Mam, ze zeggen dat ik van ade! ben'
boeken 135
H
Alle klokken worden in de rivier geworpen
woensdag 1 augustus 2012
De adel is niet dood in Nederland,
hij houdt dapper stand en verkeert
nog steeds in kringen van macht en
aanzien. Ileen Montijn schreef Hoog
geboren, een schatkist van feiten en
weetjes.
door John Jansen van Galen
Omdat ik opgroeide in een feodale
omgeving, tussen de kastelen Bil
joen en Rosendael, is de adel mij
met de paplepel ingegoten. De
graven Bentinck, de baronnen Van Pallandt,
de jonkheren Brantsen waren bij ons thuis
household names, de bossen achter ons
huis het toneel van hun jachtpartijen. Je
hoorde over hun tanende rijkdom, hun
goedgunstigheid, soms hun krenterigheid,
vaak hun decadentie - snelle auto's, drank
en amoureuze escapades. Ik voetbalde in de
kleuren vaiï de Van Pallandts die mijn club
hadden opgericht en haar het eerste terrein
hadden geschonken.
Het hele dorp Rosendael leek aan deze fami
lie toe te behoren. De vader en grootvader
van de baron waren er burgemeester ge
weest, hijzelf was er wethouder en aanvoer
der van de enige partij; de dorpelingen vier
den Koninginnedag in de tuin van het kas
teel, terwijl hij welwillend toekeek, met een
glas sherry in de hand. Burgemeester was
toen een edelman uit een ander geslacht,
een d'Hangest baron d'Yvoy van Mijdrecht,
later diens schoonzoon jonkheer Flugi d'As-
permont, daarna diens weduwe mevrouw
Flugi d'Aspermont - d'Hangest barones
d'Yvoy van Mijdrecht. What's in a name?
Het was glorie in verval. Toen in die jaren
zeventig Otto baron van Verschuer, de heer
van Marienwaerdt aan de Linge bij Gelder-
malsen, kandidaat was voor het voorzitter
schap van de Christelijke Historische Unie,
moest de vergadering zich buiten zijn aan
wezigheid wel een uur beraden over de
vraag of het voor de CHU (nota bene be
kend als 'partij van de dubbele namen') wel
passend was iemand uit de adel als voorzit
ter te hebben. Zijn partijgenote freule Wtte-
waal van Stoetwegen had trouwens als kind
al op haar vraag 'Mam, ze zeggen op school
dat ik van adel ben' te horen gekregen:
„Veeg jij nou maar je voeten."
Een bejaarde adellijke dame zegt tegen de
schrijfster Ileen Montijn: „Ach kind, het is
allemaal voorbij."
Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij?
Nostalgie is een onmiskenbaar bestanddeel
van de adel, een heimwee naar overzichtelij
ker tijden toen er duidelijke scheidslijnen
Hepen tussen rangen en standen. In de ge
Jongens en meisjes 'van goede komaf in het Kurhaus te Scheveningen, tijdens het Debutantenbal van 2007.
foto ANP/Erik van 't Woud
lijkheidsmanie van de jaren zestig en zeven
tig moest dat onderscheid weggevaagd wor
den en de adel werd voorwerp van spotter
nij en smalende praatjes, terwijl ze ook zich
zelf klein maakte ('het grote wegkruipen,'
noemt Montijn dat). Maar die stemming is
overgewaaid en vandaag de dag is er een her
waardering voor, en erkenning van de be
hoefte aan elites. En daarmee is er nieuwe
belangstelling voor de adel, waarin Mon-
tijns Hoog geboren, 250 jaar adellijk leven in
Nederland, past.
Op het omslag staat de foto van een jongen
tussen twee zuilen, pet op, geweer op de
schouder, twee dode fazanten op de rug, ze
ven dode konijnen aan zijn voeten. Het is
de piepjonge Willem Jan baron van Dedem,
in 1925 voor zijn geboortehuis De Colckhof
bij Heino.
Door de trotse, zelfverzekerde blik van de
11-jarige (dan al 'een goed geweer'), denkt
de kijker geen moment hier de zoon van
een jachtopziener voor zich te hebben.
Adel, maakt Montijn duidelijk, is niet alleen
een kwestie van overerving, maar ook van
houding en van savoir vivre.
De adel bestaat in Nederland thans uit onge
veer 10.000 perso
nen, een half pro
mille van de bevol
king, maar scoort
nog bovenmatig in
de top tweehonderd
invloedrijkste perso
nen van de Volks
krant en in de top
vijfhonderd rijkste
Nederlanders van
Quote. Waar adel
dom overal verbon
den is met vorsten
en monarchie, lijkt de toonaangevende posi
tie van de adel in een land dat 250 jaar lang
een republiek was een wonder. Maar vol
gens Montijn was in die republiek veel min
der 'het volk' aan de macht dan vaak is aan
genomen. De adel handhaafde zich onder
de stadhouders. Zo is haar boek tegelijk een
spiegel van de Nederlandse geschiedenis,
van de bovenkant bekeken.
Zonder in (voor)oordelen te vervallen, be
handelt Montijn in een soepele, nuchtere
stijl binnen het bestek van 400 pagina's, op
grond van uitvoerig speurwerk in boeken
en memoires, maar ook van gesprekken
met leden van de adel, wel ongeveer alle
denkbare aspecten van de historie en het le
ven van deze groep: erfopvolging, opvoe
ding, eten en kleding, feesten en partijen,
landgoederenen jacht, liefdewerk en sport,
duels, zwarte schapen en de eigen taal waar
in een haan een 'kok' is en een parelhoen
een 'poelepetaat' (poule pintade). Zo noem
den wij die laatste dieren thuis trouwens
eveneens, waaruit mag blijken, hoe het lage
re volk beïnvloed werd door een adellijke
omgeving.
Dat encyclopedische karakter van het boek
is ook het enige bezwaar ertegen: het is
meer geschikt om er in te grasduinen dan
het in één ruk uit te lezen. Een lijn in het
verhaal is moeilijk te vinden tussen al die
lemma's en anekdotes. Maar Montijns mate
riaal is wel zo rijk en beeldend, dat het een
schatkamer kan zijn voor een Nederlandse
versie van Downton Abbey, waar ik nu al
naar uitkijk.
Ileen Montijn - Hoog geboren, 250 jaar adel
lijk leven in Nederland. Contact, 29, 95 eurol.
O Ramona Ausubel - Er is
hier niemand behalve wij
allemaal
Vert. Lucie van Rooijen
Meulenhoff, 19,95 eu-
door Sonja de Jong
aar Roemeense grootmoeder
vertelde haar verhalen over
de oorlog. En Ramona Ausu
bel, zelf lang na die oorlog geboren,
maakte er Er is hier niemand behalve
wij allemaal van. Een verhaal van in
de beste traditie van de joodse ver
halenvertellers. Een nu eens nostal
gisch, dan weer bijtend bitter
sprookje met een vleugje magie, in
de schaduw van de jodenvervolging.
Verteller is de 11-jarige Lena. Zij
woont in het dorpje Zalischik in
Roemenië, gelegen op een schierei-
landje in de bocht van een rivier.
Als de dorpsgenezer een krant laat
zien met berichten over de jodenver
volging en als bovendien een vrouw
uit een naburig dorp aanspoelt als
enige overlevende van een pogrom,
besluiten de dorpsbewoners zich af
te sluiten van de rest van de wereld
en de schepping opnieuw te doen,
Zoals ooit God de wereld schiep, zo
creëren de dorpsbewoners hun ei
gen nieuwe wereld, zonder verleden
en zonder band met wie dan ook.
Alle klokken worden in de rivier ge
worpen, als bewijs dat de oude tijd
voorbij is. En omdat oom Hersh en
tante Kayla vinden dat ze in dit nieu
we bestaan recht hebben op een
kind, iets wat hun in de oude we
reld niet lukte, staan Lena's ouders
hun jongste dochter af De 11-jarige
krijgt de opdracht in het huis van
de licht getikte tante Kayla in snel
treinvaart van baby tot volwassen
vrouw te groeien, om vervolgens te
worden uitgehuwelijkt aan de 15-jari-
ge Igor.
Jaren verstrijken, de oorlog gaat vol
ledig voorbij aan Zalischik, maar
dan graaft de juwelier uit nieuwsgie
righeid de door hem begraven radio
op en opent daarmee een weg waar
langs de buitenwereld, in de per
soon van een bataljon vijandelijke
soldaten, kan binnendringen. Zij ne
men Igor mee en Lena besluit te
vluchten voordat de soldaten terug
komen om ook haar en haar twee
zoontjes te halen.
Waar de eerste helft van het boek
nog vol van hoop en weemoed is,
verwoord in poëtische metaforen en
magische beelden, betekent de
komst van de militairen een breuk
daarmee. Vanaf dat moment is de
wereld en ook de toon van Ausubel
hard en grimmig. Alles wat haar
dierbaar is, raakt de rondzwervende
Lena onherroepelijk kwijt. Toch ein
digt het boek met hoop, bescheiden
hoop op een nieuwe toekomst, een
iets betere wereld.
Ausubel vertelt haar verhaal op mee
slepende wijze, in barokke beelden
en vol mooie zinnen. In rake obser
vaties typeert zij haar personages.
De kinderloze Kayla laat zij borduur
werkjes van manden vol knalroze
baby's maken, terwijl zij naast de
hoogzwangere bankiersvrouw zit en
'haar jaloezie als slijm uit haar sij
pelt'. En als zij eenmaal in Lena een
dochter heeft die gedwee voor baby,
kleuter en schoolmeisje speelt, is
het haar nog niet voldoende, dan
wil zij ook nog 'moeder van de
bruid' worden.
De wereld die Ausubel oproept,
doet denken aan die op de schilde
rijen van Chagall, tijdloos, nostal
gisch en met een vleugje magie.
Zeldzaam mooi.