man in 3 spectrum Zaterdag 5 mei 2012 Miami Onlangs stond hij in Barcelona achter de draaitafel, een week eerder was hij in Lissabon. Op de agenda voor de komende maanden staan reizen naar Innsbruck, Londen en Luzern, maar ook Azië en Australië. Het leven van Ramon Tapia bestaat uit reizen, mensen laten dansen en produceren. Niet slecht voor een jongen die in Terneuzen op het verkeerde pad leek te belanden, op het juiste moment naar Antwerpen vertrok en nu een succesvolle dj is. „Ik wil mijn ding blijven doen, daar kan ik goed van leven. Dat is eigenlijk het belangrijkste voor me." door Barry van der Hooft Dat Nederlandse dj's populair zijn in het buitenland is al om bekend. Armin van Buuren wordt al jarenlang beschouwd als de beste dj ter wereld, Tiësto zit hem op de hielen, de grootste wereldsterren willen samenwer ken met Afrojack. Ramon Tapia behoort tot een ander segment, maar heeft: wel een mening over zijn wereldberoemde landge noten. „Armin van Buuren en Tiësto zijn een klasse apart", vertelt hij in zijn apparte ment in het centrum van Antwerpen. „De muziek die zij maken is in mijn ogen wel heel commercieel. Al kan commercieel ook goed zijn. Ik denk ook wel eens: had ik die plaat maar geschreven." Over Afrojack zegt hij: „Als je naar zijn mu ziek luistert, dan zijn er jongens die echt twintig keer beter zijn. Alleen hebben die niet de juiste promotor, niet het juiste ma nagement. Hij maakt iets, het wordt een hype en vervolgens wil iedereen met hem samenwerken. Ik heb dat in mindere mate ook wel, maar mijn muziek is meer under ground. Meer clubgericht. Bij die gasten waar ik het net over had is het meer radio- gericht. David Guetta heeft heel die scene opengebroken." Vervolgens benadrukt hij meteen dat hij niet verkeerd begrepen wil worden. „Ik zou graag op hun plek willen staan", lacht Tapia. „Alleen de muziek die zij draaien, zegt me helemaal niets. Ik vind dat het al tijd hetzelfde klinkt. Rie-tie-tie-tie-tie-tie- tie. Andere mensen denken misschien ook wel zo over mijn muziek. Ik heb veel res pect voor die. gasten, maar iedereen heeft zijn eigen smaak. Afrojack is nu een hype, maar een hype duurt niet langer dan vijf jaar. Zo simpel is het. In die vijfjaar ver dient hij echter wel zoveel geld dat hij het in de komende twintig jaar niet eëns op kan maken." In grote clubs draaien; het was geen jeugd droom voor de zoon van een Chileense va der en Nederlandse moeder. „Toch vindt mijn moeder het niet zo heel vreemd dat het zo is gelopen. Als kind werd ik altijd al aangetrokken door muziek. Mijn oudere zussen gingen naar discotheken als de Boc caccio en de Roxy. Zij namen tapes mee en zo heb ik het leren kennen." Als puber was Tapia een moeilijk ventje. Drukker dan druk. „Ik heb aan waterpolo, judo en voetbal ge daan. Vooral om mijn energie kwijt te ra ken." Op de LTS koos hij voor de richting Elektri citeit. Daarna vertelde hij zijn moeder dat hij naar Antwerpen wilde, om goudsmid te worden. „Ik was zestien en ze ging eigen lijk meteen akkoord. Ze heeft me zelfs wel een beetje gepusht, omdat ze zag dat ik in Terneuzen met verkeerde jongens omging. Het was erop of eronder. Die opleiding heb ik afgemaakt, ik mag mezelf goudsmid en diamantair noemen. Alleen heb ik er bijna niets mee gedaan. Ja, ik heb een half jaar bij een juwelier gewerkt, maar daar kwam ik niet veel verder. Ik moest onder aan de ladder beginnen, was een starter en verdiende niet zo veel. Ik was al met mu ziek bezig en kreeg bij toeval de kans om op zaterdag wat bij te verdienen in een mu ziekwinkel hier. Na vier zaterdagen boden ze me een contract aan. In die winkel heb ik veel geleerd. Niet alleen op muzikaal ge bied. Ook als verkoper. Ik leerde veel men sen en verschillende muziekstijlen ken nen." Het was de tijd van de hardcore house, de tijd van de enorme Thunderdome-feesten. „Veel mensen dachten dat ik alleen in die hardcore geïnteresseerd was, maar ik kocht al veel andere muziek. Ik was het aan het ontgroeien. Wanneer ik dan ergens stond te draaien, vroegen mensen aan me hoe ik in godsnaam aan die muziek kwam. Hard core had een slechte naam en ik merkte dat mensen anders over me begonnen te denken. Die Tapia heeft meer in zijn mars dan alleen dat gedreun." Op zijn 28e maakte hij het nummer Sweet Lullaby. Het 'lieve slaapliedje' markeerde een nieuw hoofdstuk in zijn leven. „Het ontplofte in één keer. Het nummer was een overgang tussen house en trance en stond binnen de kortste keren op nummer zeven in de top tien van Beatport.com, een bekende online platenwinkel. Het begon te lopen en ik vertelde mijn moeder dat ik professioneel dj wilde worden. Ze raadde het me meteen af Waarom ik alles met mijn moeder overleg? Kom op, je moeder! Ze is mijn klankbord, ik heb enorm veel respect voor haar. Ze heeft al zóveel meege maakt in haar leven." Zijn moeder gaf hem ook nog een bood schap mee. „Als je het echt wil, moet je het doen. Maar kom niet bij mij aanklop pen voor geld", herhaalt Tapia. „Het eerste jaar was het krapjes", vertelt hij. „Daarna begon het te lopen met de boekingen. Ik heb Ramon Tapia Ltd. opgericht en we zijn nu vierenhalf jaar verder. Ik heb twee labels, Aella en Say What. Het gaat lekker. Wel met ups en downs, maar die heeft ie dereen in het leven." Het is niet zo dat de euro's komen aanwaaien en hij er een uitbundi ge levensstijl op na kan houden. Een zuinige Zeeuw kun je Tapia niet noe men, maar het moet wel binnen de perken blijven. „Mijn vriendin en ik wilden laatst in Miami even snel iets eten. We bestelden allebei een spaghetti en ik nam er een Co rona bij. Die vent kwam aanzetten met een enorm glas, waar drie Corona's in Za ten! Ik zei tegen haar: 'Ze zijn een loopje met me aan het nemen'. Dat bleek wel toen ik de rekening kreeg. 108 dollar, voor twee spaghetti en een biertje! Je had mijn hoofd moeten zien... Het voelde alsof ze me een been uittrokken." In Florida was hij één van de dj's tijdens de Winter Music Conference, dat te vergelijken is met het Amsterdam Dance Event. „Dat ik daar mocht draaien, was vooral goed voor de contacten. In Amsterdam ken ik de meeste jongens in de dj-scene, in Miami lag voor mij een kans om mijn naam te vestigen in de Amerikaanse dancescene. Je naam en hoofd staan op posters, mensen leren je kennen. En als het goed gaat, word je vaker gevraagd." Op zijn optreden in Miami en eer der ook Los Angeles is goed gerea geerd. Tapia: „In Miami heb ik nu een paar vaste clubs waar ik draai. Dat zijn clubs waar drieduizend man in kan. In Los Angeles stond ik in oktober op het festival Escape from Wonderland, waar vijftigdui zend man rondliep. In de ene zaal draaide Swedish House Maffia, ik draaide met wat underground-jongens in de andere zaal. In Miami liep ik laatst na een feestje 's nachts terug naar het hotel en zag Armandvan Helden lopen. Dat is een grote meneer. Dus ik stapte op hem af, gaf hem een hand en vertelde dat ik Ramon Tapia was. O, echt? Ik zag aan zijn blik dat hij mijn werk kende. Mijn naam gaat dus rond. Dat is wat je moet hebben." Tapia, die vorig jaar 122 keer in een vlieg tuig zat, draait van house tot techno en pint zich niet vast op één muzieksoort. „Heel veel dj's houden zich met één stijl be zig en hebben daardoor snel een stijgende lijn te pakken. Ik kies daar niet voor. Ik heb liever een goede basis en dan kost het me maar meer tijd om op een bepaald niveau te komen. Maar liever dat, dan dat ik een eendagsvlieg ben die nummer één is en twee weken later niets meer is. Op dit mo ment ben ik nog steeds een beetje de un derdog, omdat ik zowel house als techno draai en alles wat er tussenin valt. Het is be langrijk dat ik blijf volhouden. En de aan houder wint, zeggen ze toch altijd." Hij wil steeds het gevoel hebben dat hij stappen maakt. „Anders kom je op een punt waarbij je denkt: waar doe ik het nog voor? In de muziek moet je jezelf blijven vernieuwen, jezelf herontdekken. Om de drie jaar heb je dat. Je moet in deze busi ness ook geluk hebben. Op het juiste mo ment op de goede plaats zijn. Neem Avicii. Dat is een Zweedse dj die echt vanuit het niets kwam. Hij is pas 22 jaar, maar met Nieuwjaar kreeg hij één miljoen dollar om twee uur te draaien. Dat gaat toch nergens over?" Niet voor de eerste keer galmt zijn uitbun dige lach door het appartement. „Als ze het aan mij zouden vragen, zou ik het ook wel doen hoor." De afgelopen jaren maakte hij ook ruim tachtig remixen voor allerlei collega's. Als hij niet onderweg is, zit hij thuis in zijn stu dio te werken aan nieuwe nummers. „Een track opnemen, aan een ander nummer sleutelen, heerlijk. Soms komt het in één keer. Ik had vroeger al heel veel fantasie en daar gaat het in muziek ook om. Het is een expressie van hoe je jezelf ziet. Vergelijk het met schilderen of koken. Ik zie koken ook als een kunstvorm. Een beetje van dit, een beetje van dat en zo kom je tot een smaakvol geheel. Zo is het met muziek ook. ]e probeert dit, je probeert dat. Zo creëer je iets nieuws. En als je geluk hebt, komt dat precies op het juiste moment." Ramon Tapia achter de draaitafels, in een volle club.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 35