spectrum 2
Zaterdag 28 april 2012
AFFICHES P'ART O.DE RYCKER 8RUXEUI5
Met dit soort kunstige affiches vestigde de Red Star Line de aandacht op de overtocht naar de Verenigde Staten.
illustraties archief stad Antwerpen
Reddingsboei naar
Drie miljoen Europeanen emigreerden tussen 1870 en 1930 vanuit
Antwerpen naar Amerika en Canada met een schip van de
Antwerpse rederij Red Star Line. Een miserabel bestaan en weinig
hoop op betere tijden zetten ook duizenden Zeeuws-Vlamingen aan
tot zo'n vaak onzeker avontuur.
door Harold de Puysseleijr
Geloof in het ideaal van de
American Dream hield de
meesten op de been. Ieder
een dacht door keihard wer
ken de top te kunnen berei
ken. Het verhaal van de krantenjongen die
eindigt als directeur van de krant, stond
ook de achterblijvers voor ogen.
Met dat idee in het achterhoofd mocht
mijn vader graag vertellen over de briefwis
seling met zijn rijke peetoom, die via Ant
werpen en New York naar Chicago was
geëmigreerd. Hoe suikeroom Aloijsius de
Puysseleyr zijn miljoenenvermogen pre
cies had vergaard, vertelde zijn verhaal ei
genlijk nooit. Maar met een riante erfenis
Passagiers op het zonnedek van één van de
schepen van de Red Star Line.
in het verschiet kon het nooit kwaad op
die manier contact te onderhouden, knip
oogde pa.
Aloijsius de Puysseleyr was de oudste zoon
uit een gezin van twaalf kinderen en trok
de deur van het ouderlijk huis in zijn ge
boortedorp Clinge in februari 1921 achter
zich dicht. Met niet meer dan een koffer
vol kleren en wat contant geld scheepte de
25-jarige vrijgezelle klompenmakersknecht
in aan de Antwerpse Rijnkaai, op het goed
koopste kaartje in derde klasse. Volgens
het scheepsdocument in een databank op
internet geeft hij aan de immigratie-autori
teiten het adres van zijn oom in Chicago
op als eindbestemming. Hoe zijn tiendaag
se bootreis verliep is niet te achterhalen,
maar gelukkig brengt de op feiten gebaseer
de roman van Alex Van Haecke uitkomst.
Met de Red Star Line naar Amerika vertelt
het verhaal van de overtocht van een
groepje Vlaamse dorpelingen, onder meer
bezien door de ogen van Emiel-Jan van Ne-
vele. Die reist als kroniekschrijver voor het
Leuvense studentenblad 'Ons Leven' mee
en beschrijft: het leven aan boord in de
goedkoopste klasse op het tussendek, waar
ook Aloijsius tijdens zijn reis verbleef.
'Veel meer dan behalve eten en slapen, nu en
dan wat aan dek gaan zitten of daar waar
het enigszins kan wat rondlopen, kaarten, zo
maar wat babbelen of verhalen vertellen, kun
nen de tussendekpassagiers niet doen. Het feit
dat ze dicht op elkaar gedrumd, soms haast
letterlijk boven en onder elkaar gestouwd, de
reis moeten doormaken, bedrukt de sfeer. Ook
het verschil in cultuur, gewoonten en gebrui
ken, om nog maar van het verschil in gods
dienst te zwijgen, zorgt nu en dan voor wre
vel en onhebbelijke situaties. Maar het feit
dat de emigranten heel de tijd kunnen uitkij
ken naar de verlossende oplossing voor hun
miserie maakt veel goed', tekent Van Nevele
onder meer op in zijn schrijfblok. 'Het is alsof
die gedachte die vreemde, volstrekt occasio
neel samengestelde gemeenschap behoedt
voor hoogoplopende practische of psychologi
sche conflicten.'
De reis naar het beloofde land Amerika
was dus zeker geen pretje. Alleen de rijken
konden zich de luxe van een eigen hut in
de eerste of tweede klasse permitteren. De
armen verbleven met duizend man op de
tussendekken. In die ruimte zonder ramen
moest alles gebeuren: wassen, plassen,