Ik zit op de plek waar ik wil zijn
De Vader Abraham van de i/e eeuw
15
vrijdag 10 augustus 2012
Rosita Steenbeek fietste van Amster
dam naar Delphi en schreef er een
boek over. Voor het beroemde Ora
kel had ze geen vraag. „Ik leef in het
evenwicht tussen overgave en con
trole."
door Anneke Wijsman
Schrijfster Rosita Steenbeek doet den
ken aan zo'n mooie porseleinen pop
met meer kapsel dan lijf Maar deze
'petite' fietste wel 3000 kilometer
achter haar vriend aan naar Griekenland.
Een opmerkelijke onderneming voor een
ongeoefende fietsster die op haar 13e een
hersenbloeding kreeg, daar epilepsie aan
overhield en niet eens zo heel lang geleden
bij een zwaar auto-ongeluk haar rug brak.
Nee, dan haar vriend Art. Een veel jongere,
beresterke Armeniër, die ooit op zijn vouw-
fietsje vanuit Amsterdam naar haar woon
plaats Rome peddelde. Hij kreeg haar zo ver
dat ze samen op pad gingen. Rosita, gek als
ze is op de klassieke oudheid, koos als reis
doel het Orakel van Delphi in Griekenland.
Ze beschreef deze fietstocht in haar pas ver
schenen boek Amsterdam - Delphi. Het werd
een lofzang op Italië en Griekenland. En gaf
een af en toe hilarisch kijkje op een merk
waardig paar. Zij, de geleerde vrouw, die
met namen van Griekse helden strooit en ie
der hoofdstuk met een citaat uit de klassie
ken begint. Hij, de zeventien jaar jongere fo
tograaf die vooral gek op spullen is, fietsspul-
len wel te verstaan, waarvoor hij het hele in
ternet afstruint. Eenmaal op reis loopt hij ki
lometers met zijn kapotte fiets omdat de
fietsenwinkel die ze eindelijk vinden niet
het goede merk remmen heeft. Art is ook
een heethoofd die meteen al bij vertrek zijn
navigatie tegen een lantaarnpaal doormid
den slaat uit frustratie dat het ding met spe
ciaal gekochte software, het niet doet.
Rosita doet in temperament nauwelijks
voor hem onder. „Dat ken ik nog zo goed
van vroeger. Mijn vader en ik stonden heel
vaak schreeuwend tegenover elkaar. Dan
riep hij: 'Je hebt mijn leven verpest'. En ik
riep terug: 'Jij het mijne'. Maar we hielden
zielsveel van elkaar. Daardoor weet ik van
kinds af aan al dat zulke uitbarstingen een
liefde niet in de weg staan."
Vrienden, vriendinnen, studenten van haar
vader, iedereen was welkom in het Amers-
foortse gezin waar kerk en taal met warmte
werden omarmd. „Ik heb alleen maar goede
herinneringen aan het geloof. Tot ik op
mijn 18e het huis verliet, ging ik iedere zon
dag naar de kerk." Ze wilde aanvankelijk
zelfs dominee worden, net als haar beide
grootvaders. Maar de zware kerkelijke hoek
waar de opleiding in zat, viel tegen en uit
eindelijk studeerde ze af als neerlandica,
waarna ze meteen naar Rome vertrok op
zoek naar filmrollen. Een carrière als film
ster kwam niet van de grond, wel een ro
mance met de wereldberoemde regisseur
Frederico Fellini, die ze in haar eerste boek
beschrijft.
De nodige boeken en liefdes verder, woont
ze nog steeds in de Italiaanse stad. „Naar Ita
lië gaan, is het beste dat ik ooit gedaan heb.
Ik hoor daar. Het gewone leven, dat daar
nooit gewoon is, lijkt zich op een filmset af
te spelen, tegen een ongelooflijk mooi decor
met altijd leuke tegenspelers, heerlijk eten
en drinken. En, wat ook heel belangrijk is:
de zon schijnt er. Mensen worden daar mak
kelijker van. Ze eten buiten en hebben een
houding van: dat komt morgen wel." Wie
zo over Italië denkt, verlangt niet naar Ne
derland. „Ik kom er alleen voor mijn werk
en mijn dierbaren." En als ze er noodge
dwongen in het ziekenhuis moet liggen, zo
als na dat dramatische verkeersongeluk.
Rosita had lang voor haar zieke vader ge
zorgd. Na zijn overlijden nam neef Tado
IHSTIIB8H-IUM! haar en haar moe-
der mee voor een
troostuitje. Bij het
ongeluk dat volgde,
vond Tado de dood,
brak moeder haar
nek en Rosita haar
rug. Ze schreef er
het boek Intensive
Care over.
De band met haar
moeder is intens. Ze
logeert vaak bij haar
in het ouderlijk huis op de Amersfoortse
berg en moeder komt straks weer een
maand gezellig naar Rome. „Eén van de
voordelen van zelf geen kinderen hebben is,
dat ik extra veel tijd voor mijn ouders heb."
Dat er geen kinderen kwamen, was eerst
toeval, en later toen ze Art leerde kennen
een bewuste keuze. „Hij wilde graag, maar
ik overzag heel nuchter wat dat zou beteke
nen. Het was te laat. Ik ben in een ander
soort leven terecht gekomen, een kunste
naarsleven. We kunnen nu zelf kinderen
blijven. Of ik me een kunstenaar voel? Nou
ja, schrijven is toch een scheppend beroep."
Ze klinkt tevreden. „Ik zit op de plek waar
ik wil zijn." Bij alle ziekte en zeer heeft ze
nooit gedacht: waarom overkomt mij dit?
„Waarom ik niet? Ik besef eerder dat we op
een bevoorrecht stukje van de wereld leven,
waar iedereen zich inspant om je weer be
ter te maken terwijl elders mensen elkaar
dood maken. Iedereen wilde weten welke
vraag ik voor het Orakel van Delphi had,
maar ik had geen vraag. Ik leef in het even
wicht tussen overgave en controle."
Ze kalmeert bij de zee. „Ik kan er in liggen,
naar kijken en naar luisteren. Het ruisen
van het eeuwige ritme van het aan- en afrol
len van golven waarin je opgenomen wordt.
Het is een soort oermoeder voor me." Op
weg naar Delphi wilde ze ook zo veel moge
lijk langs de kust fietsen, al betekende dat
onherbergzame paden en dientengevolge ge
ruzie met Art. Zeven jaar is het stel nu sa
men. „Mijn langste relatie ooit. Hij is een
man van de bergen, ik een vrouw van de
zee. Wat ons bindt, is de humor."
©Rosita Steenbeek - Amsterdam - Delphi.
Arbeiderspers, 19,95 euro.
door Mario Molegraaf
De P.C. Hooftstraat, mis
schien heeft wel 99 procent
van de Nederlanders ervan
gehoord. De P.C. Hooftprijs, 9 pro
cent van de bevolking weet hope
lijk waarover het gaat. Maar P.C.
Hooft, de dichter achter die presti
gieuze prijs en de chique straat?
Hooguit 0,9 procent zal een idee
hebben De onwetenden missen
iets. Hij was, denk ik, een van de
genen die de taal die we spreken
en schrijven leven heeft ingebla
zen met een toen volstrekt nieuw
spel van rijm en klank. 'Amaril, de
deken zacht/ van de nacht'. 'Mijn
lief mijn lief, mijn lief Zo sprak
mijn lief mij toe'.
Wie alles over hem wil weten, kan
terecht in het pas verschenen boek
De gedichten, en beluister ook de
bijbehorende cd. Want de muziek
is, wat vaak over het hoofd wordt
gezien, met zijn werk verbonden.
Hooft schreef allerlei soorten poë
zie, maar voor een aanzienlijk deel
gaat het om liedteksten op oude
en nieuwe melodieën. We hebben
hier de vaderlandse hits van vier
honderd jaar geleden. Je kunt hem
een Vader Abraham van de zeven
tiende eeuw noemen.
Dit waren liederen die iedereen
kende, met teksten die iedereen be
grijpen kon. Hij schreef onbekom
merd dingen als: 'Lieve lippen,
schone mond, die met levende ro
bijnen, mij zo dikwijls deed ver
schijnen in den dag een morgen
stond'. Zulke sjablonen en clichés
duiken overal op, kun je onvrien
delijk zeggen. Ik zie hem eerder als
iemand die dé emoties van tallo
zen vertolkte. Met woorden die in
De nodiging van nachts bekoorlijkheden,
dat halvertijd twee liên één deksel warm';
bekruipenis van liefelijke leden
waarinne zinkt het binnenst van den arm:
slaapmaatschappij beter bindt dan duizend eden.
P.C. HOOFT (1581-1647)
middels wél enige
uitleg behoeven,
want het Neder
lands heeft inmid
dels honderd keer
een nieuwe jas aan
getrokken.
Maar met het com
mentaar in hét
boek worden de
hierbij afgedrukte
regels duidelijk ge
noeg. Mensen die
halvertijd, een half
etmaal, onder één
deksel liggen, on
der één deken. Het
binnenste van an
dermans arm tegen
jouw lijf. Slaapmaatschappij, sa
men slapen, bindt sterker dan dui
zend eden. De liefde is onderwerp
nummer één bij
P.C. Hooft, net als
in de smartlappen
van vandaag. Als je
hem leest, zeg je
vaak: ja, zo is het,
helemaal. Daarom
kunnen we meezin
gen, allemaal, 100
procent.
©P.C. Hooft - De
gedichten. Ver
zorgd en uitge
geven door Jo-
han Koppenol
en Ton van
Strien. Muzika
le redactie en
toelichting Natascha Veldhorst.
Athenaeum-Polak Van Gen
nep, 45 euro (geb., met cd)
Rosita Steenbeek in Griekenland.