éTI fl 0 IH!i SÏJI üli ftóT b
^imqnn
Ochtendetappe
Vliegende douane
zaterdag 7 juli 2012
Peter Sagan, drager van de groene trui.
je prijs voor ae strijaiustigste ren
ner ging naar de Amerikaan David
Zabriskie. -
Q> H tl H Tour in het kort
!-.>■ F |l| B y Hm éLlë BI vlakte over de mogelijk deal die
j J0jj W voormalige .ploeggenoten van;
zjjn oud-renner Lance Armstrong
met het Amerikaanse antidoping-
bureau Usada zouden hebben ge
maakt. „Over de deal kan ik vrij
weinig zeggen. Ik vond het heel
vreemd dat
de vier ren
ners zichzelf
onlangs af
meldden
voor de Spe
len. Voor
Amerikaan
se sporters
zijn de Spe
len iets hei
ligs. Die vor
men het
hoogtepunt van hun carrière. Of
deze zaak er iets mee te maken
heeft, kan ik moeilijk zeggen."
Karsten Kroon was gisteren de
Nederlander die het meest in beeld
was. „Ik heb echt een leuke dag
gehad", zei de Drent van Saxo Bank
over de vroege
vlucht, waarin
hij samen met
Zabrikskie,
Zingle en
Malacarne had
plaatsgenomen
Pas op 2,5
kilometer van
de streep werd
hij bijgehaald
door het
peloton. „Je
hoopt dat ze achter je in slaap
dommelen, maar dat gebeurde
niet."
Robert Gesink
Met zijn derde ritzege in de
Ronde van Frankrijk onderstreepte
Peter Sagan gisteren zijn
exceptionele kwaliteiten. Een beetje
geluk kwam er dit keer ook bij
kijken. Waar de Slowaak zelf
donderdag in het gedrang kort voor
de finish zijn evenwicht verloor,
bleef hij nu buiten schot. Hij
versloeg André Greipel in de sprint
foto Yorick Jansens/EPA
Willy Voet
door Mart Smeets
Ooit werd Willy Voet, een Belgische
soigneur, door de vliegende briga
de van de Franse douane met een
auto vol doping onderschept toen
hij Frankrijk binnenreed. Eergisteren voelde ik
me heel even een klein Willy Voetje. Net als in
1993, maar dat is vóór later.
Nu werden we, mijn autorijdende vrouw en ik,
op een D-weggetje rijdend, aangehouden. Een
stoere agent; hand omhoog. Stop. Hij vroeg, be
leefd, na zich voorgesteld te hebben, wat we in
de Tour deden. Of we werkelijk, zoals we zei
den, uit Holland kwamen? Of we de etappe
volgden? Wat heel precies onze rol was? Geas
socieerd aan een ploeg wellicht...? Hij keek in
de auto, monsterde de tassen met wielerspul,
onderzocht met zijn ogen de fysionomie van
mijn vrouw, vroeg nogmaals wat we hier, op
deze weg deden. „We zijn op weg naar ons ho
tel", zeiden we en toonden een Tourboek met
naam en plaats. Hij stapte terug, monsterde de
wagen twee keer, keek weer naar mijn vrouw
en zei: „Bonne route." Dat was precies het mo
ment dat ik vroeg of hij iets zocht in passeren
de Tourauto's. Hij lachte heel even en knikte.
„U snapt wat wij hier doen. Het is zoeken in
een hooiberg, maar we zoeken verder. Met die
opdracht volgen wij de Tour." Hij knikte, sa
lueerde en bonjourde ons de weg op.
In 1993 waren we, bij het verlaten van een
tankstation, ook al eens aangehouden. Toen
moest ik mijn toilettas openen en diende ik te
verklaren waar de pillen voor waren die de be
treffende, gehandschoende agent, opviste. Ik
legde uit: hoofdpijn, diarree en iets vaags tegen
maagpijnen. Van iedere pil werd een exem
plaar ingenomen en in een zakje gestopt. Ver
volgens moest ik mijn flacon met tandpasta
openen.„Qu'est-ce que c'est, monsieur?" Een
der agenten duwde een klein staafje tandpasta
naar buiten en ik moest tekenen voor alles dat
ze van me afgenomen hadden. Het zou naar
een laboratorium gestuurd worden en ik
mocht, zo zeiden ze, Frankrijk niet verlaten.
Nooit hoorde ik meer wat.
Wat een gekte, dacht ik toen en zei dat ook. De
agenten waren op hun teentjes getrapt. Ze lie
ten hun Franse ronde niet van buitenaf infiltre
ren met gesmokkelde doping. „U komt uit Hol
land, U weet wel beter", waren hun laatste
woorden.