121 De spits van Anderlecht traint nu AmatêutWETBAL woensdag 29 augustus 2012 Ronny van Poucke trok als jong ventje naar Ander lecht. De voetballer uit IJzendijke maakte de op gang van de Belgisch groot macht in het Europese voet bal mee. De echte door braak kwam er nooit. Van Poecke koestert echter de fraaie herinneringen aan zijn tijd in Brussel. A drie Koster die de voetbalsters van MZC'n in zijn oude woonplaats Zierik- zee onder zijn hoede neemt. Ronny van Poucke moet hartelijk lachen om die vergelij king. De oud-prof van onder meer Anderlecht, Kortrijk en La Louviè- re is onlangs aangetreden als oefen- meester van de vrouwen van IJzen dijke. „Adrie is als trainer toch van een geheel ander kaliber. Maar in derdaad, er zit wel iets in", zegt de voormalige aanvaller. De inmiddels 55-jarige Van Poucke stamt uit een echt voetbalgeslacht. Vader Luciën alsmede de zoons Ronny, Frank, Luc en Eric schop ten het tot het eerste elftal van IJ zendijke. Oudste zoon Ronny be schikte over het meeste talent. Op zijn veertiende was hij reeds top scorer van de West Zeeuws-Vlaam- se formatie. Daardoor werd de in teresse van Belgische clubs gewekt. Vanuit Nederland werd er nooit naar hem geïnformeerd. Van Poucke heeft geen idee waarom niet. „IJzendijke was zeker te ver weg voor die Ollanders?", klinkt het retorisch. Een sportavond in Watervliet, vlak over de Zeeuws-Vlaamse grens, bracht alles in een stroom versnelling. Van Poucke: „Daar hadden ze de traditie om jaarlijks een profclub uit te nodigen. Dit keer ging het om de reserves van Anderlecht. Die speelden toen te gen een versterkte selectie van Wa tervliet. Ik was daarvoor ook uitge nodigd." Urbain Braems, de toen malige trainer van Anderlecht, was eveneens aanwezig in Water vliet. Die had het snel gezien. Niet veel later volgde een individuele testtraining in Brussel. En vlak daarna een onderling oefenwed strijdje, waar ook de legendarische Anderlecht-voorzitter en -suiker oom Constant Vanden Stock een kijkje kwam nemen. „Dat was nog nooit gebeurd. M'n faam was me blijkbaar vooruitgesneld", zegt Van Poucke daarover. De overgang naar Anderlecht was snel beklonken. IJzendijke hield er vijfduizend gulden aan over. Van Poucke maakte als zestienjarig ventje de overstap naar een club die aan de vooravond stond van een Europese succesperiode. Hij kwam terecht bij de reserves, waar doelman Jacky Munaron en mid denvelder Franky Vercauteren zijn ploeggenoten werden. „Dit was een cultuurschok, ook al werd er goed voor me gezorgd. Aan de familie Miseréz waar ik was ondergebracht, bewaar ik war me herinneringen. Maar voor een jongen uit een klein dorpje was het natuurlijk een enorme over stap naar de grote stad. Ook qua voetbal kwam ik in een heel ande re wereld terecht. Ik heb zeker een half jaar nodig gehad om m'n draai te vinden. Ik beri er ook éventjes naar schoolgegaan, maar dit lukte niet doordat de aanslui ting van het Nederlandse naar het Belgische schoolsysteem onvol doende was." Belle-Vue, de brouwerij van Van den Stock in Molenbeek, bracht uitkomst. „Daar kon ik vier dagen per week terecht op kantoor, 's Avonds werd er getraind. Een mooie tijd. Hard werken moest ik niet. Ik was ook wel een van de lie velingetjes op kantoor. Daar waren die Belgen best gevoelig voor; een prof van Anderlecht op de werk vloer. Het had ook te maken met Constant Vanden Stock. Net als Anderlecht een grote meneer, maar ook een aimabele en warme persoonlijkheid. En iemand met voetbalverstand. M'n collega's moeten toen gedacht hebben: met die Van Poucke zit het wel goed." Het Belgische clubvoetbal behoor de ondertussen tot het beste wat er in Europa te bewonderen viel. Het debuut van Van Poucke in 1975 in het eerste elftal van Ander lecht was een invalbeurt tijdens de afscheidswedstrijd van clubmonu ment Pol van Himst. Daarin nam Anderlecht het op tegen een we reldselectie met grootheden zoals Johan Cruijff, Pelé, Franz Becken- bauer en Eusébio. In het magische paarse shirt waarop prominent het logo van Belle-Vue prijkte. Een fraaie foto met Van Poucke in het oude Anderlecht-tricot hangt nog altijd in de gang met de kleedloka len en de bestuurskamer op de ac commodatie van IJzendijke. „Daar loop je dan tussen. In dat geweldi ge Astridpark, waar het op die oude staantribunes behoorlijk kon spoken. Ik had toen het idee: ik ben vertrokken. Volgend seizoen speel ik me in de ploeg." De concurrentie was echter groot. Van Poucke kreeg wel meer speel- kansen, maar grote aanvallers zo als Rob Rensenbrink, Attila Ladins- ky en Peter Ressel hielden hem meestentijds op de bank. Indertijd mocht er ook slecht een beperkt aantal buitenlanders worden opge steld. Bovendien was Raymond Goethals trainer geworden. En die stelde niet snel jeugdig talent op. Hans Croon,de opvolger van Braems, moest ondanks de eindze ge in 1976 in de Europa Cup II (4-2-zege op West Ham United) wijken voor De Tovenaar, zoals Goethals' bijnaam luidde. Van Poucke is minder enthousiast over de trainerscapaciteiten van de flamboyante ex-doelman en de voormalige Belgische bondscoach. „Ik heb tranen met 'm gelachen, maar technisch en tactisch stelde het niet veel voor. Hij heeft veel ge luk gehad met de generaties die hij onder zijn hoede had. Anders was hij nooit zo ver gekomen. Ook op psychologisch vlak vond ik hem ver onder de maat." Een voorbeeld: Van Poucke was in 1977 als dienstplich tig soldaat ooit op oefe ning met het Nederlandse leger in de buurt van Bremen. On danks drie nachten zonder slaap werd toch geëist dat hij naar Brus sel zou komen vanwege een Euro pese wedstrijd tegen Lokomotiv Sofia. Een privéchauffeur van Van den Stock zorgde voor het vervoer. „En wat denk je? Een hele wed strijd op het bankje. Waar zit dan je verstand als trainer? Ook als je weet dat ik weer terug moest naar Bremen." Later dat seizoen vero- Ronny van Poucke bekijkt de verrichtingen van de speelsters van IJzendijke. foto Peter Nicolai

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 48