io I faillissement Op de fles gaan en de weg daarheen hebben een enor me impact op on dernemers en hun omgeving. Commu nicatie-adviseur Ma rion van der Voort schreef daarover het F-woord, handboek bij faillissement. dinsdag 12 juni 2012 Zonder schaamte ten onder Feniks, voor positief beeld doorstarters Risico's nemen en failliet gaan ho ren bij het ondernemen, zegt Sere na Scholte. Ze is voortrekker van Feniks, een vrijwillig initiatief om de beeldvorming rondom bankroet te verbeteren. In de ogen van veel mensen zijn ondernemers die fail liet gaan frauduleus, zegt Scholte. „Als een voetballer valt, zeg je 'kom op, doorgaan', maar een on dernemer moet direct succes heb ben." Een dieptepunt is in haar ogen een ondernemers wedstrijd van de Rabobank, waaraan geen zelfstandigen mogen meedoen die eens failliet zijn gegaan. Vorige week trapte Feniks af met een bijeenkomst om kennis en er varingen uit te wisselen. Wat volgt is overleg met instanties als Ka mers van Koophandel, banken en de overheid over ondersteuning van de doorstarters. Scholte is geen ervaringsdeskundi ge, maar om haar heen zijn faillisse menten aan de orde van de dag. „Ik ben leercoach en adviseur in de bouw. Alleen vorige maand al zijn er 180 bouwbedrijven failliet ge gaan." door Joep Trommelen Illustratie Studio Bliq Op de dag dat een ondernemer sur seance van beta ling krijgt of fail liet gaat, verliest hij of zij ineens de controle over het bedrijf waar jarenlang alle energie en passie in gestoken is. Een bewindvoerder krijgt mede de leiding bij het zoe ken naar een oplossing van de pro blemen en als een faillissement niet te voorkomen is, werkt een curator de ondergang af En de on dernemer, die mag vanaf de zijlijn toekijken hoe zijn ellende op straat belandt en in het gunstigste geval adviseren over 'hoe nu ver der'. „Maar het kan ook anders. Want aan al deze ellende gaat meestal een opeenstapeling van proble men vooraf, zodat je je een beetje kunt voorbereiden op het ergste", zegt Marion van der Voort, com municatieadviseur in Amersfoort en auteur van het boek Het F-woord, dat deze week verschijnt. „Een klant betaalt niet, de omzet valt tegen, een opdrachtgever gaat failliet. Dan komt er een moment dat je denkt: hé, het gaat niet goed! Dat is het moment om na te gaan denken hoe je in het slecht ste geval naar je klanten, perso neel, familie en vrienden en de buitenwereld wil communiceren." Grote bedrijven hebben vaak een 'Een faillissement is veel meer dan een zakelijke tragedie' communicatieafdeling of huren mensen als Van der Voort in - als daar nog geld voor is tenminste. Maar met name het midden- en kleinbedrijf is vaak totaal onvoor bereid. Vooral voor die sector heeft Van der Voort het F-woord geschreven. „Er zijn duizenden communicatieboeken, maar ik kon er geen. een «vinden over sursean ces en faillissementen. Terwijl de impact daarvan enorm is." Zo sprak ze tijdens het werken aan het boek een keer een vrouw die wit wegtrok toen Van der Voort vertelde waar ze mee bezig was. „Wat bleek: zij had als klein kind haar vader failliet zien gaan. Daar mocht toen niet over gesproken worden, het faillisse ment hing als een zwa re schaduw over het ge zin en zij kon met haar eigen kleine problemen nergens terecht. Een traumatische ervaring die haar voor de rest van haar leven vormde. Een faillissement is veel meer dan een zakelijke tragedie." En ook de ondernemers zelf lijden. „Ineens ben je niet meer welkom op re cepties en in comités van aanbeveling. Mensen nege ren je of spreken je juist op verwijtende toon aan. Niet alleen bedrijven, ook huwelijken gaan kapot." De mogelijkheid om als on dernemer ook in de maal stroom van een dreigende financiële ondergang toch nog enigszins zelf de regie te houden, loopt als een ro de draad door Het F-woord. Want er valt wel degelijk iets te kiezen, schetst Van der Voort in haar boek aan de hand van voorbeelden uit haar praktijk. Onderga je al les liever in stilte of breng je het slechte nieuws zelf naar buiten? En wanneer doe je dat? Lever je jezelf zomaar uit aan een curator? Zie je nog kansen voor een doorstart en hoe breng je die naar buiten om de kans op succes te ver groten? Hoe reageer je op de geruchten- en roddelmachine die op gang komt? En hoe breng je de boodschap naar personeel en klanten? Van der Voort: „Wat grote bedrij ven doen, kunnen kleinere onder nemers vertalen naar hun eigen schaal. In plaats van een woord voerder in te huren is er misschien wel een vriend die de plaatselijke krant te woord wil staan omdat je daar zelf te emotioneel voor bent." Ondernemers zijn geboren opti misten, weet Van der Voort. En dan staat hun wereld ineens op zijn kop. „Toegeven dat je op wat voor manier dan ook gefaald hebt, daar zijn ze meestal niet zo goed in. Toen de huidige economische crisis begon, in 2008, 2009, riepen mensen nog bij een faillissement: hoe is het mogelijk? Maar inmid dels kent iedereen slachtoffers van de crisis. Mensen denken niet met een: 'die failliete ondernemer zal er wel een zootje van gemaakt heb ben'. Het taboe gaat er ietsje vanaf, ook al zullen mensen mijn boek waarschijnlijk eerder via internet bestellen dan dat ze er mee aan de kassa in een winkel gaan staan. De impact van een faillissement is nog hetzelfde. Dus blijft weten hoe je er over communiceert essen tieel." Van der Voort ontdekte dat er vooral veel winst te boeken valt in de wereld van de curatoren, de ge specialiseerde advocaten die de rechtbank benoemt om de schul- den af te werken bij een faillisse ment. „Ik was flabbergasted. De wet op het faillissementsrecht die hun taken regelt, dateert uit 1893 en het lijkt wel of alles sinds die tijd hetzelfde is gebleven, al zijn er gelukkig ook goede uitzonderin gen. Veel partijen, klanten maar ook bijvoorbeeld de media, zitten bij een faillissement met vragen. Maar de meeste curatoren zijn niet meteen bereid die te beantwoor den. Ze zitten vooral op een zaak

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 10