spectrum 6
SYLVESTER EIJFFINGER
I S NOG
Zaterdag 25 augustus 2012
Een huis met bordeauxrood hout
werk in een rustige villawijk. Be
zoekers worden in de hal be
groet door een harnas en een
overenthousiaste hond. „Af, Peb
bles." Een huiskamer waar het strakke
VT-wonen-design geen vat op heeft gekre
gen. Overal tafeltjes, foto's, boeken, siga-
rendoosjes en kistjes wijn.
„Ik heb hier niets over te zeggen. Anneke
bepaalt het allemaal. Een huis is om in te
leven."
Geen behang aan de muur, maar wel ge
borduurde middeleeuwse taferelen, ge
maakt door zijn vrouw, geïnspireerd door
de wandtapijten in het Musée de Cluny in
Parijs. En ook hier weer een ridderhelm.
„Dat is een bepaalde romantiek die ik leuk
vind. Ik ben eigenlijk in de verkeerde
eeuw geboren. Misschien had ik kasteel
heer moeten zijn."
Sylvester Eijffinger gaat er eens goed voor
zitten. Want praten, ja, dat is toch wel zijn
lust en zijn leven. Nee, hij is niet het type
eenzame studeerkamergeleerde. Eijffinger
moet onder de mensen zijn. Zijn beste
ideeën krijgt hij in gesprekken met studen
ten. Of op conferenties met collega's.
„Ik associeer, ben een beetje atypisch.
Door vragen word ik ertoe aangezet nog
scherper te formuleren. En dan denk ik:
dit moet ik verder uitwerken."
De hoogleraar financiële economie, die al
les weet van de eurocrisis en de Europese
Centrale Bank, verheugt zich nu alweer op
zijn gastcolleges volgend jaar aan de presti
gieuze Amerikaanse Harvard-universiteit.
En op het boek dat daaruit gaat voortko-
Sylvester Eijffinger
had best wel ridder of
kasteelheer willen
zijn. Maar hij werd
wetenschapper. Nu
legt hij de eurocrisis
uit aan een breed
publiek.
door Ans Bouwmans
foto's Jeroen Jumelet/GPD
men. „Mijn vak is mijn hobby. Ik ben heel
gelukkig, straalt dat niet van me af?"
Kennisoverdracht, daar gaat het om. Want
wat heb je aan geleerdheid als je er niets
mee kan doen? „Een hoogleraar moet colle
ge geven. Je collegelast minimaal invullen
vind ik fout. Een hoogleraar moet contact
hebben met studenten. Als de student het
niet snapt, dan heb je het niet goed uitge
legd. Zij zijn het correctiemechanisme."
Diepe lach. „En mijn vrouw natuurlijk, die
is dat ook. Heb je me op tv gezien, vraag ik
wel eens. Nee, daar had ik geen tijd voor,
zegt ze dan." Bulderend: „Vraagt ze of de
klikobak al buiten staat. Dat houdt je nor
maal."
Eijffinger is al zeven keer uitgeroepen tot
de meest geciteerde hoogleraar van de Uni
versiteit van Tilburg, met collega Lans Bo
venberg als belangrijkste rivaal. „Mijn Pou-
lidor."
Al die media-aandacht, die heeft hij niet
opgezocht. „Dat is niet chic."
Maar tegelijkertijd is het wel belangrijk.
„Het is leuk om met mijn vak bezig te zijn.
Het is ook belangrijk voor de universiteit.
Valorisatie, nuttig maken, is het tover
woord, hoe goed je onderzoek ook is, je
moet je positioneren in de samenleving.
Het motto van de universiteit is: understan
ding society", begrijp de samenleving.
En toegegeven, hij houdt er ook wel van.
„Natuurlijk ben ik ijdel, en ik geef het nog
toe ook. Ambitie en ijdelheid gaan samen.
Maar het moet niet zo zijn dat het hinder
lijk wordt. Overigens ga je er makkelijker
mee om als je ouder wordt."
Hij heeft een weblog, geeft openbare colle
ges - 'die zitten barstensvol' - en heeft vo
rig jaar vragen beantwoord van lezers van
Wegener-kranten, waaronder deze krant,
die zijn gebundeld in een boekje.
Toch zijn er grenzen. Eén daarvan is praat
programma's. Daar zul je hem dan ook
niet aantreffen. „Meebabbelen is mijn taak
niet. Ook vind ik dat wij hoogleraren niet
aan entertainment moeten doen. Het ge
vaar van de media is dat je vervreemdt van
jezelf Dat je jezelf overschat."
Iets te bewijzen heeft hij niet meer. „Ik
bert nu 58. Maar ik hoor wel: je gedraagt je
er niet naar, je bent nog zo speels. Ik heb
geen ontzag voor autoriteit, inclusief mij
zelf"
Vanwege de schuldencrisis zijn het glorieu
ze tijden voor Sylvester Eijffinger. „De eu
rocrisis is een moeilijke crisis, mensen wil
len dingen begrijpen. Dat is hun diepste
drijfveer." In wezen gaat het hier om een
politiek-institutionele crisis, geeft hij aan.
De Europese leiders reageerden niet effec
tief Sterker nog: ze hebben er een potje
van gemaakt.
„De grootste fout was dat de Griekse crisis
werd verknoopt met de bankencrisis. De
banken moesten meebloeden. Toen drong
bij beleggers het besef door dat staatsobli
gaties in de eurozone niet goudgerand wa
ren. Dat verergerde de schuldencrisis. Dat
is puur mismanagement en heeft de twee
de recessie veroorzaakt."
Eijffinger verwijt dat minister van Financi
ën Jan Kees de Jager, die net als zijn Duitse
collega vond dat ook de banken moesten
meebetalen en dat niet alleen de belasting
betaler moest opdraaien voor de financiële