Waarom zo bang
voor
spectrum 4
Zaterdag 25 augustus 2012
De Europese Unie heeft veel goeds gebracht, maar dat is
met ups en downs gegaan. Nu de eurocrisis ons in volle
hevigheid teistert, laaien de anti-Europa gevoelens sterk
op. Bij de Kamerverkiezingen staan de voor- en
tegenstanders lijnrecht tegenover elkaar. Wint de angst
of het vertrouwen?
door Dick Hofland
Wie de angst voor Europa wil begrij
pen, zou eens bij een tandarts
langs kunnen gaan. Ad de Jongh
weet als tandarts hoe bang men
sen kunnen zijn. „Je kunt wel te
gen jezelf zeggen dat het goed is voor je gebit en je
gezondheid, maar dat neemt de angst echt niet weg",
zegt De Jongh, behalve tandarts ook psycholoog en
hoogleraar angst- en gedragsstoornissen.
„Het gaat om het verschil tussen hoofd en hart, ver
stand en emotie. Angst is vooral gevoel, emotie. Dat
is niet voor niets, want dat beschermt ons nu een
maal veel beter tegen mogelijke bedreigingen dan de
ratio, het verstand. Als je plotseling een slang ziet in
het bos, reageer je met schrik en vluchten, nog voor
dat je precies beseft óf het wel een slang is en of het
een giftige is of niet Die angstreactie is prepared, evo
lutionair ingebouwd in onze hersenen om te overle
ven. Je kunt proberen met je verstand te beredene
ren dat die angst niet terecht is, maar dat lukt niet."
Het maakt niet uit, zegt Dé Jongh, of het om een
slang gaat, een bezoek aan de tandarts of de komst
van immigranten, de islam, de euro of Europa. „Je
ziet het overal. De gemeenschappelijke factor is de
angst om de controle te verliezen. Als je het over Eu
ropa hebt, is de overheersende angst dat we onze be
langen verkwanselen en het gevoel dat je nooit meer
terugkrijgt wat je hebt afgestaan."
Angst in zijn diepere betekenis is vooral: geen vat op
de dingen hebben, geen informatie, oftewel onwe
tendheid. De Jongh: „Je hebt geen overzicht over de
situatie, je weet niet wat er gaat gebeuren. Daardoor
weet je niet wat je moet doen als het bedreigend
wordt en of je uiteindelijk wel bestand zult zijn te
gen het gevaar dat op je afkomt. Als je wel weet wat
er aan de hand is, weet je ook waar je het gevaar
kunt verwachten en kun je je er op voorbereiden.
„Laten we eerlijk zijn. Wat weten we nou van Euro
pa, van het Europees parlement, de Europese Com
missie? Wat weten we van wat er in Brussel en
Straatsburg gebeurt, waar ze mee bezig zijn en hoe
dat ons leven gaat beïnvloeden? Veel mensen geeft
dat alles een gevoel dat ze verloren zijn. En dan is
het begrijpelijk dat je denkt: sluit de luiken, ik wil er
niets mee te maken hebben. Dat is veiliger."
De PW speelt op die angst in en heeft in zijn verkie
zingsprogramma opgenomen dat Nederland zowel
uit de eurozone moet stappen als uit de Europese
Unie. Vorige maand wilde opiniepeiler Maurice de
Hond wel eens weten hoeveel burgers hopen dat de
ze voorstellen in de volgende regeringsperiode daad
werkelijk in de praktijk worden gebracht. Dat blijken
er ruwweg één op de vijf, 20 procent. Van de kiezers
die overwegen op de PW te stemmen is 70 procent
voor de anti-Europaplannen van Geert Wilders.
Bij de aanhang van de andere partijen zijn de an-
ti-Europa-gevoelens veel minder. Ook bij een euro
sceptische partij als de SP, wil uiteindelijk niet meer
dan één op de drie potentiële aanhangers uit de euro
zone. Een iets kleiner percentage ziet het hele idee
van een verenigd Europa niet zitten.
Er zijn ook echt Europa-gezinde partijen. Het meest
uitgesproken pro-Europa zijn aanhangers van D66,
GroenLinks en PvdA. Deze partijen leveren ook ze
tels in zodra het pessimisme of cynisme over Europa
toeneemt. WD'ers en CDA'ers hebben over het alge
meen iets meer twijfels, maar zijn ondanks de huidi
ge problemen toch in meerderheid voorstanders van
een verenigd Europa en één Europese munt.
Een vergelijkbaar beeld rijst op uit
de Eurobarometer van TNS/NIPO.
De onderzoekers stellen dat het ver
trouwen in de euro en in mindere
mate het vertrouwen in de EU wel
iswaar een flinke knauw hebben gekregen, maar dat
een ruime meerderheid van de bevolking achter het
Nederlandse lidmaatschap van de EU staat en, in
mindere mate, achter de euro.
Hoewel de angst en onzekerheid over de toekomst
van Europa, en daarmee ook die van Nederland, dus
niet breed gedragen worden door de bevolking, zijn
ze de afgelopen jaren wel toegenomen. Veel burgers
vinden vooral dat Europa wel heel veel geld over
maakt naar de armere zuidelijke landen. Daar zit ook
Nederlands geld bij en velen denken dat nooit meer
terug te krijgen. Die gevoelens komen sterk naar vo
ren in een andere peiling van De Hond, die deze
week werd gepubliceerd in het eenmalige verkie
zingsmagazine 'Rijk achter de dijken?' van instituut
Clingendael.
Slechts één op de tien kiezers heeft er vertrouwen in
dat politici hun belangen goed kunnen behartigen in
Brussel. Vier van de tien hebben soms vertrouwen,
maar de helft van de Nederlanders ziet de eurocrisis
als grootste dreiging voor de toekomst. Clingen-
dael-directeur Ko Colijn voegt daar aan toe dat de
verkiezingsprogramma's veelal zwijgen over buiten
lands beleid. „Politici hebben over de volle breedte
weinig besef van de plaats van Nederland op de we
reldkaart van de 21e eeuw. We worden meer en
meer een introvert land."
Om de Europese 'droom' te begrijpen, moeten we te
rug naar het recente verleden. De Europese integra
tie vond zijn oorsprong in het ideaal 'nooit meer oor
log', dat werd ingegeven door de verschrikkingen
van twee wereldoorlogen. Niettemin stond Neder
land vanaf de jaren vijftig al sceptisch tegenover een
Europese defensie en een Europese politieke gemeen
schap. Het opheffen van handelsbelemmeringen
werd daarentegen positief ontvangen. Handelsbelan
gen leken dus in eerste instantie een belangrijker rol
te spelen dan idealistische overwegingen. Toch was
Nederland in de beginperiode wel degelijk bereid be
voegdheden aan de Europese Commissie over te dra
gen om zodoende een mogelijk toekomstige machts
strijd tussen lidstaten te voorkomen. Dat was in het
belang van een klein land als Nederland, dat zich ech
ter, als het zo uitkwam, niet aan het Europese beleid
hield.
Deze wat tweeslachtige houding met betrekking tot
Europa liep als een rode draad door onze nationale
geschiedenis. Even leek daar een eind aan te komen,
met de val van de Berlijnse Muur in 1989. West- en
Oost-Duitsland werden herenigd en het einde van
de Koude Oorlog kondigde zich aan. Europa wachtte
ogenschijnlijk een stralende toekomst. Peilingen on
der de Nederlandse bevolking leken dat te bevesti
gen.
Maar in de jaren negentig brokkelde de aanvankelijk
overweldigende steun voor Europa langzaam maar
zeker af En na de eeuwwisseling begonnen burgers
meer en meer problemen te zien. Driekwart vreesde
dat de eenwording tot verlies van banen zou leiden
en ruim de helft vond uitbreiding van de EU te duur.
Dat leidde bij de verkiezingen in 2004 tot winst van
SP en LPF van Pim Fortuyn, die een anti-Europese
campagne hadden gevoerd.
Sindsdien is de euroscepsis alleen maar toegenomen.
„De wereld is voor veel mensen te groot geworden,
niet meer te vatten. Dat wordt nu zichtbaar", stelt
cultureel-econoom Arjo Klamer. „Europa is een
ver-van-mijn-bed-show geworden waardoor de
mensen zich weer bewuster worden van de eigen, lo
kale identiteit. Mensen hebben het nodig zich ergens
thuis te voelen. Niet alleen in hun eigen omgeving,