17
woensdag 29 augustus 2012
foto Doron Ziony
Niels van Alphen in concentratie aan de pokertafel in Las Vegas.
spant dan."
„Een jaar geleden maakte ik mijn
eerste klapper. Ik deed mee aan de
WCOOP, zeg maar het WK onli
ne, de internetvariant van het toer
nooi in Las Vegas. Boven op mijn
kamertje zat ik op zondag vanaf
vier uur 's middags te spelen. Ik
kwam steeds verder en om vijf
uur 's nachts zat ik bij de laatste 32
van de 7500 spelers. En ik was
chipleader (de speler met de mees
te fiches). De volgende dag moest
ik om vier uur terugkomen om
verder te spelen."
„Thuis wisten ze eigenlijk van
niks, maar dit kon ik natuurlijk
niet verzwijgen. Mijn ouders had
den er vooral in het begin moeite
mee. Ze zagen het als gokken.
Maar ze weten nu wel dat het an
ders in elkaar zit. Die maandag
moest ik om negen uur gewoon
naar school, naar de HZ. Ik ben ge
woon gegaan, maar was natuurlijk
helemaal in extase, 's Middags ben
ik weer achter m'n laptop gekro
pen en ik won uiteindelijk 173.000
dollar."
„Die klapper heeft het pokeren
voor mij makkelijker gemaakt. In
het begin heb ik' ook veel geld ver
loren hoor. Dan kan het best moei
lijk worden, want je komt steeds
meer onder druk te staan. Je moet
winnen. Omdat ik een klapper
heb gemaakt, heb ik een buffer. Ik
heb die druk niet meer en kan
daardoor veel vrijer spelen."
Doelman Niels van Alphen in actie tegen SSV'65, de wedstrijd waaraan hij
een telefoontje van Goes te danken had. foto Ronald den Dekker
Is het een verslaving?
„Het is een kwestie van prioritei
ten stellen. Vorig jaar heb ik me
volledig gestort op een onderzoek
voor school en toen heb ik twee
weken niet gespeeld. Daar heb ik
geen moeite mee. Ik vind het wél
lekker als ik dan weer achter m'n
laptopje kan kruipen. Als jouw
spelstrategie klopt, geeft dat zó
veel voldoening. Het spel en de
spanning vind ik geweldig, maar
het geld is natuurlijk de drive. Het
spel spelen met lucifers is een stuk
minder interessant."
Ben je profspeler?
„Ik vind mezelf geen profspeler.
De ambitie heb ik wel, want ik
heb gezien dat ik me kan meten
met profs. Maar ik heb ook nog ge
noeg zwakke punten. Het hangt er
ook van af hoe je het begrip prof
speler omschrijft. Als je gespon
sord wordt, betalen ze je inleg
voor toernooien, dan vind ik dat
je een prof bent. Dat heb ik niet.
Er zijn ook spelers die niet gespon
sord worden, maar zichzelf prof
noemen op basis van hun resulta
ten. Het is een beetje grijs gebied."
Heb je als voetballer van een profcar
rière gedroomd?
„Ik heb een aantal jaren bij de
JVOZ gespeeld. Dat was nog in de
periode dat ze geen club waren.
Als speler trainde je bij JVOZ en je
speelde je wedstrijden bij je eigen
club. We speelden met JVOZ wel
vriendschappelijk tegen Feye-
noord en NAC. Het is natuurlijk
super om tegen profclubs te spe
len. Maar echt gedroomd van een
profcarrière... Nee, dat niet. Ik heb
mezelf nooit zo goed gevonden."
Dus jij blijft lekker je leven lang bij
De Noormannen?
„Ik ben en blijf altijd een Noor
man. Als er een leuke zaterdagclub
komt - zondag is online dé poker
dag - ga ik er echt wel over naden
ken. Eén keer heb ik zó'n lekkere
wedstrijd gekeept. In Goes, tegen
SSV'65. Ik keepte echt de sterren
van de hemel. Ik pakte alles. Na af
loop kreeg ik de complimenten
van mensen van Goes die stonden
te kijken. Aan het eind van het sei
zoen werd ik gebeld door Goes of
ik daar wilde komen spelen. Puur
op basis van die wedstrijd. Maar
het was niet het goede moment.
Ik had nog niet eens een autoo
tje."
Van Alphen is vergroeid met West-
kapelle. Ondanks zijn pokersucces
sen is en blijft hij er one of the
guys. „Hier op het dorp heerst ge
lukkig een grote gunfactor. Ze zien
dat ik nog steeds gewoon Niels
ben."
De jongen die in de rommelmarkt
commissie van De Noormannen
zit, in interviews op internet En
gels praat met een Zeeuws accent,
die niet opeens Armani-kleren is
gaan dragen en die het liefst met
z'n vrienden een biertje bij Café
Kasteel van Batavia drinkt.
Rudy Boogert