Op zoek naar bevestiging
zaterdag 23 juni 2012
Rob Ruijgh schikt zich in zijn rol als knecht
Een achtste plaats in een rit in de
Ronde van Duinkerke was in 2012
het beste resultaat van Rob Ruijgh.
Na een sterk NK, waarin hij
ploegmaat Pim Ligthart aan
de titel hielp, verbaasde Rob
Ruijgh vorig jaar ook in de
Tour. Hoe anders is de situa
tie twaalf maanden later?
door Patrick Delait
En ineens wilde iedereen al
les van Rob Ruijgh weten.
Hoe het kon dat hij als de
butant in de Tour de Fran
ce bijna elke etappe in de top twin
tig reed? Waar dat kleine, blonde
brutaaltje zo plots vandaan
kwam? Was het immers niet zo
dat hij na een mislukking bij de op-
leidingsploeg van Rabobank van
de regen in de drup was geraakt?
Dat hij bijna was gestopt met koer
sen? En nu was hij zomaar de bes
te Nederlander in de Tour. 21ste in
het eindklassement, of we in de
toekomst nog meer van hem
mochten verwachten? De kwajon
gensachtige branie die Ruijgh in
de Tour van 2011 etaleerde, is enigs
zins verdwenen. Veel reden tot ju
bel heeft hij dit seizoen nog niet
gehad, de Limburger van Vacanso-
leil. „Ik had het mij anders voorge
steld. Als je 21ste wordt in de Tour
verwacht je die lijn door te kun
nen trekken. Dat is nog niet ge
beurd. Werkelijk alles zat tegen."
Mis liep het al in de voorbereiding.
De knieklachten waarmee Ruijgh
terugkwam uit de Ruta del Sol, ble
ken ernstiger dan verwacht. Na
een herstelperiode verliet hij bij
zijn rentree in maart voortijdig de
Ronde van Catalonië. „Ik heb van
alles geprobeerd om een oplossing
te vinden. Heb een echo laten ma
ken, ben bij een osteopaat ge
weest. Van hot naar her ben ik ge
stuurd. Ik ben een controlefreak.
Wil alles tot op de bodem uitzoe
ken. Uiteindelijk heb ik het heft in
eigen handen genomen. Toen ik
een fïetsmeting liet doen, vielen
de stukjes van de puzzel in elkaar.
Mijn knieklachten werden veroor
zaakt door een te kleine fiets. Pas
toen dat euvel was verholpen, ver
dween stilaan ook de pijn."
Hoe het kan dat een renner van
een World Tour-ploeg met een ver
keerde fiets op pad wordt ge
stuurd? Ruijgh fronst de wenk
brauwen. Bij de overstap van Rid
ley naar Bianchi, dit seizoen de
nieuwe fietsensponsor van Vacan-
soleil, is er in zijn geval iets over
het hoofd gezien, vermoedt de
klimmer. „Ook al had mijn Bian
chi precies dezelfde afmetingen als
mijn vorige fiets, ik zat anders op
het zadel. Een geometrische kwes
tie die veel te maken heeft met ge
voel. Als renner word je afgere
kend op resultaten, maar zonder
goed gereedschap kun je niet pres
teren."
Nee, Ruijgh wil niet vluchten in
excuses. „Laat anderen maar over
mij oordelen. Ik weet voor mezelf
waarom het dit voorjaar zo is gelo
pen. Achterafhad ik andere keu
zes moeten maken. Ik heb me ge
forceerd om een goed niveau te
kunnen halen in de Amstel Gold
Race en de Waalse klassiekers. Ik
'Zonder goed gereedschap
kun je als wielrenner geen
prestaties leveren'
reed best goed, maar was niet top.
Dat kon ook niet. Op de koop toe
kreeg ik in de Gold Race een nieu
we tik. Door een abrupte remma-
noeuvre werd mijn hele lichaam
scheef getrokken."
In de Dauphiné scheen er licht in
de duisternis. Na een hoopgeven
de veertiende plaats in de proloog,
had Ruijgh het goede gevoel te
pakken. In de eerste bergetappe
bleek hij echter een schim van de
renner die zich vorig jaar tijdens
de Franse etappekoers brutaal in
de Vacansoleil-Tourploeg reed. „Ik
was erop gebrand om iets te laten
zien. Alles ging goed totdat ik in
de eerste bergrit moest lossen op
een col van derde categorie. Ik voel
de me compleet leeg. Meteen na
de Dauphiné heb ik buikgriep ge
kregen. Dat virus moet al tijdens
de Dauphiné in mijn lijf hebben
gezeten", zoekt Ruijgh naar hou
vast na de hindernissenrace die hij
dit voorjaar afwerkte.
Ondanks alle tegenslagen werd de
25-jarige klimmer deze week gese
lecteerd voor de Tour. Ruijgh start
volgende week zaterdag in Luik
met de intentie er het beste van te
maken. Maar er zijn ook gemeng
de gevoelens. Niet Ruijgh, maar
provinciegenoot Wout Poels
wordt bij Vacansoleil uitgespeeld
als kopman. De vanzelfsprekend
heid waarmee hij is veroordeeld
tot een rol in de luwte, knaagt bij
de renner die na de vorige Tour
nog alom werd bewierookt.
„Het punt is dat ik op dit moment
niks heb te willen. Een renner die
geen uitslagen rijdt, moet nederig
zijn. Ik respecteer de keuzes van
de ploegleiding. In de Tour zal ik
zo goed mogelijk mijn werk doen
voor anderen. Met een hoge klasse
ring ben ik totaal niet bezig."
Ruijgh heeft lessen getrokken uit
de voorbije pechperiode. Zo is hij
er achter gekomen dat wielrennen
nog altijd veel meer een individue
le sport is dan een teamgebeuren.
„Als profrenner zit je in een trein.
Als je om wat voor reden ook van
die trein afvalt, zit je zelf met de
gebakken peren. Ik heb het de
voorbije maanden vooral zelf moe
ten uitzoeken."
Een huilebalk is hij nooit geweest.
Rob Ruijgh is het gewend om
voor zichzelf op te komen sinds
hij op twaalfjarige leeftijd zijn va
der verloor. „Als kind was ik al op
mezelf aangewezen. Dat heb ik nu
nog. Ik heb geen trainer nodig. Ik
ken mijn lichaam goed genoeg om
te weten wat ik moet doen. Als ik
twijfel, kan ik voor adviezen altijd
terecht bij een paar vertrouwelin
gen."
Voor een renner gaat niets boven
zelfbevestiging. Ruijgh vond het
dit voorjaar vooral buiten de wed
strijden om. Tijdens de parcours-
'Als kind was ik al op
mezelf aangewezen.
Dat heb ik nu nog'
verkenning van enkele bergetap
pes uit de Tour wilde hij laten zien
tot wat hij in staat is. Vijf dagen
lang kwam hij in de Alpen en de
Pyreneeën op elke col als eerste bo
ven, vaak minuten voor Johnny
Hoogerland, Wout Poels, Lieuwe
Westra en de Spanjaard Rafa Valls.
„Ploegleider Hilaire Van der Schue-
ren vond het, geloof ik, niet zo
leuk, maar mij gaf het een goed ge
voel."
Galibier in
de
Rob Ruijgh vorig jaar tijdens de beklimming van de
Ronde van Frankrijk.