Helaas wordt dit niet gezien je- spectrum 6 mmsssmm Zaterdag 30 juni 2012 Hoe kleiner het kindje, hoe makkelijker het is om een gezin te vinden dat het wil opvangen. Als je het niet in je hebt om pleegouder te worden, ben je na een halfjaar wel pleegouder-af, zegt Ellen. „Je moet echt wel wat pedagogi sche vaardigheden hebben. Structuur en veiligheid kunnen bieden, consequent zijn, opmerkzaam en alert. Je moet veel meer uren thuis zijn en veel vaker mee naar iets dan een gewone ouder. Het is heel vervelend als je voor de zoveelste keer op school moet komen voor een pleegkind. Als je hoofd vol is, doe je van alles, behalve leren. Vorig jaar had een pleegkind van ons geld gestolen uit de por temonnee van de juf Heel frustrerend." Ellens eerste pleegkind had een christelijke achtergrond. „Wij zijn ook christelijk. Het is heel belangrijk dat er een goede match is tussen het kind en het pleeggezin, maar de christelijke achtergrond kan een valkuil zijn. Ik heb dat in mijn omgeving wel ge zien, dat vanuit ideaalbeelden als naasten liefde en opofferingsgezindheid de keuze voor pleegouderschap gemaakt wordt. Dat kan je enorm opbreken. Dat stel waar ik aan denk, werd geconfronteerd met een situatie waarin een kind pleegzorg nodig had. Ze hebben toen, zoals dat heet, 'in hun hart gekeken' en besloten dat het hun opdracht was, als christen, om dit kind dat op hun weg gekomen was te aanvaarden. Waar ze niet op gerekend hadden, was dat het kind heel anders reageerde dan hun ei gen, biologische kinderen. En dat het zo moeilijk stuurbaar was. Als na twee weken blijkt dat er geen 'klik' is, wat doe je dan? Stuur je dat kind dan te rug?" Pleegzorg mag dan bevredigend zijn, het is lang niet altijd makkelijk. „Wat er in een kind zit, is groter en sterker dan wat jij eventjes toevoegt. De kans dat ze terugval len in oud gedrag is vrij reëel. Twee van mijn vaste pleegkinderen zijn weggegaan toen ze zeventien waren. Daarmee ging het echt niet meer. De eerste van wie ik zeg: die doet het echt goed, is de pleeg dochter die pas het huis uit is." Pleegouders ontvangen een vergoeding voor het kind. Ellen: „Die is kostendek kend. Wij leven normaal, dan kun je daar best van rondkomen. Maar je komt voor onverwachte kosten te staan. Ze slopen heel veel. Een van onze pleegkinderen had elk jaar een nieuwe fiets nodig. Bij een an der pleegkind ging er wel eens een ruit stuk. Heel veel pleegkinderen hebben beu gels of een bril. Je moet dus vaak een be roep doen op speciale regelingen en dat maakt je kwetsbaar, nu er zoveel verandert op dat gebied." Bij Ellen heeft niet ieder kind een ei gen kamer: „Het is belangrijker dat kinde ren een eigen plek hebben dan een eigen kamer. Het is goed dat ze leren om met an dere kinderen samen te leven. We willen niet dat ze op de oude manier verder gaan; er moet een nieuw stuk bij als ze straks de maatschappij in gaan." Ellen heeft haar handen vol aan haar pleeg kinderen en is daarnaast mentor van Pleeg oudersupport. „Helaas wordt dit niet als werk gezien. Je hebt geen betaalde baan dus geen pensioenopbouw. Stel, je wil weer aan het werk, dan heb je een gat in je arbeidsverleden. En je doetje werk alleen. Je kunt wel contact hebben met andere pleegouders, maar dat is op basis van vrij willigheid." De 'ervaringsdeskundigen' van Pleegouder support bieden ondersteuning. Ellen: „Je voelt je toch het meest begrepen door ie mand in dezelfde situatie. Wij vragen aan pleegouders of ze hulp nodig hebben, waar ze tegenaan lopen. Maar in de prak tijk doen mensen er eigenlijk geen beroep op. Mensen denken dat ze het op eigen kracht moeten kunnen, denk ik. Ze heb ben al contact met de voogd, met de biolo gische ouders, met Pleegzorg. Misschien er varen ze pleegoudersupport als wéér een instantie die over je schouder meekijkt. Terwijl het toch een potentieel is dat nog onvoldoende benut wordt." Als iedereen één eitje eet, heeft Nico- lette er gelijk een pan vol. „Ik weet het nog goed", zegt ze. „Ik was spinazie aan het ko ken en eieren aan het prikken en opeens zag ik die pan vol eieren en realiseerde me: je hebt een groot gezin. Dat is een van de leuke dingen aan pleegzorg. Die volle ta fel." Voor haar en haar man Tom was het iets wat 'op-je pad' komt. Een nichtje kon door omstandigheden niet bij haar biologische ouders blijven. Twee jaar later kwam de zus erbij. En een week of wat daarna belde r haar broer op. „Als je dan al twee zussen in huis hebt, is er geen discussie meer. Dan zeg je: kom er maar bij", zegt Nicolette. Hun eigen kinde ren waren nog kleuters, de anderen opge schoten pubers. Dat was wel even wen nen. Aan de andere kant: het was familie, en dat had z'n voordelen. Tom: „Je weet waar ze vandaan komen. Je kent hun ouders, kunt de karakters een beetje plaat sen." Kinderen opvangen van familie of mensen die je kent, heet netwerkpleegzorg. Omdat

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 66