3 'Bad girls go to Meerwaarde! PROFILINE.NL woensdag 15 augustus 2012 Kozijnen Dakkapellen Zonwering (0118) 820 220 hij. „Dat is een vereniging van vrij willigers die wacht houden bij bij voorbeeld zwembaden of bin nen water. Ik had behoefte aan meer uitdaging en via een collega ben ik hier in Zeeland bij de strandwacht gekomen." Het werk van een reddingsbriga dier bestaat vooral uit preventief bezig zijn. „We proberen mensen bewust te maken van de gevaren", legt Arnoud uit. „Voorkomen is be ter dan genezen natuurlijk. Nu zijn er bijvoorbeeld veel scheermes sen op het strand. Dit zijn langwer pige schelpen die rechtop in het zand staan. Als mensen er met hun volle gewicht op gaan staan, kan dat tot behoorlijk bloedende sneden leiden. Door mensen te waarschuwen, ben je als strand wacht ook meteen zichtbaar. Je maakt contact en je laat merken dat je er bent." Vorig jaar zijn de polsbandjes voor kinderen geïntroduceerd. Op dit polsbandje kunnen ouders of bege leiders hun o6-nummer schrijven. „Wanneer een kind dan te ver weg gelopen is, kan je de ouders zo weer vinden door ze te bellen", zegt strandwacht collega Erica Scholten (26). „We merken echt dat er minder kinderen vermist worden. Die bandjes zijn dus een groot succes en worden heel posi tief door ouders ontvangen." Toch blijven er nog genoeg meldin gen komen van verloren kindjes of ouders. „Vooral tussen vijf en zes, wanneer de mensen naar huis gaan", merkt Arnoud op. „Als bij voorbeeld mama nog even naar de wc is en papa niet goed oplet. Drie keer met je ogen knipperen en het kindje is ineens weg." Als reddingsbrigadier moet je over al op voorbereid zijn. „Je moet al- Aijd zorgen dat je goed gegeten en gedronken hebt, ook al heb je geen honger of dorst", vertelt Arn oud. Brigadier Bart Jacobs (21) vult aan: „Je kan zomaar een paar uur weg zijn. Ik ben een keer vier uur op pad geweest met de boot, toen het aflandige wind was. Dan blijf je mensen met opblaasbootjes en -bedjes waarschuwen. Ze drijven dan snel af en dan is het moeilijk om op eigen houtje weer terug naar de kant te komen." Iemand van de verdrinkingsdood redden heeft het team nog nooit hoeven doen. Ook Marcel Huij- brechts (35), die al sinds zijn zeven tiende voor de strandwacht werkt, niet. „Eén van de zwaarste geval len die ik heb meegemaakt, was een man die een hartaanval kreeg", zegt hij. „Dit komt geluk kig maar zelden voor." Marcel ge bruikt zijn kennis nu voor het aan sturen van het jonge team. Wanneer je in Scharendij- ke op het stuk strand ligt dat binnen de twee strandwacht vlaggen valt, ben je verzekerd van hulp binnen drie minuten. „In landen als bijvoor beeld Frankrijk mag je niet buiten de vlaggen zitten", vertelt Arnoud. „Maar wij willen dat mensen in het gebied buiten de vlaggen ook veilig kunnen recreëren. Daarom patrouilleren we daar ook gewoon. In totaal nemen we samen met on ze andere drie posten 21 kilometer kustlijn voor onze rekening." Voor brigadier Erica is het werken bij de strandwacht eigenlijk een va kantie. „Maar dan eentje waarbij je lekker bezig kan zijn", zegt ze la chend. De strandwachten komen uit alle streken van het land, er is zelfs een Fransman lid van het team. Omdat de meeste brigadiers niet in Zeeland wonen, wordt er op de post geslapen. Er wordt dus veel tijd met elkaar doorgebracht en dat schept een sterke band. „Het leuke is dat je met mensen in contact lcornt die je in het dagelijks leven misschien zo voorbij zou lo pen", vertelt aspirant-strandwacht Bas van Haaren (17). Arnoud vindt de onvoorspelbaar heid van het werk het interessant ste. „De actie en niet weten wat er gens aan de hand is, vind ik het leukst", zegt hij. „Als het uiteinde lijk allemaal meevalt, is dat heel fijn." Bij slecht weer is er tijd om intern mensen op te leiden. „Er valt genoeg te leren", zegt Arnoud. Voor meer informatie over de strandwacht kan je terecht op www.redned.nl De strandwachten delen polsbandjes voor kinderen uit. Daarop kunnen ouders hun telefoonnummer noteren. foto Dirk-Jan Gjeltema Een aantal keer per dag patrouilleert de strandwacht per boot. foto Dirk-Jan Gjeltema Elk jaar weer een dilemma: welke kleren neem je mee en welke laat je thuis? Vandaag: een kijkje in de koffers van tien zestienjari ge meiden uit Soerendonk. door Ellen Nieuwenhuijze Make-up. M'n stijltang. Jongens. M'n telefoon. Robin, Maud, Chantal en Evy kunnen maar weinig spullen missen als ze op vakan tie zijn. De vier zijn samen met zes andere vriendinnen een weekje op vakantie op jongeren- camping Duin en Strand in Scha- rendijke. „We hebben veel te veel mee", vertelt Robin. Evy valt haar bij: „Vooral als je ziet dat we er een hele dag zo bij lopen." Ze wijst op haar sweater en jogging broek. „Iedereen hier op de cam ping draagt dit." Robin: „'s Avonds trekken we onze uitgaanskleding aan. Meest al een hempje met een lange broek. Die dragen we dan tot een uurtje of vier en dan trek ken we onze joggingbroek weer aan om te gaan slapen." In tegenstelling tot de meeste jongeren op de camping zitten de meiden om half elf al aan het ontbijt. Maud: „We kregen van daag bezoek, dus we moesten er vroeg uit." De camping zijn ze nog niet af geweest. „Eigenlijk doet nie mand hier iets", vertelt Evy. „Overdag uitslapen en rondhan gen, 's avonds uit. Iedere dag het zelfde." Wel zijn de meiden be vriend geraakt met hun buren, tien jongens. „Onze leukste vakantiekleren zijn onze shirtjes", vertelt Chan tal. „Voor de vakantie hebben we T-shirts laten bedrukken." Robin trekt haar trui uit. Op de voorkant verschijnt de tekst 'Good girls go to heaven'. „De ach terkant is leuker", grinnikt ze. 'Bad girls go to Renesse'. Robin (midden), Maud (rechts), Evy (naast Maud) en Chantal (helemaal links)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 35