Endurance: gezond blijven dieselen
5
dinsdag 12 juni 2012
Een paard kan tijdens een endurancewedstrijd meer
dan vijf procent van z'n lichaamsgewicht verliezen.
Het heeft dus enige tijd nodig om te herstellen.
'Bij endurance is elke combinatie
die het traject met goed gevolg aflegt een
winnaar: to finish is to win'
Saskia Simpellaar
Arjan Kesteloo zorgt er bij een tussenstop voor dat Marcan en Saskia Simpelaar niets tekort komen. foto Camiie Schelstraete
Endurance is een groeiende tak
van paardensport. Het is een
mooie, eerlijke vorm van paard
rijden, vinden de beoefenaars.
Saskia Simpelaar uit Koewacht
doet met haar paard Marcan in
Stekene voor het eerst mee aan
een wedstrijd over 80 kilometer.
door Koen de Vries
stekene - Een sportmaaltijd was
het bepaald niet, die Saskia Simpel-
aar en haar vriend Arjan zondaga
vond nuttigden. Na een lange, in
spannende dag vol paardensport
hadden ze niet meer de energie
om achter het fornuis te gaan
staan. Dus gingen ze naar de friet-
boer in hun woonplaats Koe
wacht. Simpelaar (41) legde met
haar nog maar net zevenjarige
paard N.D. S Marcan in de omge
ving van Stekene een zware test af
Voor het eerst probeerden ze een
wedstrijd met een lengte van 80 ki
lometer te volbrengen. Missie ge
slaagd, de toekomst lacht de combi
natie toe.
De tak van paardensport die Sim
pelaar en Marcan beoefenen heet
endurance. Het is een kleine sport,
maar hij groeit snel. Bij endurance
moeten paard en ruiter een traject
binnen een limiettijd afleggen.
Dierenartsen controleren een paar
keer of de viervoeter "fit genoeg is
om door te gaan. In Stekene kon
den de deelnemers kiezen uit af
standen van 20, 30,40, 60 en 80 ki
lometer. Simpelaar was met Mar
can voor het eerst toe aan de 80.
In Stekene de langste afstand,
maar internationaal zijn er wed
strijden tot wel 160 kilometer.
Ook endurancepaarden hebben
een hoofd, vier benen en een
staart. Maar dan houdt de vergelij
king met spring- of dressuurpaar-
den een eind op. Endurancepaar
den zijn vaak lichtgewicht vol
bloeds. Ze wegen amper 450 kilo,
zijn veel minder schrikachtig en
hebben een groot hart en grote
longen. Daardoor hebben ze een
enorm uithoudingsvermogen.
Simpelaar traint haar paard drie a
vier keer per week. Ze maken lan
ge ritten, maar dat is niet alles.
Marcan gaat bijvoorbeeld ook één
keer per maand op zwemtraining.
„Da's heel goed voor z'n conditie",
weet de amazone. „De eerste keer
had hij wat schrik,, maar nu vindt
hij het leuk. Hij springt nu zo in
het water." „Hij maakt nog net
geen bommetje", voegde haar
vriend Arjan Kesteloo er lachend
aan toe.
De zondag van Simpelaar, Keste
loo en Marcan begon vroeg. Om
half tien werd er gestart en dan
moest het paard al gekeurd zijn
door de veearts. Het eerste rondje
van 30 kilometer door de bossen,
over verharde wegen en door gras
velden verliep voorspoedig. De
deelnemers moesten een gemiddel
de snelheid van minimaal 10 kilo
meter per uur aanhouden. Ze
moesten dus na 9,5 uur binnen
zijn (8 uur rijden plus twee keer
drie kwartier verplichte rust).
Simpelaar wilde het rustig aan
doen, maar bleek bij de eerste stop
een gemiddelde van 14 gehaald te
hebben. „We hebben hele stukken
kunnen galopperen", keek ze te
rug. Bij terugkeer op de manege
moest het paard weer gekeurd.
Daar mag je niet te lang mee wach
ten, want dan krijg je strafpunten.
Maar je moet ook niet te snel zijn.
„Als de hartslag boven de zestig is,
mag je niet verder", vertelde Sim
pelaar. „En als je boven de 45 zit,
krijg je strafpunten."
De dierenarts constateerde dat
Marcan er goed uitzag. De hartslag
was 42, het paard draafde keurig re
gelmatig, alleen moest het ietsje
meer drinken. Alles werd ge
noteerd op een scorekaart. Na de
drie kwartier verplichte rust
moesten paard en amazone begin
nen aan hun tweede ronde. Dat
gold niet voor iedereen: één paard
liep kreupel en mocht daarom niet
verder.
Ook de tweede ronde ging voor
spoedig. Marcan at niet alleen
meer sappige appeltjes, maar
kreeg ook de smaak van het drin
ken te pakken. Bij elke stop dronk
hij met grote teugen een halve em
mer leeg. Om vervolgens met goe
de zin weer op pad te gaan.
Overigens hadden niet alleen Sim
pelaar en Marcan het druk. Keste
loo reed van drinkpost naar drink-
post, koelde het paard daar met
koud water, gaf het te eten en te
drinken en vergat ook de zorg
voor de amazone niet. Vlak voor
de keuring controleerde hij ook
nog de hartslag en vlak voor het
vertrek pamperde hij de viervoeter
met vanalles en nog wat. Zo spoot
hij anti-vliegenspray en zorgde hij
voor talkpoeder onder het zadel
en de beenkappen.
Ook na de tweede ronde gaf de
veearts groen licht en nadat de
tocht ruim binnen de tijd vol-'
bracht was, bleek Marcan zo fit als
een hoentje. „Hij had een hartslag
van 42. Na tachtig kilometer!", zei
Saskia Simpelaar met ongeloof in
haar stem.
Marcan en Simpelaar eindigden
als achtste van de twaalf gestarte
combinaties die uit België, Neder
land en Duitsland kwamen. De fi-
nishtijd telde mee voor de klasse
ring, en de bevindingen van de die
renarts. En hoe was Saskia er zelf
aan toe? Ze was moe maar zeer vol
daan. Het paard is een atleet, de
amazone moet dat ook zijn. Ze
mag de 80 kilometer niet plomp
verloren bovenop het paard zitten.
Ze moet meewerken om de arbeid
van de viervoeter lichter te maken.
En dat kost kracht. „Ik ga drie keer
per week naar de sportschool", ver
telde ze. „En als het goed weer is,
ga ik op de fiets naar m'n werk in
Terneuzen."
De komende tijd krijgt MarCan
rust. „Hoe langer de wedstrijden,
hoe minder je er kunt rijden",
weet Simpelaar. „In augustus doen
we in Tessenderloo weer een wed
strijd over 80 kilometer. Daar gaan
we langzaam naartoe werken. We
doen het stap voor stap. Maar
eerst genieten van deze dag. Het
paard heeft de test doorstaan, ik
ben ontzettend tevreden."
Simpelaar is helemaal gegrepen
door deze tak van paardensport.
„Ik ben er per ongeluk ingerold en
het werkt verslavend. Ik zou endu
rance nooit van m'n leven meer
willen missen."