'Ik zou nog wel eens zo'n huldiging spectrum 2 Zaterdag 21 juli 2012 2008: Elisabeth Willeboordse verliest in de derde ronde van de Olympische Spelen van de Noord-Koreaanse Ok lm Won (linksboven), maar kan weer samen met bondscoach Marjolein van Unen weer lachen als ze brons heeft gewonnen. Aan het einde van de Olym pische Spelen van Peking (2008) werd Elisabeth Wil leboordse tijdens een feest je voorgesteld aan Usain Bolt. Dat was natuurlijk bijzonder. Maar de Zeeuwse judoka, die de Jamaicaanse topsprinter nota bene een dag eerder de 100 meter had zien winnen, herkende hem in eerste instantie niet in zijn burgermanskleren en kon even later - na dat ze eenmaal doorhad wie ze de hand had geschud - wel door de grond zakken. „Maar ja", zegt ze vier jaar later, „ik heb me altijd zo op m'n eigen sport geconcen treerd, dat ik al het andere niet intensief heb gevolgd. De naam Bolt kende ik van zelfsprekend, maar ik wist even niet pre cies welk gezicht erbij hoorde." Die focus op het judo heeft Willeboordse (33) heel ver gebracht. Ze werd twee keer Europees kampioene in de klasse -63 kilo, won een zilveren en een bronzen WK-medaille en werd derde bij haar eer ste deelname aan de Olympische Spelen. In Londen, op 31 juli, doet ze voor de twee keer mee. Natuurlijk gaat ze voor goud. Gezien haar fysieke gesteldheid en positie op de wereldranglijst - ze staat ne gende - is dat ook mogelijk. En mentaal Tijdens de Olympische Spelen van Londen (27 juli-12 augustus) is judoka Elisabeth Willeboordse weer kanshebber op eremetaal. Brons pakte de voormalige Middelburgse vier jaar geleden al in Peking en zilver wil ze eigenlijk niet. Ze gaat dus voor goud. „Elke topsporter wil toch alleen het allerhoogste?" Het olympische toernooi vormt voor de 33-jarige Willeboordse waarschijnlijk het sluitstuk van een imposante carrière. door Roeland van Vliet staat ze er ook goed voor. „Maar hoe goed je ook bent voorbereid, garanties heb je bij ons nooit. Judo is geen sport waarbij je zo snel mogelijk van A naar B moet komen, zoals zwemmen of hardlopen. Bij judo heb je altijd te maken met een tegenstan der. Je levert een gevecht met jezelf én met die ander. De uitkomst is veel moeilij ker te voorspellen. Dat is soms lullig, maar je moet het accepteren." Hoewel Willeboordse niet weet wat Lon den haar gaat brengen, vindt ze het in elk geval geruststellend dat haar voorberei ding vele malen beter is verlopen dan vier jaar geleden. In 2008 was de judoka van Budokan Rotterdam al maanden van tevo ren op van de zenuwen. Ze was gestrest, emotioneel en vreesde dat ze in China zou afgaan. „Het was natuurlijk niet mijn eerste titeltoemooi. Ik was ook al naar EK's en WK's geweest", vertelt de voorma lige Middelburgse. „Maar de Olympische Spelen, da's toch iets anders. Bij een WK sta je eigenlijk nauwelijks in de belangstel ling, terwijl de Spelen echt door iedereen gevolgd worden. Je krijgt véél meer aan dacht, de impact van deelname is véél gro ter dan bij welk ander toernooi dan ook. Er was toen niemand die mij daarop voor bereid had. Of misschien is me wel ver teld hoe ik me erop kon instellen, maar drong het niet tot me door." Eenmaal in Peking bereikte de stress een hoogtepunt. Toen ze enkele dagen voor haar eigen toernooidag de imposante wed strijdhal betrad, sloeg de angst haar om het hart. „Ik weet nog dat ik toen dacht: als ik nu een blessure krijg, hoef ik ten minste niet te judoën." Vanzelfsprekend wilde Willeboordse niet echt wegduiken ('Waar had ik anders vier jaar hard voor getraind'), maar er speelde zich wel een tweestrijd af in haar hoofd: wil ik opgaan voor goud of zoek ik een excuus om niet mee te hoeven doen? De Zeeuwse begon op 12 augustus 2008, nog altijd op van de zenuwen, met regu liere overwinningen op de Russin Vera Koval en de Algerijnse Kahina Saidi. Ver volgens zag ze haar gouden droom vervlie gen door een nederlaag tegen de Noord- Koreaanse Ok lm Won. Twee schouder- worpen snel achter elkaar deden haar de das om. Ze zou, als ze in de herkansingen al haar partijen won, nog wel brons kunnen pak ken, maar Willeboordse zag het niet meer zitten om nogmaals de tatami op te gaan. „Ik blokkeerde helemaal en was mezelf niet meer", liet ze in Peking optekenen. „Wat baalde ik van mezelf. Ik was over de zeik en helemaal klaar met de Olympische Spelen. Marjolein moest mij een figuurlij ke schop onder de kont geven om weer tot mezelf te laten komen." Die wake up call van Marjolein van Unen, de bondscoach, miste zijn uitwerking niet. De door Van Unen geconstateerde lege blik in de ogen verdween en maakte plaats voor gretigheid. En Willeboordse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 46