5 spectrum Eclectische rotzooi! hoogste tijd RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE Zaterdag 23 juni 2012 persoonlijke puinzooi aan te kijken! Ik besloot mijn eclectisch criterium eens diepgaand te on derzoeken. Te beginnen bij een zogenaamde footstool, een meubelstuk bedoeld om je voeten op te leggen bij het naar de televisie staren. Die voetenstoel is nog nooit door mijn gestrekte be nen beroerd, die stoel is ogenblikkelijk in ge bruik genomen als bijzettafeltje voor alles waar voor ik even geen plek wist te vinden. Ik doe een greep uit de hoop. 'Kookboek voor volwassenen die zich nog kind voelen',(cadeautje van iemand die zegt mij héél goed te kennen!) 'Man schiet niet in knie', de grappigste taaikron kels uit de media, uitgave van Onze Taal. 'Zelfgenezing door beheersing van de kringspie ren'. (Who the heil heeft mij dit geschonken? Flatuleerde ik onbeheerst op een pijnlijk ogen blik en werd ik door een goedbedoelende vriend op deze flater aangesproken?) 'Amsterdamse liefdesgedichten' Ik kan het niet laten, effe bladeren: Hier, 'Adres sen', van Jean Pierre Rawie. „In het verhaal van mijn twee steden, is het vooral in deze stad dat mij meteen weer is ont gleden wat ik het meest heb liefgehad. Mijn Am sterdamse perioden meet ik als vanzelfsprekend af aan onvergetelijke doden om wie ik onver geeflijk gaf. En altijd loop ik in den blinde door de bekende buurten rond om iets van vroeger te hervinden wat ik ook vroeger nergens vond, maar mij zal nimmermeer gebeuren aan deze gracht, in gene straat, dat een van de vertrouw de deuren als vroeger voor mij opengaat, want achter deze gevels is er in leven geen die op mij wacht; De Houtmankade, Roemer Vis- scher, Constantijn Huygens, Brouwersgracht." En last but not least: de Daklozenkrant met een portret van Adriaan van Dis op de cover, met als tekst: zwerver en wereldburger. Moet ik nog le zen. Ik kan nog uren doorgaan. De stapel tekeningen van mijn kleinkinderen, de dooie tak die al jaren in een droge vaas staat, de lege plastic fles met 'Belle van Bekerke', zuiver Zeeuws water uit de bron van Biggekerke. Die heb ik bewaard, wil er nog eens een stukje over schrijven. En dit alles is nog maar een honderdste deele van mijn eclec tisch interieur... O, wat heeft u een eclectisch interi eur!", riep laatst een journaliste, die mij op de Amsterdamse werkplek be zocht om mij uit te horen ten bate van een stukje. Verbaasd keek ik haar aan. Beel dig woord, eclectisch. Maar toen de deskundige vrouw haar werk had gedaan en vertrok, wist ik niet hoe snel ik de Dikke van Dale moest op slaan op de precieze betekenis van 'eclectisch' op te zoeken. Eclectisch het beste uitkiezend. Nu, die bezoekster vond mijn bij elkaar geraapt meubilair plus wandversiering en boekenkasten dus van... eh... een zekere smaak getuigen? Ik voelde mij gestreeld. Ik ben dus duidelijk een eclecticus, een 'persoon, die zich niet aan een stelsel bindt, maar van alle stelsels datgene uit kiest wat hem het beste lijkt1, aldus de Dikke van Dale. Door dit nieuw verworven inzicht, begon ik toch eens kritisch om mij heen te kijken. Een an dere langskomende collega riep bij het betreden van mijn eclectische werkruimte: „O gunst, jij bent iemand die niks kan weggooien!" Kijk, dat is een andere manier om tegen mijn

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 59