HI
sizen 4
m
In Mickjaggers bed
\W
WM
mm.
De meeste reizigers in
Iran volgen de klassieke
noord-zuidroute Teheran-
Esfahan-Shiraz. Joost Bosman
trok langs de voormalige
zijderoute, van west naar oost.
Huiverend van opwinding
verwacht ik te worden
gepakt, maar ik loop nog
reizen@wegener.nl
024-3650360
a,
afc
m
W"%
et hotel is vol. Althans, we hebben twee kamers no-
dig en er is maar één beschikbaar. Ik kan het niet
geloven. Georgetown, Guyana, ruim buiten het sei
zoen, niets aan de hand. Dacht ik. De Cara Lodge is op het
vliegveld van harte aanbevolen. Een prachtige Victoriaanse
villa, meest charmante hotel van de stad. Maar... vol. Dat
zegt de mevrouw aan de receptie in elk geval. Het is niet
een erg toeschietelijke dame. Als ik vraag wat te doen, haalt
ze zwijgend haar schouders op. Er is overduidelijk weinig
belangstelling voor klandizie.
Er komt een mevrouw uit een kantoor. Zij ziet er dynami
scher uit. Ik leg haar het probleem voor en ze gaat smoezen
met de receptioniste. Er komt een oplossing. Naast de ene
kamer blijkt er nog een suite vrij. De Walter Raleigh-suite,
vernoemd naar de zestiende-eeuwse Britse avonturier. Een
bijzondere slaapkamer, want er logeerde ooit een wereldbe
roemd persoon. Een cricketliefhebber die geen belangrijk
toernooi in Guyana mist en dan altijd slaapt in de Cara Lod
ge. Dikke vrienden zijn ze eigenlijk, de mensen van het ho
tel en de vermaarde gast. Inderdaad, het is een grote naam
en vanavond zal ik dus in zijn vaste bedje slapen.
Nieuwsgierig vraag ik me af met wie Mick Jagger, om hem
gaat het,.dit tweepersoonsmatras zoal heeft gedeeld. Stelt u
zich niet te veel voor van het popstergehalte van de suite,
veel meer dan een ruime kamer met zithoek is het niet.
Maar de geest van de beroemde gast maakt veel
goed. Ik zet 'Sympathy for the devil' aan en geniet
van het Mick-matras.
De chauffeur die met ons op pad gaat, is een vrolij
ke snuiter. Naar eigen zeggen de beste chauffeur
van de stad. Bij alles wat we onderweg zien, geeft
hij tekst en uitleg. Een ondergelopen grasveld is het
oude cricketstadion. We passeren even later nog
een overstroomd stuk gras, nu met tribunes er om
heen. Dat blijkt het nieuwe cricketstadion. Ik vraag
onze chauffeur naar Mick I agger en hij steekt met
een van wal. Jagger is namelijk een van zijn betere
vrienden. Altijd als de Rolling Stone in het land is,
maakt Jagger gebruik van zijn diensten. Eigenlijk
zou onze man ook wel gezien kunnen worden als
persoonlijke chauffeur van Jagger.
Die avond zoeken we een respectabele eetgelegen
heid. Dat is lastig, maar het Pegasushotel zou een
keuken van niveau bezitten. Dat blijkt min of meer
te kloppen. Uit nieuwsgierigheid gooi ik bij onze ober een
balletje op. De man reageert onmiddellijk. Ook hij kent
Mick Jagger uiteraard goed. Een groot cricketfan, meneer.
En hij houdt van lekker eten. Daarom is hij hierin het res
taurant vaste gast als hij in Georgetown verblijft. Nee, hoor,
het is een heel gewone vent. Ja, inderdaad regelmatig in het
gezelschap van een knappe vrouw.
Op de een of andere manier kan ik het me niet voorstellen.
Onze Mick, die tevreden is met de faciliteiten in het primi
tieve Georgetown. Lekker op de bouwvallige eretribune bij
het cricket. Het lijkt me sterk. Maar een korte exploratie op
het internet weerlegt mijn scepsis. De heer Jagger blijkt
zelfs zo'n fanatieke cricketaanbidder, dat hij overal ter we
reld via een eigen satellietzender zijn favoriete wedstrijden
volgt. Dus toch. Met extra veel genoegen druk ik mijn neus
in het Mick Jagger-kussen.
De volgende dag zijn we op bezoek bij de minister van
Sport en Cultuur. Ons gesprek komt ai snel op cricket en ik
ben benieuwd hoe de minister tegen de belangstelling van
Mick Jagger aankijkt. Hij krabt even achter de oren. Tja, die
Mick, hij is inderdaad een keer op bezoek geweest. Even
naar een cricketwedstrijdje en de vólgende dag meteen ver
trokken. Met een vliegtuigje en een vriendinnetje het bin
nenland in. Naar een peperdure eco-lodge, die hij in z'n ge
heel had afgehuurd. Aan boord van het vliegtuigje grote
hoeveelheden wijn en kreeft. De minister schudt afkeurend
het hoofd. Nee, alles wat we over die man horen zijn pure
fabeltjes.
Valt me toch tegen. Die avond lig ik heel anders in de Wal
ter Raleigh-stiite. Waarom zou nu juist de hoogste baas van
Cultuur en Sport geen vriend willen zijn van Jagger? Nou
ja, hij moet het zelf weten. Ik sluit mijn Mick Jagger-klam-
boe en vergeet de minister. Die is natuurlijk gewoon een
Beatle-fan.
Eindredactie:
Bauke Boersma
redactie.reizen@wegener.nl
Vormgeving:
Gemma Kessels
Advertentieverkoop:
Wegener Media Nationale Verkoop
verkoop.dagbladen@wegener.nl
Tabriz
Soltaniyeh
Teheran
- i/iesjted
n n een van de straten in Tabriz staarde hij me vijf
I minuten eerder al nieuwsgierig aan, nu kan de
I jonge moellah zijn nieuwsgierigheid niet langer
I bedwingen. „Waar komt u vandaan?", vraagt hij.
I De moellah studeert Engels in Qom, de op één
na heiligste stad van Iran. Als we door een parkje lo
pen, kijken kleine groepjes studenten ons na. De
moellah glundert: „Ze zijn gewend aan een geeste
lijke die Arabisch beheerst. Maar iedereen kijkt nu
naar ons omdat we Engels spreken", zegt hij trots.
Ooit was Tabriz, in het noordwesten van Iran, het
fraaie centrum van een Mongoolse dynastie. Maar
een vernietigende aardbeving begin zeventiende
eeuw legde de stad goeddeels in puin. Wat rest is een
moskee, een doolhof van straatjes in de enorme over
dekte bazaar en een stuk oude stadsmuur, waarvan
terdoodveroordeelden in vroeger eeuwen naar bene
den werden geworpen. De legende wil dat een
vrouw haar tsjador als parachute gebruikte en zo de
dood te vlug af was.
Vanuit Tabriz trek ik verder naar het oosten, langs de
oude zijderoute. Onderweg zoek en vind ik het mau
soleum van de Mongoolse sultan Oljeitoe Chodaban-
deh, in Soltaniyeh. In de heiige verte doemt het op
tussen de boomgaarden en de droge, stoppelige ak
kers. Als een slagschip dat de vallei in komt opsto-
men. De reusachtige koepel van schitterend turkoois
koestert zich in de warme morgenzon. Het mauso
leum is zevenhonderd jaar geleden gebouwd in op
dracht van Oljeitoe, achterkleinzoon van de befaam
de heerser Hoelagoe, de veroveraar van zuidwest-
Azië en stichter van het Mongoolse Il-kanaat.
Behoedzaam loop ik om de bijna vijftig meter hoge
kolos heen. Elegantie is opgeofferd aan robuustheid.
Het bouwwerk ademt Mongoolse wilskracht en
maakt een verpletterende indruk. Het octagon draagt
op elke hoek kleine, afgebroken torens, die vroeger
minaretten waren. Binnen in het schimmige licht
staat een spinnenweb van steigers, tot helemaal in de
koepel. Het mausoleum behoort tot het werelderf
goed van de VN en herstelwerkzaamheden zijn al ja
renlang aan de gang. Aan de muur zie ik fijn mozaïek
werk en langs de 15 meter hoge bogen die samen de
achthoek vormen, dwarrelen Arabische teksten in
Koefisch schrift omlaag.
Vanuit de stad Qazvin ga ik een paar dagen later naar
de Alamoet-vallei in het Elboerz-gebergte. Het woes
te gebied herbergt meer dan vijftig twaalfde-eeuwse
kastelen en ruïnes van de Assassijnen, een van de
meest gevreesde religieuze sekten in de Middeleeu
wen. Hun aartsvader, Hasan-i-Sabah, een kwaadaar
dig genie, indoctrineerde zijn volgelingen en liet hen
politieke en geestelijke leiders uit de weg ruimen.
Om zijn aanhangers te motiveren, zou Hasan-i-Sabah
hen drogeren en wakker laten worden in een paradijs
van prachtige tuinen met stromend water en jonge
maagden. Hasjasjin werden ze genoemd, verdoofd
.door hasjiesj, waar later de naam Assassijn van werd
gemaakt. In het Frans en Engels betekent het woord
assasssin nog steeds 'moordenaar'.
Boven het dorp Gazor Khan verheft zich de bijna 300
meter hoge rots waarop de ruïne van het kasteel van
Hasan-i-Sabah ligt. Ik slenter door de resten van wat
ooit de vertrekken en de paardenstallen waren. Er
zou zelfs een bibliotheek in gehuisvest zijn geweest,
waarin Hasan zich naar verluidt dertig jaar lang op
sloot om te studeren. Tot de Mongolen onder leiding
van Hoelagoe Khan de vallei binnenstormden, derAs-
sassijnen uiteenjoegen en hun kastelen voorgoed ver
nietigden.
Enkele dagen later rijd ik richting Teheran, op zoek