Gerrit Komrij was nog lang niet klaar Quotes Deo volente' 'Straks zit ik nog ergens in een bejaardentehuis oude kinderliedjes te zingen. Daar ben ik nu al dol op.' II Venijnig maar ook zachtmoedig. Vilein én vriendelijk. Met een o zo scherpe geest. Gisteren is Gerrit Komrij overleden, schrij ver, dichter, essayist, columnist, boeken- en tv-recensent. Cerrit Komrij ''Sssw^gesstsssisssii^it'Xsssssses^sfrs^^^sss^^M^sw^^^s^. zaterdag 7 juli 2012 door Marjon Kok Er lagen nog ideeën klaar voor wel 34 boeken, vertel de hij drie maanden gele den bij het verschijnen van De Loopjongen. Daar komt het niet meer van. Gerrit Komrij, gebo ren in Winterswijk, overleed giste ren op 68-jarige.leeftijd in het On ze Lieve Vrouwen Gasthuis in Am sterdam. Begin deze week werd hij vanuit Portugal, waar hij woonde, overgevlogen naar Nederland. „We verliezen in hem een belang rijk dichter, een veelzijdig schrijver en vertaler, een groot stilist, een scherp polemist en bovenal een lie ve vriend", reageerde zijn uitgeve rij De Bezige Bij. „Hij was een in spirator voor generaties dichters, schrijvers en jonge hemelbestor mers, en zal dat blijven. Het literai re landschap is door het tomeloze plezier en de scherpzinnigheid van Gerrit Komrij decennialang in beweging gebracht. Hij heeft het mede veranderd." Bij het verschijnen van De Loopjon gen, wat voor altijd zijn laatste ro man zal blijven, vond hij inspiratie in het verhaal van een jeugdvriend uit Winterswijk die diep in het communisme verzeild was ge raakt. Hij beloofde bij de verschij ning nog vele boeken, maar noem de De Loopjongen 'zijn testament'. „Het is een portret van een genera tie waar ik zelf allemaal bij ben ge weest." Komrij werd bekend met een uit gebreide collectie gedichten, es says, romans en columns die hij schreef, maar vooral door zijn ve nijnige pen. Zijn hele leven lang uitte hij kritiek op het werk van mededichters en -schrijvers. Maar ook televisiemakers, architecten, de Scientology Kerk en het Ko ninklijk Huis fungeerden regelma tig als schietschijf Hij debuteerde in 1968 met de poeziëbundel Maagdenburgse hal ve bollen en andere gedichten. Daar na bleefhij het dichterschap trouw. In totaal publiceerde hij zo'n 15 bundels. Zijn laatste bun del Boemerang had hij op zijn bu- 'Altijd de sterke behoefte gehad te ontsnappen aan etikettering' reau klaargelegd om te voltooien en zal in het najaar verschijnen. Tot zijn bekendste romans beho ren het autobiografische Verwoest Arcadië, Over de Bergen en Hercu les. Hoewel hij sinds zijn studentenja ren in Amsterdam en later in Por tugal woonde, keerde Komrij regel matig terug naar Winterswijk. In ieder geval in gedachten élke dag. „Winterswijk is een dorp in mijn hoofd gebleven. In mijn dromen loop ik altijd door de straten van toen. Het is waar ik kind ben ge- zie onze website:binnenland Uitgeverij: 'Cerrit Komrij was vooral een lieve vriend' weest. Er gaat geen dag voorbij of ik loop wel een half uur rond in Winterswijk. Dat wordt eigenlijk alleen maar erger", bekende hij. „Het is een teken van naderende seniliteit. Dat vind ik eng soms.. Straks zit ik nog ergens in een be jaardentehuis oude kinderliedjes te zingen. Daar ben ik nu al dol op." De woorden tekenen Gerrit Kom rij, die in alles wat hij deed en zei vol tegenstellingen was. Hij was vriendelijk. Maar ook vilein. On danks zijn voortdurende kritiek op Nederland, dat hij vaak Absur- distan noemde, werd hij in 2000 toch gekozen als dichter des vader lands. Lang hield hij dat niet vol, omdat hij geen zin meer had om 'amechtig achter het Oranjehuis aan te hollen'. Wel schreef hij een gedicht over de ramp in Enschede. Schrijver, dichter, essayist, colum- nist, boeken- en tv-recensent - be denker van het woord treurbuis, een bewust veelzijdig man die niet in een hokje weggezet wenste te worden. Daarover zei hij: „Ieder een die het een beetje volhoudt in de literatuur wordt vastgepind op zijn imago. Voor je het weet ben je een bloemlezer. Of een cultuur paus. Of een romanschrijver. Me hoela! Altijd ben je iets en ieder een zegt dan dat je alleen dat bent. Ik heb altijd de sterke behoefte ge had om te ontsnappen aan etiket tering. Wegwezen zodra ik iets ge noemd werd. Als ze je vangen met het netje van Priklcebeen en ze prikken je als een vlinder vast op de muur, dan ben je dood." Zeventien, achttien jaar was de jon ge Winterswijker toen hij besloot dat hij schrijver was. Scholtz: „Toen al was hij een mysticus. Hield er van, in alle genres van het vak die hij beheerste, de mensen op het ver keerde been te zetten. Tot in lengte van jaren beweerde hij dat hij in een Winterswijks kippenhok was geboren. Onzin, dat was gewoon thuis in een arbeidswoninkje aan de Iepenstraat." Komrij cultiveerde in de loop der ja ren zijn imago van knorrig cynicus, ook als het om zijn geboorteplaats ging. „Dat begrepen de mensen niet altijd goed", weet Winterswijker Bernhard Harfsterkamp, die Komrij enkele malen in het plaatselijk lite rair café interviewde. „Hij kon dan vlammend uithalen naar de barbaren die weer iets had den gesloopt. Dat waren in feite ui tingen van liefde voor het dorp waar hij maar al te graag was, waar hij steeds naar terugkwam. Ja, ook om met wijn door te zakken en de wereld te bespreken." Alles wat met architecten in aanraking komt, wordt lelijk. Als er vermakelijkheidsbelas ting op het feminisme werd geheven, waren we van al onze economische problemen af. De eierdans van een dinosau rus is bevalliger dan de decla matie van een Hollandse acteur. Engelse koffie: heeft nog 't meest weg van water waar ze met een katapult een koffie boon doorheen hebben gejaagd, waarna het cichorei- mannetje er zijn zak in heeft gewassen. Haal je een Engelse voetbal supporter en een werkloze jongere op een camping, allebei straalbezopen, voor de geest en je weet hoe de hel er uitziet. De eerste gesubsidieer de openlucht-hel ter wereld. Het leven is niet bedoeld als straf, al heeft het er vaak verdomd veel van weg. Het radicale feminisme is niet eens een lachnummer meer: het is een karikatuur van een parodie op een klucht. Hoe minder je hebt te bieden, hoe mooier je de verpakking maakt. Soms denk ik: ik moet toch eens iemand tegenspreken. Zoiets brengt vuur in de conversatie en je krijgt er - nog mooier - vijanden door. Veel grote daden en werken van de ongevederde twee voeter die mens heet, zijn het gevolg van een slechte adem of een gestrand huwelijk. Waar vormgevers zijn geweest, groeit geen gras meer. Visie: de meeste parlemen tariërs denken dat het een automerk is. Als ik een radicaal-lesbische feministe zie vraag ik me enkel af of haar luiers wel op tijd zijn verschoond. Kijk naar de hondendrollen of de koppen van politici en je denkt: er kan nooit kunst genoeg zijn. Wat de computer met het geloof gemeen heeft: de problemen die ze oplossen hebben ze meestal zelf in het leven geroepen. Nederland? Een hekloos dieren tuintje, sinds lang verwaar loosd, waar oude koeien en stokpaardjes ronddwalen. Uit een treurige reet komt geen vrolijke scheet. Poëzie: gecastreerde signalen van een contactgestoord persoon. Stotteren: zingen, vertaald in 't Hollands. Je hoeft eigenlijk alleen naar zo'n kabinet te kijken om zeker te weten dat we van de apen afstammen. Tennissen: de kunst om, staan de op fijn gemalen dakpannen, een bal over een grofgehaakt lapje te slaan, met zo weinig mogelijk spelregels, zodat ook de hogere standen het nog kunnen volgen. Wie niks te zeggen heeft en dat voor de televisie doet is meteen cabaretier. Van Agt? Van Agt die stinkt, die stinkt als een ongestelde non op een gloeiende plaat. Telkens als je even in Neder land terugkeert slaat het weer als een lauwwarme meelzak om je oren: het NOS-journaal. Wanneer een vrouw weerloze schepsels kan treiteren is ze pas echt in haar schik. De meeste vrouwen wijden zich aan God wanneer de dui vel ze niet langer lust. Ik heb de stellige indruk dat ik ooit terugkom in de gedaante van een kip. Als tv-recensent van NRC Han delsblad in de jaren 70 muntte Komrij het woord 'treurbuis' en sabelde hij artiesten neer: De Zangeres zonder Naam: Zangeres. Mag geen naam hebben. Martine Bijl: Zangeresje. Nooit heeft iemand haar zien zingen. Verdient grijpstuiver door in niet al te snugger raadselspel om de mopjes van A. Mol (zie aldaar) te gieren. Albert Mol: Lachebekje. Oud-balletdanser die aan de kost komt door schuine mop jes te vertellen, die Martine Bijl (zie aldaar) doen gieren. Monique van de Ven: Filmster retje, met de erotische aantrek kelijkheid van een dodo en het acteertalent van een nijlpaard. Vader Abraham: Zanger. Weeë liederen, valse kop, wraakzuch tige inborst. Volksheld dus. Maartje van Weegen: spreken de Bisonkit. Hans van Willigenburg: Omroe per, presentator. Rochelende ratelslang. Eeuwige gebedsmo len. Uitzinnige menageklep. Ka le snapper. Euvele lulhannes. Funeste kletsmeier. Klonterige kwijlebabbel. Kokette keffer. Zelfgenoegzame zwamneus. Reutelende rammelzak. Thijs van Leer: Muzikaal kauw gum. Jos Brink: Niet nader te omschrijven voorwerp uit de amusementswereld. Etalage pop? Lachzak? Gereviseerde paringssimulator?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 11