wilde ze spectrum 4 Zaterdag 30 juni 2012 Voordat een kind uit huis geplaatst wordt, is er vaak al 'een hele batterij' aan hulpverlening met het gezin bezig geweest. Je moet echt pedagogische vaardigheden hebben." Vanwege de privacy is er geen contact met de kinde ren als ze eenmaal terug zijn naar de biologische ouders. „Ik neem het ze niet kwalijk", zegt Ellen, „ze zijn vaak nog heel jong, nog maar een baby of kleuter. En als ze naar hun eigen ouders teruggaan, begrijp ik het ook. Maar als ze doorgaan naar een ander pleeggezin, vind ik het heel moeilijk. Vaak denk ik aan ze terug. Hun verjaardagen zit ten nog in mijn hoofd. Jij hebt hen iets ge geven, en zij hebben jou iets gegeven. Je gaat helemaal voor een kind, maar moet tegelijk je professionele opvoedrol goed vasthouden. De juiste mate van betrokken heid, de juiste mate van afstand bewaren." Tien jaar geleden besloot het gezin om pleegkinderen te gaan opvangen. Ellen werkte in de jeugdhulpverlening. Ze kwam daar in aanraking met kinderen 'uit lastige situaties', die ontspoord waren door dat ze geen stabiele thuisbasis hadden. „Te gen mijn man heb ik toen gezegd: laten we in een groot huis gaan wonen en zelf dat thuis bieden, aan kinderen die het no dig hebben. Onze kinderen waren nog klein: die zouden er makkelijk aan kunnen wennen." Een beroep: zo ziet Ellen pleegzorg. Een mooie bijkomstigheid voor haar eigen kin deren is dat ze nu altijd thuis is. „Ik zie dat als een gouden regel voor pleeg zorg want je moet er voor de kinderen zijn." Kort nadat Ellen en haar gezin het grote huis in de nieuwbouwwijk betrokken, kwam het eerste pleegkind. Als er een plek nodig is voor een pleegkind, kan Ellen een belletje verwachten van Juvent. „Die heeft een lijstje met potentiële gastouders en probeert een goede match te maken." Als het om een crisisplaatsing gaat, is daar geen tijd voor; dan moeten ze binnen een uur een nieuw onderdak krijgen. „Dan wordt er tegen mij gezegd: 'Dit is Joanne, ze is drie jaar en moet een week blijven." Zodra de kinderen binnenkomen, wordt een plan opgesteld voor terugplaatsing naar huis. „Maar de gemiddelde crisis duurt nu al een halfjaar. Vroeger was het korter, maar gezinnen hebben tegenwoor dig steeds grotere problemen. Dat komt ook door de crisis. Geldproblemen, versla ving, werkloosheid. Gezinnen hoppen van het ene naar het andere huis, hebben geen vaste woonplaats meer, geen sociaal vang net om op terug te vallen. Complexe situa ties. Je wil niet weten wat voor batterij aan hulpverlening er dan vaak al met zo'n ge zin bezig is. Bij psychiatrische problemen of verslaving is het sociale netwerk vaak al helemaal afgebrokkeld; dan is er geen oma of buurvrouw meer die iets wil opvan gen." Ieder mens heeft een gebruiksaanwij zing, maar bij pleegkinderen is die vaak wat ingewikkelder. Ellen: „Ons eerste pleegkind had een contactstoornis en be hoefte aan een emotieloze benadering. Koel, robotachtig, zonder stemverheffing, niet te veel grapjes. We moesten het voor al overzichtelijk houden voor hem; struc tuur bieden en één ding tegelijk vragen. Uiteindelijk is hij bijna drie jaar gebleven." Ellen 'doet' zowel langdurige als crisisop vang. „Kinderen die hier komen vanuit cri sissituaties zie je in een paar maanden tijd een ander kind worden. Alsof ze op vakan tie zijn, tot rust komen. Alsof ze voelen: hier mag ik kind zijn. Hier hoefik niet voor anderen te zorgen, maar wordt er voor mij gezorgd. Het is mooi om een kind te zien opbloeien. Dat geeft me de energie om de langdurige plaatsingen vol te houden. Eén van onze vaste pleegkinde ren kwam ook via een crisisplaatsing bin nen. Na vijf dagen zei ze: ik wil hier niet meer weg." Ellen herinnert zich het meisje dat haar oude, kapotte jas maar niet weg wilde gooien, omdat ze niet gewend was dat er geld was voor een nieuwe. „Als je zulke kinderen een eigen kamer geeft, wordt het een pakhuis." Andere kin deren weten niet beter dan dat ze telkens weer alles achter moeten laten en durven zich daardoor niet aan mensen en spullen te hechten. Weer anderen slopen alles. „Een van de kinderen had elk jaar een nieuwe fiets nodig. Een andere gooide re-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 64