je huis en hart 3 spectrum Ik zie mijn zoon eens per maand Zaterdag 30 juni 2012 het niveau van een vijfjarige zou blijven functioneren. „Toch ben ik heel blij dat we het gedaan hebben. Ie hebt natuurlijk ook je moeilijke momenten, waarop je zegt: waar doe ik het allemaal voor? Als je in zo'n periode veel aandacht aan je pleeg kind moet geven, moet je goed in de gaten houden dat je eigen kinderen niets tekort komen." Een ruim huis in een nieuwbouw wijk, ergens in Zeeland. Voor de deur een fors bemeten auto. „Daar kunnen negen mensen in. Wel meer ook, met een beetje duwen. En dan heb je nog een behoorlijke kofferbak ook", lacht Ellen. Ze heeft een groot huis en, belangrijker nog, een groot hart. De huiskamer wordt gedomineerd door een enorme bank en een paar fau teuils. Eén muur hangt vol portretten: van Ellens drie eigen kinderen (11,13 en 15) en haar vier pleegkinderen. Zestien heeft ze er opgevangen, in de afgelopen tien jaar. „Ik weet hoe het was toen ze kwamen en ik weet hoe het was toen ze weggingen", zegt Ellen peinzend, kijkend naar de foto's. Maar hoe het de kinderen vergaan is, sinds H ze de deur weer uitgingen? „Geen idee." De feiten over pleegzorg in Zeeland Juvent is de grootste aanbieder van pleegzorg (550 pleeggezinnen). Verder zijn er de William Schrikkergroep WSG (40 pleeggezinnen) en SJG (gereformeerde jeugd zorg, 25 pleeggezinnen). De Zeeuws-Vlaamse instelling Tragel biedt een vorm van pleegzorg aan voor verstandelijk beperkte kinderen. Arduin doet dat boven de Westerschelde, met inzet van ei gen personeel. De Limburgse pleegzorginstelling Xonar heeft in het verleden veel pleegkinderen in de vakantieperiode ondergebracht op Zeeuws-Vlaanderen en in Aagtekerke. Veel van die kinde ren zijn daar in pleegzorg gebleven. De provincie stelt elk jaar het budget voor pleegzorg vast. Uit het budget wordt onder meer de pleegzorgvergoeding voor de pleegouders betaald en inzet van specialisten zoals gedragsdeskun digen. Het budget gaat uit van 400 kinderen per jaar. Dit aantal wordt elk jaar weer overschreden door dat zich crisisgevallen voordoen. Juvent is verplicht jonge kinderen in gevaarlijke situaties op te vangen. Ook plaatsingen via de kinderrechter en uit netwerkpleegzorg (opvang via familie of vrienden) moeten doorgaan. In 2011 werden 256 kinderen aan een gezin gekoppeld; dat jaar maakten 530 kinderen via Juvent gebruik van pleegzorg. Halverwege 2012 zit Juvent al op 430 kinderen die op voltijds basis in een pleeggezin wonen. Vanwege het toenemende beroep op intensieve en dure hulp zoals pleegzorg probeert men steeds vroeger problemen te signaleren en in te grijpen, zodat erger voorkomen wordt. m ni „Op een dag kwam er een telefoontje van de politie: mijn zoontje was naar een pleeggezin gebracht." Machteld nam zeven jaar geleden een moeilijk besluit. Haar kind groeit op bij 'anderen', in een pleeggezin. „Er is hem veel bespaard gebleven, daar." Haar eigen moeder verliet haar vader zodra ze ontdekte dat ze zwanger was. Hij was een alcoholist: toen, en nu nog steeds. „Ze heeft wel de deur opengehouden voor goed contact. Dat mislukte volledig." Machteld heeft - zegt ze - het karakter van haar vader geërfd. Een moeilij ke man, agressief ook. „Hij reageert altijd onmiddellijk, en niet altijd op de goede manier. Zo ben ik ook. Ik luisterde niet, ik vond dat ik het alle maal zelf wel wist. Als mijn moeder eens probeerde mij regels op te leg gen, botste dat. En flink ook." Toen Machteld een jaar of negen was, kwam Jeugdzorg in haar leven. Want het ging niet goed. Op haar dertiende werd in samenspraak beslo ten dat Machteld beter naar een internaat kon gaan. En daar leerde ze Mark kennen. Een 'spannende' jongen. Dook het bos in als de begelei ders sliepen. Lapte regels aan zijn laars. Egocentrisch, een impulsief karak ter. „Net mijn vader, eigenlijk. Maar dat zag ik pas later." Zij was veertien, hij een paar jaar ouder toen ze verkering kregen. Voor haar was het echte liefde. „Althans, wat ik daar toen onder verstond. Wat ik voor hem betekend heb? Dat weet ik niet echt." Mark werd meerderjarig en verliet het internaat. Machteld volgde. Korte tijd later was ze zwanger. Zestien was ze, toen ze erachter kwam. „Aan de ene kant was ik heel blij. Maar de situatie was niet goed. We kre gen steeds vaker ruzie." Ze trokken in bij Machtelds moeder. Daar werd Peter geboren. Jeugdzorg kreeg de voogdij, vanwege de voorgeschiedenis van Mark en de leeftijd van Machteld, maar het jonge stel mocht wel zelf voor hun kind zorgen. Veel veranderde. Eén ding bleef: de ruzies. Ook toen ze een eigen wo ning kregen. „Mark werkte onregelmatig. Ik moest alles doen en regelen. Jeugdzorg praatte veel met ons, we kregen iemand van Thuiszorg om te helpen. Toch was het te veel." Na drie jaar ruzie vertrok Machteld. Zonder haar zoon. „Omdat ik nog minderjarig was, besloot Jeugdzorg dat hij beter bij zijn vader kon blij ven. Dat was heel moeilijk." Toch zette ze door. In een project voor bege leid wonen werkte ze hard om haar leven weer op de rails te krijgen. Haar ex ging samenwonen met een nieuwe vlam. „Op een gegeven mo ment ging het daar precies zo als tussen ons. Ruzie en nog eens ruzie. Op een dag kwam er een telefoontje van de politie: mijn zoontje was naar een pleeggezin gebracht." Dat is nu zeven jaar geleden. „Ik heb in die tussentijd nog behoorlijk wat meegemaakt. En dat is mijn zoon bespaard gebleven. Hij heeft het goed in het pleeggezin; zijn pleegouders weten precies hoe ze met hem moe ten omgaan. En gelukkig maar. Peter heeft aan die jaren bij zijn vader ge dragsproblemen overgehouden." Eens per maand ziet ze haar kind. „Ik ben apetrots als ik zie hoe goed het nu met hem gaat. Zelf volg ik een opleiding, ik heb werk, ik heb weer een toekomst. Ik heb voor mezelf gekozen en dat is goed geweest. Want alleen als het goed met mij gaat, kan ik iets voor mijn zoon betekenen."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 63