spectrum 4 SI De kauwtjes en het steenuiltje Tiendenpalen op Zaterdag 5 mei 2012 Ekster Kraaiachtigen zijn verre van populair. Was het vroeger vooral bijgelovige angst dat mensen een afkeer van deze zwartrokken hadden, te genwoordig zit er iets anders achter. Het is nog maar een paar generaties geleden dat kraaien soms veel angst inboezemden. Als er een zwarte kraai boven een huis vloog, dan zou er in dat huis binnen een jaar een dode te betreuren zijn, zo wilde het volks geloof. Kraaien werden dan ook eeuwenlang fel ver volgd om het onheil te beteugelen. Maar het bijgeloof is achterhaald en vooral de laatste decennia konden kraaiachtigen zich ongehinderd vermeerderen. Nou ja... Ongehinderd? Kraaien, kauwen, eksters en roe ken zijn altijd door de jagers als concurrenten be schouwd en om die reden intensief bestreden. Met het geweer, maar vaak ook door gerichte vergiftigingsac ties. Die bestrijding had veel succes. In mijn jeugd wa ren bijvoorbeeld eksters zo zeldzaam, dat we er een fietstocht van tientallen kilometers voor over hadden om een ekster te zien. Kraaien en zelfs kauwen waren minstens even zeldzaam. Maar alle kraaiachtigen floreren en kauwen zijn talrij ker dan ooit tevoren. En daar is lang niet iedereen blij mee. Niet zo verwonderlijk ook, want ze kunnen bij voorbeeld in de fruitteelt behoorlijk schade aanrichten. Er wordt dan ook regelmatig actie ondernomen om hun aantal in te perken. Veelal zonder noemenswaar dig resultaat, want incidentele en individuele acties hel pen niet om het probleem op te lossen. Soms zijn er heel vervelende neveneffecten bij dergelijke acties. Van zo'n neveneffect wérd mogelijk 'ons' steenuiltje het slachtoffer. Het steenuiltje was een beetje de trots van de buurt. Tenminste van degenen die het wisten. De vogel woon de in een oude lindeboom en was, zeker bij zonnig weer, altijd in de opening van een diepe, donkere holte te vinden. De vogel zat daar al jaren en als je het wist, kreeg je hem regelmatig in het vizier. Maar het uiltje had het rijk niet alleen in de lindeboom. Er huisden ook kauwtjes; de laatste jaren steeds meer en die bezetten ook de nodige holten om er te broeden en de jongen groot te brengen. Maar de familie steenuil leek zich daar heel weinig van aan te trekken en bleef trouw aan zijn eigen holte. Tot op een mooie, zonnige dag een paar weken gele den. Het was al een paar dagen somber en koud ge weest en nu er een heerlijk voorjaarszonnetje met zijn warme stralen alles koesterde, kon het haast niet an ders of het uiltje zou - zonaanbidder als hij is - weer in de nestopening zitten. Maar hij was er niet en een paar dagen later nog niet. We gingen luisteren in de scheme ring, om te luisteren of de luidruchtige baltsroep er zou zijn. Ook al niets. Het uiltje dat ons jarenlang ver trouwd was, lijkt definitief vertrokken. Gevlucht voor de kauwtjes? Dat was de eerste gedachte die in mij op kwam en uit pure frustratie wapperde ik met mijn jas naar de kauwtjes in de boom, waarop die luidruchtig roepend verschrikt wegvlogen. Was ik nou ook al be hept met het antikraaienvïrus? Gelukkig niet, want ik heb al te vaak gezien dat de vo gels ten onrechte beticht werden. Maar eventjes had ik daar dan toch aan mee gedaan. Totdat ik van een dorps genoot de toedracht hoorde. Er was net voordat ons uil tje verdween verschillende keren met hagel op de kauwtjes in de lindeboom geschoten. Ik hoop maar dat dat voor de steenuilen te gortig was en dat ze weggevlo gen zijn. Maar voor hetzelfde geld liggen ze ergens in een boomholte weg te rotten. Met hagel kun je tenslot te niet mikken. I tjm CD fO C 3_ 13 O *sZT 13 13 4-» fö Een steenuil Kauw foto's Chiel Jacobusse BW ai i"3 '5 lllll c ca3 4-1 1 9 :HI "zs co Tiendenpalen komen overal voor. In Zeeuws-Vlaanderen, maar ook in Frankrijk. Een actieve groep cultuur- historievrijwilligers in Zeeuws-Vlaanderen speurt naar grenspalen en werkt aan herkenbaarheid en herstel er van in het landschap. Voor Wim Roose is hier de Idem gelegd voor zijn inzet als vrij williger om ook tiendenpalen 'weer thuis te brengen'. Wim kent inmiddels vele tiendenpalen in Zeeland. Op het dorpsplein in Aagtekerke kun je ze zien staan, al is dat niet hun oor spronkelijke thuisplek. „Door ruilverkave ling en inundatie in Walcheren zijn de palen van hun vaste plek geraakt", zegt Wim. De stenen objecten zijn verdwenen of ver plaatst, ook als ze in de weg stonden op ak kers. Je vindt ze nog wel op hoeken van schu ren, waar ze bescherming bieden tegen land bouwwerktuigen bij het inparkeren. De schamppalen van nu hadden tot rond 1900 de functie om gebieden af te bakenen waar over 'belasting' werd geheven. Sinds 800 a 900 na Christus ontstond het tiendrecht Op Walcheren ontvingen tiendheffers, de grond eigenaren, dit deel van de opbrengst van ge wassen als tarwe, rogge, gerst, haver en bo nen van de agrariërs. Vaak werd een deel voor de kerk en voor sociale doelen zoals ar moedebestrijding gebruikt. Soms duiken de één meter twintig hoge paal tjes ergens op en ontvangt de werkgroep cul tuurhistorie van Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) de melding. Door gesprekken met de grondeigenaren waar de paal is ge vonden en na speurwerk op kaartjes van het Zeeuws Archief weten Wim en andere vrij willigers vaak de oorspronkelijke stand plaats te achterhalen. De historie gaat weer leven als de uitgehakte nummers op de hardstenen palen markeren waar de grenzen waren. Langs een pad van het wandelnetwerk Walcheren zal Wim een hervonden tiendenpaal weer zijn thuisplek bieden. Een gebeurtenis waar vinders, eige naren en terugplaatsers van het object vaak een onverwacht plezier aan beleven. Een tiendenpaaltje. foto Wim Roose

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 36