven. En dat terwijl James Wood helemaal geen belerend per soon is, hij is vooral enthousiast en bezield. Hij heeft ook verstand van boeken, in ieder geval van literaire boeken. Hoe fictie werkt is vertaald door Arie Storm en dat heeft hij goed gedaan. James Wood schrijft helder, maar ook zeer intens, een combinatie die voor een vertaler een lastig karwei kan zijn. Maar dat is gelukt. Uiter aard staan er ook veel citaten uit de wereldli teratuur in het boek, en die heeft Arie Storm ook vertaald, althans de meeste. Vol gens mij ook niets op aan te merken. In een fragment van Graham Greene kwam ik 'athenaeumschooljongen' tegen. Prima, dacht ik, Arie Storm is bij zijn vertaling niet over één nacht ijs gegaan. Het woord staat trouwens in een zin om ook over na te den ken: 'Hij had de vlakke noordelijke klinkers van de atheneumschooljongen met een stu diebeurs.' James Wood heeft over een derge lijke zin iets te zeggen. Hij noemt het zelf verzekerde generalisatie, door Graham Greene afgekeken uit de eeuw voor de zijne, wat Greene uiteraard niet zomaar heeft ge daan. Detail? Ja, maar het zijn details om van te houden. James Wood heeft het overi gens dikwijls over de zeggingskracht van de tails. Het is uitermate saai om het over de condi tie van de Nederlandse literaire kritiek te hebben, maar je gaat er toch automatisch aan denken als je iemand als James Wood leest. Misschien hoefje niet per se van litera tuur te houden, als je erover schrijft, maar als dat het enige opmerkelijke aan je is, stemt dat toch tot nadenken. Ik ga niet alge- meniseren, maar voor het allergrootste deel van de dames en heren die zich met boeken bezighouden, zou Hoe fictie werkt verplichte kost moeten zijn, hoewel ik besef dat je zon leesblinde redactiestagiaire die wekelijks een prutteltje ter grootte van een kassabon mag produceren, wel iets aandoet. Waar het me echter om gaat, is dat er in die kringen het besef zou moeten gaan leven dat een boek ook geschreven is, dus niet al leen een verhaal of verhaaltje vertelt, maar een structuur heeft, een ritme, een toon, dat het - moeilijk woord - gecomponéérd is, dat het niet alleen informatie is, moeilijk of niet moeilijk begrijpelijk of onbegrijpelijk, saai of betoverend, dat het een werking I I A r* heeft. Er was eerst N J f* iets niet en toen wel I 8 te» en waJ- het js gemaakt, maar als je goed ziet hoe het is gemaakt, is het mis lukt, en dat laatste valt uit te leggen, mits je nadenkt over wat het is, iets maken, en wat dat vraagt Het boek van James Wood helpt bij de vor ming van die gedachten. Niet omdat hij met een aanwijsstok in de weer is, maar omdat hij gepassioneerd zijn inzichten deelt. Het motto voor in het boek is van Henry James: 'Er is slechts één recept - hou heel veel van koken'. In zijn inleiding schrijft Wood: 'Als dit boek een overkoepelende stelling heeft, dan is het deze: dat literaire fictie zowel kunstmatig als levensecht is, en dat er niets moeilijks is aan het samen laten gaan van deze twee mogelijkheden.' Het spanningsveld tussen het kunstmatige en het levensechte maakt Wood voortdu- rend prikkelend. Je kunt haast niet ophou den er meer over te lezen. En na Wood be gin je onmiddellijk weer opnieuw aan Flau bert, die in dit boek superieur aanwezig is. Spinnend verzucht de snob in mij dat één zinnetje uit Madame Bovary maar niet uit zijn hoofd wil: 'L'idée d'avoir engendré le délectait'. Dit gaat over Charles, de echtge noot van Emma, van Madame Bovary dus. Vertaald: 'De gedachte haar zwanger te heb ben gemaakt, was verrukkelijk voor hem'. De lezer van Madame Bovary kent Charles inmiddels. En Emma nog beter. Wat een vals zinnetje is het dus, maar het zingt zoet. Lees het maar hardop voor, let op de klan ken. Er is lang over te mijmeren, ook over hoe de klanken de betekenis van het zinne tje laten bijten. Wood maakt er snel een (slechte) hiphopregel van: 'The notion of procreation was a delectation'. Hoe fictie werkt is een ongekend avontuurlijk boek dat ieder ander leesavontuur nog avontuurlijker maakt. ©James Wood - Hoe fictie werkt. Vertaling Arie Storm. Querido, 18,95 euro door Theo Hakkert Michael Chabon - Telegraph Avenue Vert. W. Scherpenisse, C. Braakman, T. Sthee- man. Anthos, 19,95 euro r einig schrijvers hebben zo'n vaart en drive in hun werk als Michael Chabon (49). De Amerikaan is een auteur die de lezer bij alle lurven grijpt die hij te pakken kan krijgen en niet weer loslaat voordat, meestal hon derden pagina's verder, de laatste punt is bereikt. Een punt die nog na galmt van de kracht waarmee Cha bon hem in het romanpapier heeft gestanst. Chabon lezen is een totaalervaring. Meer dan bij welke vroegere roman van hem geldt dat ook voor Tele graph Avenue, zijn nieuwste, die op 12 september wereldwijd verschijnt. In november is de schrijver te gast op Crossing Border. De roman speelt in in 2004 in Oak land, waar Archie Stallings en Nat Jaffe samen een platenwinkel (met vinyl, gespecialiseerd in jazz en soul) uitbaten. In tijden van cd's en downloads valt dat al niet mee en dan kondigt bovendien een mega- store aan zich ook aan Telegraph Avenue te vestigen. Inclusief een gro te vinylafdeling. Hun echtgenotes zijn ook collega's. De dames zijn vroedvrouwen. Gwen Shanks-Stallings is bovendien zelf acht maanden zwanger. In het tijdsbestek van een paar da gen spatten alle zekerheden uit el kaar. Bij de dames loopt een thuisbe valling bijna fataal af, terwijl Archie geconfronteerd wordt met ene Ti tus. Deze jongen van 16 is zijn zoon, wiens bestaan hij verdrongen heeft. Titus heeft inmiddels een seksuele relatie opgebouwd met de zoon van Nat Jaffe - deze jongen is 14. De ex pliciete beschrijvingen van hun seks zouden in de VS wel eens enige op hef kunnen veroorzaken. Dit zijn slechts de hoofdlijnen van het grote canvas dat Michael Cha bon heeft opgezet. Maatschappelijke thematiek gaat hij niet uit de weg, in dit geval onder andere raciale spanningen, maar net als in zijn eer-' dere werk stipt hij het hooguit aan. Anders zou de vaart uit de vertelling gaan. Hij is meer van het mimesis-princi- pe: de wereld nabootsen en weerge ven. Doe je dat als schrijver goed, dan zegt dat genoeg. Flaubert deed het zo, David Mitchell doet het nu - en Michael Chabon eveneens. Chabon heeft scherp oog voor de tail. De kleinste scènes schrijft hij zo minutieus uit, met watervallen aan woordgrappen en beeldspraak, dat ze vanzelf groot worden. ,Slechts door het aantal scènes te be perken weet hij te voorkomen dat de roman duizend pagina's wordt. In doseren is hij heel goed. Hij kan weergaloos overdrijven - 'Bergen kipkluifjes zo hoog dat je zuurstof- flessen en sherpa's nodig hebt om de top te bereiken' - maar weet ook precies op de juiste momenten te rug te schakelen naar subtiele obser vaties. Maar altijd stort hij zich onver schrokken op de scènes. Niets doet hij kort af. Elk detail buit hij uit. De bevalling van Gwen bijvoorbeeld is een stilistisch meesterstuk. Naderhand keek ik, nahijgend, naar het boek en vroeg me af wat ik zo juist had meegemaakt. Wat een boek! Bruce Willis speelde de hoofdrol in The sixth sense'.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 19