naar geel
Vizier Nederlanders
is gericht op herstel
sport 123
Ochtendetappe
Thomas Voeckler
maandag 9 juli 2012
Bradley Wiggins maakt zich kwaad over
suggesties over doping.
Samuel Sanchez moest na een val in de
achtste etappe de Tour verlaten. Hij heeft
waaarschijnlijk een gebroken sleutelbeen.
door Geert Langendorff
Thomas Voeckler. foto EPA
door Mart Smeets
"W" e kunt geen Frans blad ter hand nemen of
I Thomas Voeckler lacht je vanaf de cover
I toe. Iedere zichzelf respecterende krant
I heeft afgelopen week de Franse Tourheid
van verleden jaar (hij werd toen vierde)
uitvoerig beschreven en gefotografeerd.
Conclusie: dit kleine mannetje met vooral aan
vallende ideeën in zijn hoofd is razend popu
lair in het land van Marianne.
Tegenover die eigenschap staat het niet te ont
kennen feit dat de renners uit het peloton de
man een grote aansteller en sensatiezoeker vin
den. Als er een lijstje gemaakt moet worden
van minst geliefde renners, dan zou Voeckler
met stip bovenaan staan.
„Hij rijdt op kop als hij de camera's in de buurt
weet", luidt een der meest gehoorde klachten
en Michael Boogerd, die jarenlang naast hem
koerste, doet de Fransman af met een simpel:
„Gewoon een misselijk mannetje." Het is op
merkelijk te horen hoe deze favoriet van het
volk (hij heeft altijd zijn praatje klaar) de al
leenheerser van zijn ploeg Europcar is.
Zijn regels zijn wet en hij laat ze uitvoeren
door altijd met een glimlach op het gezicht een
streng bewind te voeren. Hij zegt dat Pierre
Rolland de belangrijkste renner van de ploeg is
(hetgeen juist is), maar hij eist alle aandacht en
een groot deel van het budget van de ploeg op.
Ik stond te kijken van zijn jaarwedde: ruim ze
ven maal de Balkenende-norm.
Of de Fransen ook een Franqois Hollan-
de-norm kennen, weet ik eigenlijk niet. Je kunt
zeggen dat hij het 'goed gedaan' heeft: hij werd
van een klein, onbekend rennertje ineens een
held omdat ene Lance Armstrong hem de gele
trui voor meer dan een week om de Franse
schouders gunde.
Dat is zeven jaar geleden en vanaf dat moment
heeft hij zijn sterrenrol nauwkeurig bijgevijld,
vervolmaakt bijna en gemaakt tot wie en wat
hij nu is: de lieveling van het grote publiek.
Op moment van schrijven staat hij 65e en is hij
kansloos, maar de bijna kleffe aandacht blijft.
Hij is iedere avond op de tv, hij blijft je in iede
re kiosk lachend aankijken.
Slimme ogen, klein .koppie. Dr. Jekyll Mister
Hyde op de fiets. De Fransen adoreren hem:
hij is zo dapper, zo aanraakbaar. Hij rijdt door
de pijn heen. In het peloton hoor je tanden
knarsend: klein eikeltje, lazer op.
De Sky-trein op weg naar Planche des Belles Filles, met Wiggins (achterste
Sky-renner) vlak achter Christopher Froome. foto Bernard Papon/AP
nieten", zei hij over de aanval van
Cadel Evans in de laatste vlakke
meters richting Porrentruy.
Dat Team Sky daar niet net als za
terdag zo prominent aanwezig
was, deerde Knaven niet. „De jon
gens hadden eerder al hun werk
gedaan. Het was een zware rit.
Een heel andere ook dan die van
zaterdag. Tegen zo'n steile slotklim
kun je gegroepeerd omhoog rij
den. Nu was het genoeg dat Brad
ley en Chris er op het einde voor
aan bij waren. We zijn hier niet
om zoveel mogelijk mensen hoog
in het klassement te hebben staan.
We zijn hier om geel te pakken in
Parijs."
PORRENTRUY - Ingezwachteld, voor
zien van gaas, stijf in de ledema
ten en ontdaan van illusies kwam
het leeuwendeel van de Nederland
se renners het weekeinde door. De
fysieke schade opgelopen bij een
van de vele zware valpartijen in de
zesde etappe wierp een donkere
schaduw over de dagen erop. De
jacht op het klassement maakte
plaats voor een eenzame tocht.
Hoop op een snel herstel vormde
de boei waaraan ze zich vasthiel
den.
Rob Ruijgh van Vacansoleil-DCM
verwoordde zijn martelgang zater
dag treffend. „Een grote lijdens
weg", noemde hij de rit met de
loodzware aankomst op La
Planche des Belles Filles. Voor de
Tour stond de klim met rode stift
onderstreept in zijn agenda. De
Limburger keek er naar uit om
zich daar te meten met de wereld
top. Door een pijnlijke schuiver op
vrijdag moest hij zijn plannen bij
stellen. „Ik ben in elk geval nog in
koers. Dat is het voornaamste."
Mentaal deed zijn gehark pijn.
„Op een bepaald moment trapte
ik meer met links dan'met rechts.
Met twee benen kan ik met de bes
ten mee. Ik hoop dat ik goed her
stel."
Ruijgh, vorig jaar de hoogst geno
teerde landgenoot in het algemeen
klassement (22e), richt zich nu op
een uitschieter. Gisteren, in de
etappe van Belfort naar Porren
truy, kon hij die nog niet realise
ren. Op ruime achterstand van de
winnaar, Thibaut Pinot, bereikte
hij de finish.
Met Robert Gesink ging het niet
veel beter. De kopman van Rabo
bank besloot zich noodgedwon
gen te sparen. „Een lange dag", vat
te hij de etappe van gisteren sa
men. Een etmaal eerder deed hij
nog een serieuze maar kansloze
poging mee te doen in de finale.
„Ik reed maximaal maar kwam
heel veel tekort. Dat krijg je, als je
op je bakkes gaat." Niettemin zag
de Achterhoeker licht schijnen aan
de horizon. „De vorm die ik voor
de Tour had, kan niet in één keer
weg zijn." Over de duur van zijn
herstel tastte hij in het duister. „Ik
ben geen computer waar je een
stekker insteekt en uitleest wat het
probleem is."
Zijn tamelijk opgewekte humeur
gaf aan dat het drastisch gewijzig
de scenario hem mentaal niet
knakte. Net als ploegmaats Steven
Kruijswijk en Bauke Mollema leg
de hij zich schoorvoetend neer bij
het onvermijdelijke. „Mijn klasse
ment ligt in duigen." Mollema en
Kruijswijk voegden de daad giste
ren bij het woord. Beiden gaven
de etappe kleur door in een ont
snapping mee te zitten. Een belo
ning kregen ze voor hun arbeid,
zoals verwacht mocht worden,
niet. Gehinderd door schaafwon
den kon Mollema 's ochtends nau
welijks uit bed komen. En veel
rust was hem niet gegund. Twee
uur voordat de wekker afliep,
kreeg Rabobank in het hotel be
zoek van dopingcontroleurs.
Hoewel ploegleider Nico Verhoe
ven hun strijdlijst en doorzettings
vermogen roemde, probeerde hij
geen mooi plaatje te schetsen. De
gehavende lijven van zijn renners
verkeren niet in een topconditie.
Hij verlangt van hen dan ook geen
wonderen in de tijdrit van van
daag, normaliter een specialiteit
van Gesink. „Die kan je min of
meer als hersteldag bestempelen",
gaf hij aan. „De rustdag (dinsdag)
is dat helemaal.." Voor Lieuwe
Westra geldt hetzelfde. De Neder
lands kampioen in de race tegen
de klok vecht louter tegen zichzelf
„Aan de eerste tijdrit denk ik niet
meer. Hopelijk kan ik de dagen er
op weer laten zien wat ik kan."
zie onze website:tourdefrance
Het laatste nieuws over de Tour
op internet en iPad-app.
Bauke Mollema beklimt de de Col de la Croix tijdens de achtste etappe.
foto Bas Czerwinski/ANP