In het zomerse llCilt spectrum 2 Zaterdag 9 juni 2012 Wandelen met sneeuwschoenen. Walrussen liggen uitgestrekt op de ijsvlakte. Bergen langs de kant. - - LJHUJ .I J - ."In? i i, TU r' ssyyiè W-* ÉËT - -'H W b $ts?< Wmi Hoge besneeuwde bergen, gletsjers cn toendra's. Dat is Spitsbergen, of Svalbard zoals de Noren de eilandengroep noemen. Deze witte wildernis is enkele maanden per jaar de werkplek van Barbara Francke (36) uit Aagtekérke. Ze is eerste stuurvrouw öp hét Nederlandse zeilschip de Noorderlicht. tekst er; foto's HumbHfn gfeb Een ijskoude snijdende wind raast over de Isfjorden. Wind kracht 8 op Spitsbergen. Het Arctische zeewater spettert over de reling van zeilschip Noorder licht. De tweemastschoener is zojuist ver trokken vanuit de haven van Longyear- byen, met tweeduizend inwoners de groot ste plaats op Spitsbergen. De Noorderlicht trotseert de hoge golven met gemak en vaart vol zelfvertrouwen richting de open zee. Drie enorme zeilen staan-strak in de wind. De Hollandse driekleur wappert fier aan de mast. Het diner is heerlijk, echt waar, maar eten opeen wild wiegend schip is een grote op gave, zo ondervinden de twaalf toeristen binnen. Zwijgend zitten we aan tafel en tu ren door de raampjes naar buiten, vech tend tegen de zeeziekte. „Probeer de hori zon in de gaten te houden", prent de be manning ons in. Het lukt niet iedereen. Binnen een kwartier hangt één van de pas sagiers al over de reling. Anderen bedan- i ken wijselijk voor het eten. Buiten staat Barbara Francke (36) uit Aagte- kerke opgewekt aan het roer van het schip. De Zeeuwse hoort bij de vijfkoppige Nederlandse.bemanning/van hei: schip.-Ze werkt enkele maanden per jaar als eerste stuurvrouw op de Noorderlicht Ze geniet zichtbaar. Ruig weer? Ach, Barbara is in middels wel wat gewend. Ze maakte-in 2006 haar eerste reis met de Noorderlicht, Onervaren was ze zeker niet, ze had toen al vier jaar op tankers de hek wereld over gevaren. Maar zeilen in Spits- bergen, is wat anders. Het is één groot avontuur. „Die eerste reis was de meest bi zarre reis die ik ooit gemaakt heb", blikt ze terug. „Ik was. gewend om met grote sche pen over de oceaan te varen. Als het moei lijk werd, dan kreeg ik advies van een loods. Hier zijn veel eilandjes en soms is het maar vier meter diep. Dat is heel goed opletten. Ik had destijds nog nooit met gas ten aan boord gevaren. Nu sta ik buiten in de kou te sturen, en moet proberen zo dicht mogelijk langs de kust te varen, zo dat de passagiers, zo veel mogelijk kunnen zien." Die reis werd ze midden in de nacht gewekt door de kaplteit die een ijsbeer zag op een ijsschots, vlakbij het schip. „Toen hij de reling bijna met z'n klauwen kon - aanraken, hebben we de motor maar aan gezet." Ze glimlacht. „Het was een bijzon dere ervaring." Ze bleef laaiend enthou- siastover de wildernis van Spitsbergen, de dieren, het schip en haar collega's. De 'Zeeuwsche uitkiek', in het noordweste lijke puntje van Spitsbergen, is cén van haar favoriete plekken op Spitsbergen. Zeeuwse walvisvaarders gebruikten de heu vel in de zeventiende eeuw om walvissen te spotten. „Ik ben een geboren Zeeuwse, dus ik vind bet bijzonder om daar te zijn. Ik kwam er voor het eerst tijdens die bizar re allereerste reis", vertelt Barbara. „Ik klom de heuvel op, en zag de Zeeuwse vlag wapperen! Ik kon mijn ogen niet gelo ven! Een paar toeristen uit Zeeland bleken 'm er de dag ervoor neergezet te hebben." Net als Barbara worden ook wij op slag ver liefd op Spitsbergen. We kunnen die eer-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 62