de Oosterscheldebodem
23 spectrum
Sepiatenten in de Oosterschelde
sÊÊÈWÊÉ
Zaterdag 26 mei 2012
Vanaf hun camper rijden Joop en Felice Stalenburg af en aan langs de duikstekken.
In de weekeinden brengt Joop Stalenburg duikers naar de verderop gelegen sepiatenten.
foto Joop Stalenburg
sepiatenten
Schouwen-Duiveland
Ouikstek
Halverwege
Oosterschelde
op de gestorte staalslakken onder de brug
weg te zetten. Maar die is het niet gewor
den! Om te beginnen is het te veel werk.
We zijn zeker twintig minuten bezig om
één zo'n tent te maken en dan zijn ze ook
nog eens lastig te vervoeren. Er zit ook te
veel ijzerdraad in verwerkt. Dat is niet
goed, Bovendien zijn ze zó stevig dat een
haak van een visser makkelijk in de kruin
kan vastpikken zodat de hele tent omver
wordt omgetrokken. Bij onze andere tent
jes kan dat niet, omdat de stokken gewoon
los tegen elkaar staan. En die heb je in een
paar minuten in elkaar gezet."
We lopen naar Halverwege. De
duikstek, in het kader van het
Sepiaproject door Joop en Feli
ce gecreëerd en aldus gedoopt, ligt een klei
ne vierhonderd meter rechts van de par
keerplek bij de Zeelandbrug. Wie geen
trek heeft in het gezeul met zware duik-
spullen, kan pal achter de parkeerplaats
het water in. Daar staan, de steenstort
voorbij, op ongeveer achttien meter diepte
ook enkele hutjes. Evenals links van de
brug. Maar als je een heus tentenkamp wil
zien, moet je bij Halverwege zijn, had Joop
ons op het hart gedrukt.
Buddy Jan Willem Prince klautert voor
mij uit de basaltblokken over, langs het
aan roestvrijstalen palen geknoopte touw.
Op de achtergrond komt zo nu en dan de
rugvin van een fouragerende bruinvis te
voorschijn. De eerste blik onder de water
spiegel belooft niet veel soeps. Het zicht is
minimaal. Waar je doorgaans in de Ooster
schelde toch ook makkelijk twee, drie me
ter ver kan kijken, beperken zand- en klei-
deeltjes die kans dit keer tot krap een hand
voor ogen. Wanneer we verder afdalen,
wordt het iets beter, maar het blijft turen
in de mist.
Al snel doemen de eerste bouwsels voor
ons als donkere schimmen op. Sommige
zijn ook nog eens gecamoufleerd met rood
wier, het onkruid van de zee, dat in deze
periode welig tiert. Een 'druiventros' zwar
te eitjes rond de takken geknoopt, wijst uit
dat de kraamkamer reeds in gebruik is ge
nomen. Pa en ma zijn echter in geen vel
den of wegen meer te bekennen. Stof, stof
en nog eens stof. We zakken door tot goed
negen meter en besluiten ons geluk verder
op te beproeven. Wanneer we na een half
uur voorzichtig langs de bodem weer iets
meer het licht in zwemmen, schuift een
prachtexemplaar stroomopwaarts ons
zichtveld binnen. Eenzaam en alleen blijft
hij in de buurt, misschien nog wel nieuws
gieriger dan de mens aan zijn zij. Na een
tijdje houdt hij het voor gezien en ver
dwijnt in een vloeiende golfbeweging. Wij
ook, na 43 minuten.
Joop vangt ons bij zijn camper op. De na-
tuurgids in hem trekt het zich persoonlijk
aan dat we niet meer sepia's te zien heb
ben gekregen. Bij voldoende belangstelling
trekt hij er in de weekeinden met zijn
bootje op uit om duikers naar de wat lasti
ger bereikbare plekken te brengen. Waar
schijnlijk hebben we net in de verkeerde
hoek van het tentenkamp rondgezwom
men. Afgaande op een grote groep duikers
uit Purmerend tenminste, die op het zelf
de moment bij Halverwege heeft mogen
genieten van zes paartjes. In 2007 ontvin
gen Joop en Felice Stalenburg de Fentener
van Vlissingenprijs voor vrijwillig natuur
werk. Naast de legpenning en een reisje
naar een Afrikaans natuurpark kregen de
Delftenaren een cheque van 25.000 euro,
te besteden aan natuurdoelen. „Dat geld is
nog niet op. De helft ongeveer", zegt Joop.
„We hebben meebetaald aan wat informa
tieposters met onderwaterfoto's en aan
een natuurblad. Het is een vrijwilligers-
prijs. En wat doen vrijwilligers? Die wer
ken gratis...!"
De sepiagekte duurt tot half juni. Zes tot
acht weken van nu komen de eerste eitjes
uit. In september zijn de jonge zeekatten
zo'n acht centimeter groot en sterk genoeg
om naar de leefgebieden de Noordzee op
te zwemmen. Joop hoeft niet lang na te
denken over de vraag welk dier het stokje
van de sepia overneemt. „Dat is er niet
echt. Net als boven water is de natuur on
der water voor en na de zomer op z'n
mooist. Wij gaan dan op vakantie!"
zie ook: www.pzc.nl/video