5
BtUtMi&l
Bi4WWK
Eduard EÜp^e
Uniek concert
KUNSTiö
OPENBARE RUIMTE
dinsdag 1 mei 2012
De kunstenares aan het werk in haar atelier
Na een grondige opleiding wordt hij dirigent
van het Harmonieorkest en later, in 1927, volgt
een benoeming tot dirigent van het Rotter-
damsch Philharmonisch Orkest. Hierna volgt
een bloeiend, veelzijdig en internationaal
muziekleven voor het orkest. In de tweede
wereldoorlog komt daar een eind aan. Pas in
1966 met de komst van De Doelen, het nieuwe
concertgebouw in Rotterdam, wordt de mu
zikale traditie van het Philharmonisch Orkest
in ere hersteld. Eduard Flipse sluit zijn carrière
af als dirigent van de - toen jonge - Antwerpse
Philharmonie (1961-1970). Ook hier blinkt hij
uit in zijn pedagogische aanleg als inspirator
van muzikale saamhorigheid.
„Uit het verhaal van Eduard blijkt dat muziek
echt zijn passie is. Hij was bevlogen. Toen er
in 1914 geen treinen reden in verband met de
mobilisatie, stapte hij midden in de nacht zijn
bed uit om in tien uur naar Rotterdam te fiet
sen om er zijn lessen te volgen. En dan moest
hij ook nog weer terugfietsen aan het eind
van de dag", vertelt Lydia Klop. „Pas toen ik
een goed beeld had van het leven van Eduard
kon ik hem gaan portretteren. Ik maakte acht
tekeningen op ware grootte."
Daarna kon de kunstenares beginnen met het
boetseren van het borstbeeld. „Iemand echt
laten lijken is millimeterwerk." Lydia knijpt
één oog dicht en kijkt langs haar hand naar
een denkbeeldig gezicht. „Je kijkt heel intens
naar iemand. Naar maten en vormen. Ook
het karakter probeer je te vatten. Daarvoor
kruip je onder de huid van je model. Het is een
heerlijke puzzel."
Elian van 't Westeinde
Eduard Flipse was van 1926 tot 1962 dirigent
van het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Beroemd werd zijn uitvoering van de achtste
symfonie van Gustav Mahler op 3 juli 1954 in
de Ahoy-hal in Rotterdam. Deze symfonie
is maar zelden te horen omdat hiervoor een
grote bezetting is vereist. Elf koren met in
totaal duizend koorleden, het Rotterdams
Philharmonisch orkest en het Brabants orkest
voerden de symfonie op ter ere van het 125-ja-
rig bestaan van de Nederlandse Maatschappij
tot bevordering de toonkunst.
Het polygoon journaal besteedt aandacht aan
het concert onder leiding van Eduard Flipse.
Dit item is te zien via:
http://www.youtube.com/watch?v=54l87ctoiZc
i
Oog in oog met de bevlo
gen dirigent Eduard Flipse.
Het kan zomaar gebeuren
bij een wandelingetje langs
de woningen van woon
zorgcentrum Amaliahof
in Wissenkerke. 't Haar keurig achterover ge
kamd. Netjes in het pak gestoken. Strik vastge
bonden onder de kin. Vanonder zijn borstelige
wenkbrauwen kijkt de man je echt aan.
Dat is ook de bedoeling vindt Lydia Klop -
Steendijk, de maakster van de bronzen buste.
„Ook vind ik het belangrijk dat het beeld op de
echte Eduard Flipse lijkt. Bij de onthulling was
de gelijkenis met zijn eenentachtigjarige zoon
Kees dan ook een groot compliment."
Na het aanvaarden van de opdracht verza
melde Lydia Klop stapels foto's van de dirigent
in 1973 overleed. Via de foto's leert ze
kennen op verschillende leeftijden
in verschillende poses. Een boek getiteld
glorie is voor zweet te koop, vertelt Eduards
Het laat zien hoe een jongen uit
Lydia Klop bij een buste van haar man, Michiel Klop
Wissenkerke uitgroeit tot een van de grootste
en bekendste dirigenten in Nederland.
Eduard Flipse stamt uit een artistieke familie.
Zijn grootvader was goudsmid. Vader Cornelis
verdiende de kost als kleermaker, was in zijn
vrije tijd organist in de Nederlandse Her
vormde Kerk in Wissenkerke en dirigent van
verschillende koren en muziekkorpsen op
Noord-Beveland. Als scholier vervangt Eduard
soms zijn vader als organist. Daarnaast blaast
hij es-klarinet in de muziekkorpsen waar zijn
vader als dirigent optreedt. Vanaf zijn twaalfde
volgt Eduard pianoles bij Otto Lies in Goes.
Een hele onderneming voor die tijd. Noord-
Beveland is dan nog een eiland. Het avontuur
wordt nog groter als Eduard in Rotterdam
gaat studeren bij muziekpedagoog A.B.H.
Verhey. Dan reist hij vele uren per fiets, boot
en per trein om slechts twee uur les te kunnen
volgen.
Na zijn diensttijd in 1918 vestigt Eduard zich
als pianodocent en koordirigent in Rotterdam
waar zijn aanleg voor directie wordt ontdekt.