'Fantasy vraagt om discipline' i4|boeke Krankzinnige reis luidt verwoesting in woensdag 30 mei 2012 subgenre, bestaan bepaalde conventies. De jonge held met het magische zwaard. De wijze oude man. De slechterik. Vaak verliest de jonge held zijn familie en moet hij vluch ten. Hij leert van de oude man, die hij dan ook weer op een bepaald punt in zijn leven verliest. Want de held moet ooit op eigen benen staan. Dat zijn van die conventies." Waar hij mee wilde spelen, uiteraard. „Ik wilde er mijn eigen stempel op drukken, ja. Eragon is eerbetoon aan de grote meesters. Met hun boeken ben ik opgegroeid. Deel één is één groot bedankje aan Tolkien, Ted Williams, Frank Herbert en vele anderen. In deel twee heb ik conventies op de kop ge zet. De wezens die eerst alleen maar slecht leken, vechten uiteindelijk samen met de mensen tegen een slechte koning." In het nawoord van Erfenis wordt Ted Willi ams mede-auteur genoemd, maar bedoeld wordt dat hij een 'collega is. Inspirator bo vendien. „Hij voerde mij terug naar de bron nen van fantasy, zoals Beowulf en de saga's. Knap hoe hij in zijn werk veel oud-Engelse namen gebruikte, die weer net modern ge noeg waren." Paolini ontwikkelde zelf de talen voor zijn elfen en dwergen. „Gebaseerd op oud- Noors. Niet de grammatica, maar wel de woorden en de klanken. Voor de dwergen- taal wilde ik een vlezig geluid, waar je je tan den in kunt zetten." Bijkomend voordeel: „Door oud-Noors te gebruiken uit de saga's zet ik mijn boeken in een traditie van eeu wen." Het succes van zijn reeks heeft hem over donderd, maar ook weer niet echt verbaasd. „Fantasy is de moderne uitvoering van het soort verhalen die de mensheid elkaar al eeuwen vertelt. Volksverhalen, mythes." Om het in historisch perspectief te plaatsen: „Er is nog maar tweehonderd jaar realis tische fictie. Die ontstond na de industriële revolutie, met de opkomst van nieuwe tech nieken. Mensen kregen de behoefte elkaar uit te leggen hoe de wereld om hen heen in elkaar stak. Dat zien we nu nog, maar nog maar tot op bepaalde hoogte. Fantasy komt nu terug in de belangstelling omdat het gen re thema's en onderwerpen aansnijdt die dieper gaan en van alle tijden zijn. „Bovendien doet de film zijn deel. Daar kun nen nu technisch zaken die tot voor kort al leen in boeken konden. Het versterkt elkaar. Harry Potter had twintig jaar geleden nooit verfilmd kunnen worden zoals nu is ge beurd. Over honderd jaar worden er vast en zeker andere soorten verhalen verteld, maar fantasy zal er altijd nog zijn." Christopher Paolini - Erfenis. Vertaling Jac ques Meerman, Fanneke Cnossen, Erica van Rijsewijk, Gerdien Beelen. De Boekerij, 22,95 euro (geb.) De Erfgoed-reeks maakte van Christopher Paolini de Tolkien van de 2te eeuw. De plots voor nog eens twintig boeken heeft hij al uit gedacht. „Fantasy zal er altijd zijn." door Theo Hakkert Terwijl de boekenwereld wordt ge plaagd door berichten over faillisse menten en teruglopende verkopen, zijn er ook positieve dagen. Zo werd op li november vorig jaar (n-ii-n) een op merkelijk record gevestigd. Die dag werden in de VS alle 490.000 exemplaren verkocht van Inheritance, een roman van Christopher Paolini. De Nederlandse vertaling, met als ti tel Erfenis, haalde de tweede plaats van de Bestseller 60. Christopher Paolini, schroom niet hem een fenomeen te noemen. Hij is inmiddels 28, maar schrijven doet hij al sinds zijn 15e. Op die leeftijd begon hij aan wat is uitgegroeid tot Het Efgoed, een serie van vier boeken. Wereldwijde bestsellers. Waarom hij deson danks relatief onbekend is in Nederland? Paolini schrijft fantasy, een nichegenre. Po pulair bij de liefhebbers, totaal genegeerd door andere lezers. De Efgoed-reeks speelt in een fictieve we reld, genaamd Alagaesia. Eragon blijkt een van de laatste Drakenrijders. Hij krijgt een bijzondere band met zijn draak Saphira. Ze nemen het op tegen de duistere koning Gla- batorix. Het eerste deel, Eragon, gaf hij, pas 19 jaar oud, eerst uit via een familiebedrijf, maar het werd al snel opgepikt door een grote uit gever. Het boek werd een bestseller. Fantasy- lezers konden niet wachten op de volgende delen. Eragon werd bovendien verfilmd, met hoofdrollen voor Jeremy Irons en John Malkovich. En daar zit hij nu. Op wereldtournee. Vier dagen Nederland, vervolgens Azië, Austra lië. „Het verhaal van Eragon is voorlopig voorbij, maar zijn wereld blijft bestaan. Ik wil ooit naar die wereld, Alagaesia, terugke ren in latere boeken. Maar niet nu. Bedenk wel: ik heb dertien, veertien jaar in die we reld verkeerd. Op dit punt aanbeland, wil ik een aantal andere boeken schrijven. Ik heb nagedacht over twintig, dertig boeken. Ik heb alle plots al helemaal uitgedacht." Pardon? Met serieus gezicht: „Twintig, der tig boeken verdeeld over verschillende gen res. Science fiction, fantasy, horror, mystery, thriller, romance, historische fictie. Dat ga ik allemaal schrijven. Het is slechts een kwes tie van tijd. Waarschijnlijk als eerste science fiction, maar pin me er niet op vast." Christopher Paolini: „Ik heb nagedacht over tig, dertig boeken." foto Marcel Israel/GPD gen dat je geen verrassingen kunt inbou wen, maar je moet wel werken met de re gels die je zelf hebt opgesteld." Bovendien, zegt hij, bevorderen die regels al leen maar de creativiteit. „En absolute vrij heid doet dat juist niet. Een filmmaker met een klein budget komt vaak met veel inven tievere oplossingen dan regisseurs met schier eindeloze budgetten. Met schrijven werkt het ook zo. Stel je jezelf grenzen, dan kom je op oplossingen die je bij absolute vrijheid nooit zou bedenken. Dat maakt het verhaal sterker en de wereld die je beschrijft rijker." Zijn er aan het genre zelf ook regels? „En of!", roept hij. „Fantasy is zo breed. Dat gaat van Gilgamesj via Hamlet en Macbeth tot Honderd jaar eenzaamheid. Binnen het genre kun je allerlei verhalen vertellen. Mystery, thriller, horror, science fiction - al die din gen die ik nog ga doen. Eerst heb ik voor de epische fantasy gekozen. De klassieke ce- ming-of-age quest story. Daarbinnen, een door Karin Overaiars Arnon Grunberg - De man zonder ziekte Nijgh en Van Ditmar, 17,50 euro Een roman over een Zwitserse architect die een werkbezoek brengt aan Irak. Dat kun je aan Arnon Grunberg wel overla ten. In De man zonder ziekte doet Sam mee aan een ontwerpwed strijd. Zijn opdrachtgever, de mys terieuze Hamid Shakir Mahmoud, droomt van een opera in Bagdad, of preciezer: hij wil Puccini naar Bagdad brengen. Dit brengt Sam op het idee van een 'genereuze ar chitectuur': hij gaat een steentje bijdragen aan het nieuwe Midden- Oosten. Hij gaat goed voorbereid op reis. In zijn koffer stopt hij Dui zend schitterende zonnen, de roman van Khalid Hosseini, en een cd van Madama Butterfly. Natuurlijk weet hij dat Bagdad geen Mallorca is, maar als invité van de grote Mahmoud zal het met zijn veilig heid wel goed zitten. Later in de roman zal Sam zich afvragen: 'Wat had hij verwacht, dat de wereld één groot Zwitserland is?', maar zo ver is het nog niet. Wat volgt, is een volstrekt krank zinnig verblijf in een Irakees safe house. Terwijl buiten explosies van raketinslagen klinken, klapt Sam zijn laptop open om twee heren toiletten te verplaatsen op zijn ont werptekening. Vervreemding, ja, maar het is vooral verdwazing: hij is terechtgekomen in een wereld die hem zo onwerkelijk en vijan dig voorkomt, dat hij de regie over zijn leven - en zijn reacties - volle dig verliest. Als lezer, en dat is knap gedaan, blijf je tegen beter weten in met Sam meehopen dat het allemaal zo'n vaart niet zal lo pen. Maar zo werkt dat niet in Irak. Sam wordt beschuldigd van spionage en gemarteld. Na dit 'Irak'-avontuur zal hij nooit meer dezelfde zijn. Dit eerste deel is eigenlijk een ro man op zich, én een heel goede ro man: hilarisch en schrijnend, kort om: superieur absurdisme. Maar we zijn pas op de helft. De vraag is waar het na de witpagina nog naar toe moet met het verhaal. Naar Dubai, zo blijkt, want daar heeft Sam zich laten strikken voor alweer een schimmige ontwerpop dracht. Aanvankelijk wekt dit Du- bai-avontuur de indruk van een herhaling van zetten, maar dat is slechts schijn. De man zonder ziek te heeft sinds Irak wel degelijk een ziekte. Het is een onzichtbare-ziek te die misschien minder fataal lijkt dan de progressieve spierziekte van Aida, zijn geliefde zuster, maar inderdaad: dat lijkt maar zo. Dit spel met schijn en werkelijk heid brengt ons uiteindelijk naar een ontluisterende ontknoping. Dat Grunberg zijn lezers - en hun leesplezier - in dit tweede deel on dergeschikt maakt aan het punt dat hij wil maken, en aan de dra matische apotheose, is in eerste in stantie frustrerend. En het begon zo leuk! Maar dat is precies het punt. De ziekte van Sam heeft al les onherstelbaar verwoest. Dat be sef dringt ook bij de lezer ver traagd door. Afwachten, zegt hij, en ho pen dat zijn le zers hem willen volgen nu hij naast de serie andere dingen gaat doen. Le zers die hij vol ledig heeft inge palmd met Het Erfgoed. In een genre waarin al- les kan, zou je zeggen. Met zelfs de meest elementaire, natuurkundige wetten kan vrijelijk worden omgesprongen. Paolini knikt. Maar hij legt er een aantal ma len de nadruk op dat innerlijke logica essen tieel is. „Ik vind dat je bij elk verhaal, maar zeker bij een fantasyverhaal, ervoor moet zorgen dat de details kloppen. Daarmee wil ik niet zeg-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 14