ii spectrum
'Shell belooft banen
en kansen, maar
tegen welke prijs?'
Zaterdag 23 juni 2012
Geoffrey Merrell (links) wjjst Shell Alaska-directeur Pete Slaiby waar het olieopruimschip
Nanuq vandaag oefent.
met juni bedekt is met een dikke laag ijs,
hoopt Shell in augustus te beginnen met
de eerste proefboringen. Cannon is be
zorgd. „Shell belooft banen en kansen,
maar tegen welke prijs? Met oliedollars
kun je geen cultuur of tradities terugko
pen. Ze zeggen allemaal dat ze uitstekend
voorbereid zijn, maar niemand heeft erva-
'ring met een olielek in Arctische wateren."
Dat klopt, geeft Geoffrey Merrell schoor
voetend toe. Hij is bij Shell verantwoorde
lijk voor het opruimen van een eventuele
olielekkage. „We denken dat de olie door
de kou een andere viscositeit heeft, strope
riger is en daardoor makkelijker is op te
ruimen, als er iets misgaat. Maar zeker we
ten, doen we het niet."
Merrell oefent dag in, dag uit met zijn
team op de Nanuq (Inupiaq voor 'ijsbeer'),
een speciaal voor Shells boringen in de zee
bij Alaska ontworpen schip. Op verzoek
van de Eskimo's is het schip niet in het
standaard oranje, maar in blauw en wit ge
verfd. Zo zouden de walvissen niet wor
den afgeschrikt. Het vaartuig is compleet
toegerust voor het opruimen van even
tueel gemorste olie. Opblaasbare waterbar
rières moeten de olie tegenhouden. Kleine
vaartuigen, die vanaf het schip de zee in
worden getakeld, moeten die daarna opzui
gen. De Nanuq (prijskaartje: 100 miljoen
dollar) gaat straks mee naar de Chukchi
Zee. Als er wat misgaat, moet het schip bin
nen een uur ter plaatse zijn. De verant
woordelijkheid is groot, want kan de Na
nuq het niet aan, dan duurt het dagen of
Een Inupiaq Eskimo wordt omhooggegooid
met een trampoline van zeehondenhuid. De
blanket toss hoort bij het traditionele walvis
festival in Point Hope.
misschien weken voordat andere schepen
dit afgelegen deel van de wereld bereiken.
Vandaag vaart de Nanuq voor de kust van
de zuidoostelijke stad Valdez. Hier bereidt
Shell zich voor op de proefboringen, die
de oliemaatschappij in juli of augustus
hoopt uit te voeren in de Chukchi Zee.
Volgens Shell zijn daar tussen de 25 en 27
miljard vaten olie te winnen. Maar het
kleinste lek kan al desastreus zijn voor het
leven in de Chukchi Zee: voor de baardrob-
ben, de walrussen, de ijsberen en vooral
voor de Groenlandse walvissen waaraan
de Inupiaq hun identiteit ontlenen. Die
zeezoogdieren zijn kwetsbaar, weet mari
ne-bioloog Jennifer Burns. „En wat als de
oliebron in de winter gaat lekken?", vraagt
de professor aan de Universiteit van Alas
ka zich af. „Iedere opruimactie is dan on
mogelijk vanwege het dikke ijs."
Terwijl de Eskimo's daar ongerust ovér
zijn, is Pete Slaiby vooral opgelucht. De di
recteur van Shell Alaska ijvert al jaren voor
de proefboringen. Al in 2005 en 2008 wist
Shell bij een veiling de rechten van de ver
onderstelde olievelden onder de zeebo
dem te bemachtigen. Maar van boren
kwam het nooit. De Eskimo's spanden sa
men met de milieubeweging rechtszaken
aan om te voorkomen dat er een olieplat
form in de Chukchi Zee zou verrijzen. Op
het moment dat Shell in de zomer van
2010 dacht echt aan de slag te kunnen en
al 4 miljard dollar had uitgegeven om dat
mogelijk te maken, explodeerde in de Golf
van Mexico het boorplatform Deepwater
Horizon. De oliebron spoot drie maanden
lang olie in het water voordat het lek werd
gedicht. Het platform was eigendom van
BP. De Golf ligt meer dan 7.500 kilometer
van de zee in Alaska, maar toch verbood
de Amerikaanse president Barack Obama
vervolgens iedere activiteit in Alaska.
Nu lijkt Shell de Amerikaanse overheid, op
zoek naar mogelijkheden om minder af
hankelijk te zijn van buitenlandse olie, te
hebben overtuigd. Op wat laatste controles
en papierwerk na, is de vergunning rond.
„Nog nooit waren we zo dichtbij", consta
teert Slaiby tevreden op de brug van de Na
nuq. „Natuurlijk ligt dat ook aan de econo
mische situatie van de VS. We scheppen
straks immers 55.000 permanente banen,
maar we hebben ook aan alle veiligheidsei
sen voldaan."
Ook de Inupiaq hebben hun verzet tegen
het proefboren voorlopig gestaakt. Slaiby
ging naar de Eskimogemeenschappen om
hun vertrouwen te winnen. „Zeehond,
eend, kariboe (sooit rendier, red.), walvis,
ik heb het allemaal gegeten", lacht Slaiby.
Laten we eerst maar eens onderzoeken of
er werkelijk zoveel olie onder de zee ligt
en als er iemand in de zeebodem gaat bo
ren, laat het dan Shell maar zijn, zo is de
gedachte bij een deel van de Eskimo's.
Shells concurrenten vinden het ondertus
sen maar wat fijn dat Shell de kastanjes uit
het vuur haalt. „Niemand wil de eerste
zijn die gaat boren. Stel dat het misgaat",
bekent een afgevaardigde van oliemaat
schappij ConocoPhillips die met kisten vol
appels en sinaasappelen - moeilijk te krij
gen in Eskimoland - het walvisfestival be
zoekt. Shell schittert door afwezigheid. In
Point Hope, lange tijd het epicentrum van
het verzet, is 'Royal Dutch Shell' niet wel
kom.
Burgemeester Steve Oomittuk vraagt zich
nog altijd af of Shell zich wel realiseert hoe
belangrijk de zee en de jaarlijks langstrek
kende walvissen zijn voor zijn volk. „De
zee is onze tuin, onze winkel. Wat we daar
in de lente vangen, is onze voedselvoorzie
ning voor het hele jaar."
De in stukken gesneden walvissen worden
opgeslagen in kelders, uitgegraven uit per
mafrost op het westelijkste puntje van
Point Hope, dichtbij het voormalige huis
van Oomittults tante. Hij laat het vol trots
zien, het hutje gebouwd van walvisbotten
en leem, op de plaats waar het dorp vroe
ger gevestigd was, nog dichter bij de zee.
Oomittuk werpt een nostalgische blik op
de bevroren Chukchi Zee. „Hier speelde ik
vroeger."
De burgemeester benadrukt dat Point Ho
pe de oudste nederzetting van Noord-Ame
rika is. „Al 4.000 jaar", klinkt het trots. In
1980 kwamen de missionarissen, zodat de
Inupiaq nu het geloof combineren met
hun aloude tradities. „God is belangrijk."
Op de imposante begraafplaats, omzoomd
met een hekwerk van walviskaakbeende
ren, wedijveren de crucifixen met de bot
ten van de grote walvissen. Met de groot
ste beenderen worden de graven van de
walvisjagers - helden volgens de ongeschre
ven regels van Point Hope - geëerd.
Eén van de helden van nu is Herbert
'Popsy' Kinneeveauk. Hij is kapitein van
een groep walvisjagers en heeft in tegen
stelling tot Oomittuk het verzet tegen
Shell gestaakt. Maar hij is ook de bestuurs-
voorzitter van een bv die de oorspronkelij
ke bewoners van Amerika onder bepaalde
wetgeving mogen opzetten. In die hoeda
nigheid is hij vóór olieboren. „Ik zie het
zo: God heeft ons de walvissen gegeven en
dat is goed. God heeft ons ook olie gege
ven en dat is ook goed."
Tikigaq BV (Inupiaq voor Point Hope)
hoopt bovendien op inkomsten uit de olie
winning, geen overbodige luxe in het ar
me Point Hope. Als de oliemaatschappijen
over Eskimogrohd een pijpleiding aanleg
gen, kunnen de Inupiaq belasting heffen.
Dan stromen de dollars binnen.
Patrouillerend in een gedeukte witte
pick-up truck, waarmee hij voor 16 dollar
per uur Point Hope vrij probeert te hou
den van ijsberen, schudt Rex Tuzroyluk
mistroostig zijn hoofd. Zijn volk wordt
met dat geld gecorrumpeerd en afhanke
lijk gemaakt. „Voor mijn opa was suiker
en zout al gewoon, voor mijn vader was
het boter en jam en voor mij is het beef jer
ky (gedroogde vleessnack, red.). Mijn zoon
vindt een magnetron al heel gewoon. Dat
is een slechte ontwikkeling. Wij moeten
zelfvoorzienend zijn."
Rex Rock, een walviskapitein die ook in
het bestuur van Tikigaq BV zit, is niet zo
bang voor de gevolgen van het olieboren.
„Ik ben ervan overtuigd dat Shell voorzich
tig is en er alles aan doet om de zee
schoon te houden. Onze jongeren zitten
voor de tv en achter de computer en prefe
reren Amerikaans eten boven onze walvis
sen. Dat is een veel grotere bedreiging
voor onze cultuur."
reageren?
spectrum@wegener.nl