Burgemeester tussen de mi
spectrum 6
Zaterdag 28 april 2012
Voor het eerst in 33 jaar geen lintjesregen voor Koos
Schouwenaar. Niet op pad met oorkondes, versierselen en
bossen bloemen. Vorige week was er voor de burgemeester van
Middelburg zelf een lintje toen hij afscheid nam. In 2002 werd
hij burgemeester van de Zeeuwse hoofdstad, een rol die hij met
verve vervulde. Voor iedereen een praatje, een luisterend oor,
zonodig een troostende arm om de schouder. „Als burgemeester
moet je maximaal aanspreekbaar zijn. Dus dan sta je gewoon in
het telefoonboek, ben je op straat, fiets je rond."
door Theo Giele
Hij ziet nog de twee raadsle
den zijn kamer binnenlopen
in het gemeentehuis van
Venhuizen, die ochtend in
1979. De avond tevoren had
de jonge, daadkrachtige burgemeester
Koos Schouwenaar iedereen goed kort we
ten te houden tijdens de raadsvergadering.
Het ene na het andere voorstel werd afge
hamerd, zonder dat raadsleden de kans kre
gen er te lang over te blijven praten. De
burgemeester was die avond met een tevre
den gevoel naar huis gefietst. Hij had de
vergadering goed geleid, efficiënt, geen el
lenlang gezeur over details... Hij had het
vak al aardig in de vingers. Dacht hij.
Dat zagen de twee raadsleden iets anders:
„Dat ging niet goed gisteravond, burge
meester", was de boodschap. Schouwenaar
was het er niet mee eens, maar het bezoek
van de heren was toch gaan knagen aan
zijn zelfverzekerdheid. Hij belde een
vriend aan wiens oordeel hij veel waarde
hechtte. Die zette hem op zijn plaats: „Je
mag blij zijn dat ze het achter gesloten deu
ren hebben verteld." Schouwenaar wist
wat hem te doen stond, en praatte de
kwestie uit.
„Ik ben dat nooit vergeten", zegt hij nu hij
aan het einde van zijn loopbaan als burge
meester is gekomen. „Dat was zo'n kruis
punt in het leven. Als die raadsleden
kwaad hadden gewild, had ik hier nu niet
gezeten. Je weet nooit hoe het loopt."
Wie de loopbaan van zijn ouders beziet
(vader marineman en politicus, moeder le
rares en politica en bestuurder) komt snel
in de verleiding te denken dat de jonge
Koos in hun voetspoor heeft: willen tre
den. „Natuurlijk, je pikt er wel wat van op,
maar ik heb me er nooit bij mijn beroeps
keuze door laten leiden. Als jongetje wilde
ik maar één ding: varen. Maar vader raad
de het me altijd af: ga nooit bij de marine.
Maar ik wilde altijd varen. Toen ik in Bilt-
hoven op de middelbare school zat, en
daar was geen water in de buurt, heb ik in
de schoolvakantie aangemonsterd op kust
vaarders. Dan voer ik als zestien-, zeven
tienjarige mee als matroos."
Na het gymnasium ging hij naar de offi
ciersopleiding van de marine, de KIM in
Den Helder. Tegen zijn dertigste - hij had
inmiddels in zijn vrije tijd een studie rech
ten afgerond - kwam Schouwenaar aan de
wal, bij de marinestaf in Den Haag. Hij
kwam voor de vraag te staan: is dit wel de
bureaubaan dit ik wil? „Ik had nooit een
beroepskeuzeprobleem gehad. Dat kwam
pas later, aan de wal. De advocatuur viel af
Vond ik te eenzijdig. De buitenlandse
dienst leek me wel wat. Een paar jaar in
het ene land, dan weer in het andere. Maar
eerlijk gezegd, van buitenlandse politiek
wist ik helemaal niets. Ik kreeg te verstaan
dat mijn sollicitatie toch een wat 'smalle
basis' had."
Vanwaar dan de keuze om burge
meester te willen worden? „Tsja,
wat trekt je aan in die functie? Mis
schien een rare term in dit verband, maar
je bent als burgemeester toch een soort
commandant. En ik wilde in overheids
dienst blijven; aan een eigen bedrijf of een
loopbaan in het bedrijfsleven heb ik nooit
gedacht. IJdelheid speelt ook mee."
Bij zijn benoeming was hij 31 jaar. Was dat
niet wat jong om burgemeester te wor
den? „Senioriteit is ook een kwaliteit",
lacht Schouwenaar nu, 33 jaar later. „Aan
die eis voldeed ik toen in elk geval niet. De
gemeente Venhuizen, die kende ik niet. Ik
wilde in de eerste plaats gewoon burge
meester worden. Nou ja, Venhuizen was
in Noord-Holland en ik wilde het liefst in
het westen van het land werken. Ik dacht
dus, Venhuizen, het zal wel goed wezen.
Ik had het geluk dat Roel de Wit, toen
commissaris van de koningin in
Noord-Holland, het in mij zag zitten. In
Venhuizen waren twee heel aardige wet
houders, een van de PvdA en een van de
KVP. Die hebben mij enorm geholpen. Als
beginnend burgemeester ben je heel erg
bezig te voorkomen dat je door de mand
valt. Vooral naar buiten toe."
Zorgen dat alles in een gemeente netjes
verloopt, letten op correcte verhoudingen
binnen het bestuur en tussen gemeente en
haar inwoners en het beheren van de por
tefeuille orde en veiligheid. De functie van
burgemeester is in een paar regels samen
te vatten. Die taak kun je zakelijk invullen,
de burgemeester als 'manager' van de ge
meentelijke organisatie. Dat is nooit Schou
wenaars stijl geweest. „Een burgemeester
zit op een positie die niet reëel is. Mensen
denken dat je alles kunt regelen. Dat is na
tuurlijk niet zo, maar mensen geloven je
gewoon niet als je dat tegenspreekt. Ik kan
iemand gaan uitleggen hoe bevoegdheden
precies geregeld zijn, maar dat willen men
sen niet horen. Ze denken dan dat je voor
je verantwoordelijkheid wegloopt. Mensen
willen hun verhaal kwijt. Je luistert naar ze
en je zegt of je er wel of niet iets aan kan
doen. En daarna moet je altijd terugbellen
om te zeggen hoe het is afgelopen."
Al is de serie al jaren van de buis, de
Swiebertje-burgervader is het
beeld dat mensen hebben. „Het
heeft geen enkele zin daar tegen in te gaan.
Er moet iemand zijn die aanspreekbaar is.
Ja, het is een rol die je hebt. Maar die rol
moet wel dicht bij je zelf liggen. Dat bete
kent echt interesse hebben in mensen, in
de samenleving. En je moet een beetje de
spelregels kennen. Weten wanneer je op
moet komen, wanneer je af moet gaan.
Als burgemeester mengde hij zich niet in
heikele politieke kwesties die buiten zijn
eigen portefeuille lagen. „Er zijn dan al me
ningen genoeg. Nog een mening erbij
voegt niets toe. Ik zou in controversiële
kwesties dan voor de één en tegen de an
der kiezen. Dat kan niet. Je kan pas alles
netjes laten verlopen als je voor iedereen
acceptabel bent. Dus neutraal."
Burgemeester is geen negen tot vijf baan -
24 uur per dag, 7 dagen per week bén je de
burgemeester. Schouwenaar was dat 33
jaar. „Altijd paraat zijn. Maar dat was bij de
marine ook." Of het geen enorme belas
ting is? Hij haalt zijn schouders op. Wie
daar niet tegen kan, moet maar geen burge
meester worden.
Schouwenaar bouwde veel krediet op
bij de grote menselijke drama's in
zijn gemeente. Daar naar gevraagd
relativeert hij zijn rol onmiddellijk. „Je
richt je primair op de slachtoffers, kijkt
wat je voor hen kunt doen en dat is niet
veel. Maar je moet je dan vooral niet afvra
gen, hoe de mensen jouw gedrag als de
burgemeester gaan beoordelen. Hoe straks
de onderzoekscommissie zal oordelen. Dat
soort indekkingsgedrag."
Venhuizen, Castricum, Maarssen en toen
stond in de zomer van 2001 de vacature
Middelburg in de Staatscourant. „Ik was
misschien één keer in de stad geweest.
Maar Middelburg spreekt aan. Niemand
die zegt, Middelburg? Poeh... Moest zeker
vanwege je werk? Nee, Middelburg heeft
een hele sympathieke klank in de rest van
het land." Alle clichés (een authenthiek,
historisch, vriendelijk stadje) kloppen wat
Schouwenaar betreft. „Zelfs toen de SGP
tegen mijn komst stemde omdat ik onge
huwd samenwoonde was voor mij geen
teleurstelling. Ook dat paste in het beeld
dat ik had." De roerige jaren die politiek
Middelburg achter de rug had, compleet
met een met-pek-en-veren-heengezonden
burgemeester, schrikte hem niet af. „Inte
gendeel, het was eerder een aanmoediging.
Zo ijdel ben ik wel. Dat varkentje gaan we
wel eens even wassen."
De verhuisdozen staan tijdens het inter
view in zijn woonkamer. Dozen vol af
scheidsgeschenken. Maar Schouwenaar
blijft in Middelburg wonen. Zijn vrouw
heeft er haar werk, de jongste zoon gaat er
naar schoöl. „Kinderen doe je nooit een
plezier met ergens anders te gaan wonen."
Bovendien, het positieve beeld dat hij voor
zijn komst had van de stad is de afgelopen
tien jaar alleen maar versterkt. Met het lo
kale bestuur zal hij zich niet meer be
moeien.
„Weg is weg. De fatsoensregel is dat je je
opvolger niet voor de voeten loopt. Het
beste is helemaal niets doen, helemaal weg
blijven van het lokaal bestuur. Het zal
even wennen worden. Ik ben een beginne
ling in 'nee' zeggen."
april 2002: op pad tijdens de eerste lintjesregen in Middelburg
maart 2005: uitleg aan omwonenden na het bouwput-drama