'Geen pijn meer, maar herinneringen'
{fPt
14I - ekcï
Een ajkeer van middenmatigheid
reiziger,
indien u
ooit een
krekel
hoort die
help roept:
dat ben ik
vrijdag 22 juni 2012
Helga Weiss (82) overleefde
Auschwitz. Een oom metselde
haar dagboek in een muur. Het is
nu uitgegeven: Het begon met een
ster. „Mijn kunst gaat alleen van
hand tot hand."
door Theo Hakkert
Het trappenhuis is kaal en oud, de
treden lichtjes uitgesleten. De ra
men bieden een blik op achter
tuinen die niet zijn bijgehouden.
Een lift zou niet misstaan. Helga
Weiss zou er zeker mee geholpen zijn. De
grafisch kunstenaar is 82 jaar en woont vier
hoog in dit afgetrapte appartementencom
plex in het oostelijk deel van Praag.
Later deze middag zal zij zeggen: „Ik kon
hier weer wonen. En nu wil ik hier blijven
ook, zo lang het kan. Ik heb een klein bal
kon, voor frisse lucht kan ik daar zitten. In
de hoop dat iemand mij zo nu en dan iets
te eten komt brengen, hierboven. Soms is
het moeilijk om de trappen op te lopen.
Mijn zoon helpt me met de zware bood
schappen." Hier, in dit huis, werd ze gebo
ren in 1930. Dochter van een Joods echt
paar, in een Praag dat nog in hetzelfde de
cennium ten prooi zou vallen aan de nazi's.
De familie Weiss werd, met de andere Jood
se inwoners, naar Theresienstadt gedepor
teerd, het concentratiekamp op een uur rij
den ten noorden van Praag.
Kort daarvoor was de toen 9-jarige Helga be
gonnen een dagboek bij te houden. Het is
bewaard gebleven en, als eerste in Neder
land, uitgegeven, op D-Day. Zestien landen
volgen met een uitgave van Het begon met
een ster.
Van de 15.000 kinderen die van Theresien
stadt naar Auschwitz moesten, hebben 100
de oorlog en de kampen overleefd. „Ik ben,
tenslotte, met mijn moeder aan de hand,
weer naar buiten gelopen." Terug naar
Praag. Na een tijdje konden ze terug naar
hun huis, dit huis. Ze slaakt een diepe
zucht. „Tijdens de oorlog zaten hier Duit
sers. Alle bezittingen waren weg. We wil
den hier terugkeren, omdat ik hier geboren
ben. Maar na een tijdje ben ik me gaan af
vragen of het wel zo'n goed idee was. Zo
kreeg ik eigenlijk geen kans opnieuw te be
ginnen. Het huis was dan wel leeg, maar op
de herinneringen na. Die waren er."
En ze zijn er nog, dat is evident. Want Hel
ga Weiss heeft dan vóór, tijdens en na de
oorlog haar emoties en ervaringen vastge
legd in haar dagboeken en tekeningen, van
verwerken kon geen sprake zijn, zegt ze.
Met een mooi en vilein glimlachje: „Ik ge
Helga Weiss (82) was een van de honderd kinderen die Auschwitz overleefden.
foto CPD
loof de psychologen niet echt. Je expressies
verwerken in grafisch werk, helpt dat? Nou
en óf ik mijn gevoelens in mijn tekeningen
heb gestort. Maar de gevoelens en de herin
neringen zitten er nog. Pijn? Geen pijn
meer. Herinneringen."
Hier bewaart ze haar tekeningen, hier be
waart ze haar dagboek. Twee schoolschrif
ten en een aantal losse velletjes zijn het. Ob
servaties van een kind in een wereld die al
lengs monsterlijk wordt. „Ik begon toen het
begon. Tot dat moment had ik geen reden
iets over mijn leven op te schrijven."
Ook in Theresienstadt, waar zij en haar
moeder van haar vader werden gescheiden,
kon ze het dagboek bijhouden en haar teke
ningen maken. „Ik zat in het meisjeshuis.
Niemand kon het ook maar iets schelen wat
ik deed." Met de tekeningen was het een an
der verhaal. „Ons werd toegestaan hand
werk te maken. In een kelder hielden we
een tentoonstelling. Ik hing een aantal teke
ningen op. Toen kwam een van de volwasse
nen me waarschuwen. 'Stop dat weg, dit is
gevaarlijk.' Kort daarna vonden ze een aan
tal tekeningen bij de volwassenen zelf Het
was valse propaganda. De kunstenaars en
hun families werden naar het fort gebracht
en vermoord. Ik denk dat ze niet verwacht
ten bij een meisje zoals ik dat soort tekenin
gen aan te treffen."
Ze koestert ze. Kan geen afstand doen van
haar tekeningen ook. „Voor een boek heb ik
een tijdje een aantal moeten afstaan. Ze
moesten worden ingescand. Ik heb er al die
maanden slecht van geslapen. Mijn man zei:
'Vraag of ze ze opsturen, dan slaap je weer
eens.' Opsturen? Met de post of zo? Mijn
kunst gaat alleen van hand tot hand!" Tij
dens het gesprek klinkt een signaal uit het
andere deel van de kamer: „Ah, Skype! Dat
is mijn zoon. Moment." Terug op de bank
zegt ze: ,,'s Morgens is het eerste wat ik doe
de computer aanzetten en Skype starten.
Dan kan mijn zoon zien dat ik nog leef dat
ik de nacht heb overleefd. En hij belt me
een aantal keren per dag." Aan de muur ach
ter haar hangt
HH een vrolijk schil-
.V-\ .'M derij. Een
enorm contrast
met de confron
terende tekenin
gen met scènes
uit de kampen,
tekeningen die
door hun naïe
ve, kinderlijke
stijl alleen maar
aan zeggings
kracht winnen.
„Uit mijn tijd
in Israël", zegt
ze over het zon
nige doek. Tien
weken in 1968 kon ze met een werkbeurs
naar Israël. „De kleuren veranderden." Het
mocht niet duren. „In augustus 1968 vielen
de Russen Praag binnen, in augustus werd
het weer nacht. De kleuren waren niet geel
en oranje meer. De donkere kleuren keer
den terug. We werden opnieuw bezet.
In haar kamer wemelt het van de vlinders.
Op kussens geborduurd. Als motiefin de vi
trage. Ze draagt een kleine vlinderbroche.
„Met reden. Het is een symbool geworden.
Kinderen in Theresienstadt schreven veel
poëzie. Een beroemd gedicht was van een
jongen van 14. Het ging over de laatste vlin
der die hij gezien had. Want vlinders waren
er niet in Theresienstadt. Dieren hebben
blijkbaar een instinct, want er waren inder
daad geen vlinders, en ook geen vogels trou
wens. Alleen veel vliegen en luizen."
©Helga Weiss - Het begon met een ster. Het
oorlogsdagboek van een Joods meisje. Verta
ling Edgar de Bruin. The House of Books,
16,95 euro.
door Mario Moiegraaf
F. Harmsen van Beek
(1927-2009)
In een van haar gedichten schreef
Fritzi Harmsen van Beek over
hartproblemen waardoor ze in
het ziekenhuis belandde. Haar hart,
'die ingeplanteerde nimmerzat',
hield zich aan de afspraak: 'niets, al
les of anders helemaal niks'. Ze had,
vond ze, een 'net als iedereen anders-
hart'. Alleen haakte het hare 'naar ex
ces en vervolmaking'. Nooit, nooit
was het genoeg. Ze had nu eenmaal
een 'afkeer van middenmatigheid'.
Nee, geen middelmatigheid maar
middenmatigheid, dat luisterde bij
haar nauw. Iedere zin moest een ver
rassing zijn.
Vandaar dat ze zo weinig zinnen
heeft geschreven. In goed en kwaad,
waarin alle regels zijn verzameld die
ze ooit publiceerde, telt amper vijf
honderd bladzijden. De lezer wordt
door haar werk nog net zo overrom
peld als toen ze in 1965 debuteerde
met Geachte muizenpoot en andere ge
dichten. Dat boek en de dichtbundel
Kus of ik schrijf van tien jaar later vor
men de kern van haar gekke, grillige,
geweldige oeuvre. Ik weet nog steeds
niet goed wat me overkomt wanneer
ik aan een gedicht begin als 'Goede
morgen? Hemelse mevrouw Ping',
bedoeld als troost voor een 'radarbe-
snorde, dubbelgepuntmutste, me-
vrouwogige poezin' die een aantal
van haar zuigelingen heeft verloren.
Vooral weet ik niet of ik lachen dan
wel huilen moet.
Deze poëzie met oeverloze stromen
gesprek, onbeteugelde lawines ge
dachten is echter dan echt, bloter
dan bloot. De essentie van het be
staan blootgelegd, zelfs in de zeven
tien lettergrepen van de hierbij afge
drukte haiku. Wat krijg je dan te
zien? Een wanhoop zo groot dat je
terugdeinst, maar de dichteres sleept
je toch weer mee. Kijk nou, kijk nou
toch, dit is jouw vervloekte en zalige,
onvolprezen en verschrikkelijke le
ven.
'Raadselrijmen' noemde ze haar eer
ste gedichten en het raadsel bleef al
tijd. Tegelijk zijn de gedichten onge
looflijk alledaags. Neem 'De geschie
denis van in de trein' over een
vrouw die naar haar doodzieke zoon
tje onderweg is. Het wordt een 'ver-
vrolijkende geschiedenis, ook al zou
je eerst denken van niet', wordt in
de openingsregel beloofd. Zo is het.
En tegelijk is het precies andersom.
Poëzie zonder compromis, op de
grens van kermis, smartlap, waan.
Poëzie die het hart stil laat staan.
IN GOED F.X kwaax»
Verzameld werk
F. Harmsen van Beek - In goed en
kwaad. Verzameld werk. De.E
Bij, 29,90 euro.